Op 5 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting op 28 oktober 2022 te Urk. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht. Tijdens de zitting op 21 november 2023 heeft de officier van justitie, mr. M.M. Klappe, gevorderd om de verdachte een taakstraf op te leggen, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.M. Koppert, pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er op de dag van de brand aanwijzingen waren die de verdachte in verband brachten met de brand op de boot van de benadeelde partij. De verdachte was kort voor de brand op de boot geweest en had berichten gestuurd die als verdacht werden beschouwd. Echter, het forensisch onderzoek kon niet vaststellen hoe de brand was ontstaan, en de rechtbank oordeelde dat het opzet van de verdachte niet bewezen kon worden. Hierdoor werd de verdachte integraal vrijgesproken.
De benadeelde partij, die materiële schade had geleden, vorderde een schadevergoeding van € 36.200,-. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat ieder haar eigen kosten draagt.