Op 22 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak van een veroordeelde die zich had onttrokken aan het reclasseringstoezicht. De veroordeelde, geboren in 1979 in de Dominicaanse Republiek, was op 18 november 2022 voorwaardelijk in vrijheid gesteld na een lange gevangenisstraf. De voorwaarden van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling omvatten onder andere meldplicht bij de reclassering en een alcoholverbod. Echter, sinds augustus 2023 heeft de veroordeelde zich niet meer aan deze voorwaarden gehouden. Hij heeft zich onttrokken aan het toezicht, was niet bereikbaar voor de reclassering en heeft zelfs laten weten in Spanje te verblijven. De reclassering heeft geconstateerd dat er geen mogelijkheden zijn voor gedragsverandering en risicobeperking, wat hen tot de conclusie bracht dat de voorwaardelijke invrijheidstelling moest worden herroepen.
De officier van justitie heeft op 13 oktober 2023 een vordering tot herroeping ingediend, die door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden had overtreden en dat er geen kader meer was voor een voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechtbank heeft besloten dat de veroordeelde de resterende gevangenisstraf van 1404 dagen moet ondergaan. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de rechters de ernst van de overtredingen en de onttrekking aan het toezicht in overweging hebben genomen. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van voorwaarden bij voorwaardelijke invrijheidstelling en de rol van de reclassering in het toezicht op veroordeelden.