4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 en feit 2
[slachtoffer]heeft aangifte gedaan. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 19 juli 2022 werkte ik als verkoopmedewerkster bij [naam] tankstation aan de [straat 1] [nummer] te [plaats] .
Op diezelfde dag en datum, omstreeks 13:45 uur, zag ik aan de buitenzijde een man aan lopen, vanuit mijn rechterzijde, gezien vanachter de kassa, dat is de zijkant van de winkel. Ik de man als volgt omschrijven:
- Volledig zwart trainingspak;
- Capuchon over gezicht en koortjes aangetrokken, strak om gezicht. Haar was niet zichtbaar;
- Droeg een zonnebril, zwart van kleur.
Ik zag dat de man direct naar kassa kwam lopen en aan de counter ging staan. Ik zag de man met zijn hand naar zijn linker zak gaan van zijn vest. Ik zag dat de man een pistool uit zijn zak pakte. Ik zag dat het een handwapen was, zwart van kleur, zoals de politie. Ik hoorde de man roepen: “la open, geef me geld!”. Ik zag dat de man de loop van het pistool op mij richtte en op mijn onderlijf richtte.Ik gaf het geld dat in de kassalade zat. Ik hoorde de man zeggen: “geef me 50jes!”. Ik hoorde dat de man riep: “geef me sigaretten!” Ik zag dat de man om de kassacounter liep richting de sigaretten. Ik deed de lamellen aan de kant en ik zag dat de man pakjes sigaretten pakte.
Verbalisant [verbalisant 1]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Door mij verbalisant werden de camerabeelden afkomstig van Teleconnect bekeken. De camerabeelden zijn gevorderd van 19 juli 2022 van 01:28 tot 01:59 uur PM.
Op de camerabeelden zie ik om 01:44:33 PM een persoon aankomen lopen uit de richting van de [straat 2] . Deze loopt in de richting van het [naam] tankstation en gaat daar naar binnen. Om 01:45:24 uur zie ik dat deze persoon naar buiten komt lopen.
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgender gerelateerd:
In onderzoek naar de gepleegde gewapende overval op het benzinestation [naam] zijn camerabeelden gevorderd bij de nabijgelegen snackbar [snackbar] gelegen aan het [locatie] te [plaats] . Op de beelden is te zien dat er op 19 juli 2022 te 13:42:24 uur, een manspersoon richting de ingang van de snackbar komt gelopen en vervolgens de snackbar binnen komt.
Verbalisant [verbalisant 2]heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Op 22 juli 2022 stelde ik een onderzoek in naar de reeds bekeken en uitgewerkte gevorderde beelden van Teleconnect en de gevorderde en uitgewerkte beelden van de Snackbar aan de [straat 1] .
Gezien voornoemde is met betrekking tot signalement, de tijden waarop de persoon op zowel de beelden van Teleconnect als op de beelden van de snackbar zichtbaar is, en de locatie van de [naam] en de snackbar zichtbaar op bovenstaand overzichtskaartje, is aan te nemen dat de persoon / verdachte op beide beelden dezelfde persoon is.
Verbalisant [verbalisant 3]heeft in een proces-verbaal onder meer het volgende gerelateerd:
Naar aanleiding van een gepleegde overval op tankstation [naam] , gelegen aan de [straat 1] [nummer] in [plaats] , gepleegd op 19 juli 2022 omstreeks 13.40 uur, werd door de districtsrecherche van Gooi en Vechtstreek gevraagd aan mij om de camerabeelden te bekijken van snackbar [snackbar] .
Ik zag op de camerabeelden dat er omstreeks 13.42 uur een man, die later de verdachte bleek te zijn, de snackbar kwam binnen lopen.
Ik herken de verdachte op de camerabeelden als:
- [verdachte] , geboren op [2000] , te [geboorteplaats] .
Ik ken [verdachte] omdat ik geregeld met hem te maken hem gehad in mijn werk als politieambtenaar. Ik heb [verdachte] op 14 juli 2022 nog uitgebreid gesproken en ik heb hem de afgelopen tijd meermaals gezien in het horeca gebied van [plaats] .
Ik herken [verdachte] aan zijn ovale gezicht, zijn inhammen bij zijn haar, zijn lichte baardje waarbij hij op zijn kin wat meer baardgroei heeft. Verder herken ik hem aan zijn manier van lopen. Hij loopt iets met zijn voeten naar buiten.
[getuige]is als getuige gehoord. Zij heeft onder meer het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
V: Heb jij bij [verdachte (voornaam)] ooit een vuurwapen gezien?
A: Ik heb wel ooit een soort van handformaat nep-vuurwapen bij hem gezien. Volgens mij was dat een soort van balletjespistool.
V: Hoe lang is dat geleden?
A: ik mei of juni dit jaar.
V: Zou je iemand met dat nep-vuurwapen kunnen bedreigen? Wij bedoelen dan dat je de indruk hebt dat het een echt wapen is?
A: Ik zou dan denk ik wel het gevoel kunnen krijgen dat het een echte is.
Bewijsoverwegingen feit 1 en feit 2
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten. Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de dader voorafgaand aan de overval is gefilmd door een camera in snackbar [snackbar] . Anders dan de raadsvrouw, ziet de rechtbank geen redenen om aan de betrouwbaarheid van de herkenning van verbalisant
[verbalisant 3]te twijfelen. De rechtbank is op basis van de
stillsvan oordeel dat de camerabeelden voldoende duidelijk en helder zijn om een herkenning op te kunnen baseren. De verbalisant heeft gerelateerd dat zij verdachte heeft herkend aan zijn uiterlijk en aan zijn manier van lopen. Bovendien heeft de verbalisant gerelateerd dat zij verdachte vijf dagen voor het tenlastegelegde uitgebreid heeft gesproken en hem recent meermaals heeft gezien. Van feiten of omstandigheden die een herkenning mogelijk zouden kunnen falsificeren of onbetrouwbaar maken is niet gebleken. Dit maakt dat de rechtbank de herkenning door de verbalisant voldoende betrouwbaar acht en zij bezigt deze dan ook voor het bewijs.
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 en 2 tenlastegelegde. Dat op de camerabeelden te zien is dat verdachte een telefoon aan zijn oor heeft en de telefoon van verdachte op dat moment geen zendmast aanstraalt doet daar niet aan af. Niet is komen vast te staan dat verdachte op dat moment met zijn telefoon aan het bellen was.