ECLI:NL:RBMNE:2023:6433

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
C/16/565385 / KG ZA 23-602
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van krakers uit een pand en tenuitvoerlegging van het vonnis

Op 4 december 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in een kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van krakers uit een pand. De eisende partij, [eisende partij] B.V., is sinds 29 december 2020 eigenaar van de bedrijfsruimte aan [adres] in [plaats]. Het pand is sinds 23 juni 2023 gekraakt, en de eisende partij heeft aangegeven het pand op korte termijn te willen renoveren en ander onderhoud uit te voeren. Daarnaast loopt de eisende partij huurinkomsten mis door de aanwezigheid van de krakers, die zonder recht of titel gebruik maken van de onroerende zaak.

De mondelinge behandeling vond plaats op 30 november 2023, waarbij de eisende partij vertegenwoordigd was door de heer [A] en mr. S.R. Kieffer. De krakers zijn niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de krakers zonder recht of titel in het pand verblijven, wat een inbreuk vormt op het eigendomsrecht van de eisende partij. Gezien het ontbreken van verweer van de krakers en het spoedeisend belang van de eisende partij, is de vordering tot ontruiming toegewezen.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de krakers de onroerende zaak binnen drie dagen na betekening van het vonnis moeten ontruimen. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zijn de krakers hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 1.479,73. De kostenveroordeling is hoofdelijk uitgesproken, wat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. N.A.J. Purcell.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/565385 / KG ZA 23-602
Vonnis in kort geding van 4 december 2023
in de zaak van
[eisende partij] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
advocaat: mr. S.R. Kieffer te Amsterdam,
tegen
ZIJ DIE VERBLIJVEN in (een gedeelte van) de onroerende zaak AAN [adres] ,
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de krakers,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 14,
- de nagestuurde producties 15 tot en met 18 van [eisende partij] ,
1.2.
De mondelinge behandeling vond plaats op 30 november 2023, waarbij voor [eisende partij] zijn verschenen de heer [A] en mr. Kieffer en waarbij de krakers niet zijn verschenen. Van de mondelinge behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De kern van de zaak

2.1.
[eisende partij] is sinds 29 december 2020 eigenaar van de bedrijfsruimte aan [adres] in [plaats] en bezit ook de naastgelegen woonruimte met huisnummer [huisnummer] . Het bedrijfspand is sinds 23 juni 2023 gekraakt. [eisende partij] wenst het pand op korte termijn te renoveren en ander onderhoud uit te voeren. Daarnaast is er per 1 augustus 2023 een huurovereenkomst gesloten met een andere partij en loopt [eisende partij] huurinkomsten mis. De krakers maken zonder recht of titel gebruik van de onroerende zaak en belemmeren het beheer en de verhuur van de onroerende zaak.
2.2.
In deze procedure vordert [eisende partij] samengevat - ontruiming van het pand aan [adres] in [plaats] , te bepalen dat het vonnis binnen een jaar kan worden ten uitvoer gelegd conform artikel 557a lid 3 Rv en veroordeling van de krakers in de proceskosten. De vorderingen die zien op schadevergoeding en dwangsommen zijn ter zitting ingetrokken.

3.De beoordeling

Verstek
3.1.
De krakers zijn niet op de zitting verschenen. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek kan worden verleend.
Spoedeisend belang
3.2.
Voor toewijzing van de voorlopige voorziening zoals door [eisende partij] wordt gevorderd, moet het in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen en voorts dat er een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening bestaat. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eisende partij] voldoende aannemelijk gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij ontruiming van de onroerende zaak.
Ontruiming
3.3.
Vast staat dat [eisende partij] eigenaar is van het pand aan de [adres] in [plaats] . Op basis van de in het dossier aanwezige stukken is voldoende komen vast te staan dat de krakers zonder recht of titel in de onroerende zaak verblijven. Dat is een inbreuk op het eigendomsrecht van [eisende partij] , waardoor de vordering tot ontruiming van [eisende partij] , in beginsel toegewezen kan worden. Nu de krakers geen verweer hebben gevoerd en de gevorderde ontruiming de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt wordt de vordering tot ontruiming toegewezen. Dat geldt ook voor de vordering op grond van artikel 557a lid 3 Rv.
3.4.
De voorzieningenrechter zal de gevorderde ontruimingstermijn van 3 dagen toewijzen. [eisende partij] heeft voor de zitting laten weten dat de krakers hebben aangegeven de bedrijfsruimte uiterlijk 4 december 2023 vrijwillig verlaten. Gelet op de datum van dit vonnis acht de voorzieningenrechter de gevorderde termijn van 3 dagen redelijk.
De proceskosten
3.5.
De krakers krijgen ongelijk en zullen daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eisende partij] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
697,00
Totaal
1.479,73
3.6.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
3.7.
De kostenveroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander (dat deel van het bedrag) niet meer te betalen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagden,
4.2.
veroordeelt degenen die verblijven in de onroerende zaak aan [adres] in [plaats] om de onroerende zaak binnen 3 (drie) dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen met al degenen die zich daarin bevinden en al datgene dat zich daarin bevindt, en de sleutels af te geven aan [eisende partij] ,
4.3.
bepaalt dat dit vonnis op de voet van artikel 557a lid 3 Rv tot een (1) jaar na vandaag ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging bevindt of binnentreedt in de onroerende zaak aan [adres] in [plaats] en telkens wanneer dat zich voordoet,
4.4.
veroordeelt de krakers hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eisende partij] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.479,73,
4.5.
veroordeelt de krakers hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als de krakers niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
4.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.A.J. Purcell en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023.
HW (5330)