ECLI:NL:RBMNE:2023:6415

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
16-289191-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige diefstallen in vereniging met gevangenisstraf

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 november 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte, geboren in 2000, die beschuldigd werd van het plegen van vijf diefstallen in vereniging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten op verschillende data en locaties, waaronder Aalsmeer, Utrecht, en Rosmalen, postzegels en krasloten heeft gestolen uit supermarkten. De diefstallen werden gepleegd door een georganiseerde groep, waarbij de verdachte een ondersteunende rol vervulde door het afschermen van de wegneemhandelingen en het afleiden van winkelpersoneel. Tijdens de zitting op 14 november 2023 heeft de verdachte zijn betrokkenheid erkend, maar heeft hij ook aangevoerd dat hij niet de wegneemhandelingen heeft verricht. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, en heeft geoordeeld dat de verdachte voldoende betrokkenheid had bij de diefstallen om hem schuldig te verklaren voor medeplegen van diefstal. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een contactverbod met medeverdachten en een meldplicht bij de reclassering. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn inspanningen om zijn leven te verbeteren na zijn schorsing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.289191.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 november 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2000] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting op 14 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.S. Martherus-Meijers en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. R. van den Hemel, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1: op 24 augustus 2022 te Aalsmeer diefstal in vereniging heeft gepleegd van postzegels/krasloten van de [naam supermarktketen] ;
Feit 2: op 10 augustus 2022 te Utrecht diefstal in vereniging heeft gepleegd van postzegels/krasloten van de [naam supermarktketen] ;
Feit 3: op 18 juli 2022 te [plaats 3] , gemeente [gemeente 1] , diefstal in vereniging heeft gepleegd van postzegels/krasloten van de [naam supermarktketen] ;
Feit 4: op 11 augustus 2022 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch, diefstal in vereniging heeft gepleegd van postzegels/krasloten van de [naam supermarktketen] ;
Feit 5: op 23 augustus 2022 te Uithoorn, diefstal in vereniging heeft gepleegd van postzegels/krasloten van de [naam supermarktketen] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie vraagt partiële vrijspraak voor de ten laste gelegde ‘en/of krasloten’ onder feit 1 en feit 4, en voor de ten laste gelegde “en/of postzegels’ onder feit 5.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw verzoekt primair om vrijspraak voor feit 2, feit 3 en feit 5.
De raadsvrouw verzoekt subsidiair en tevens bij feit 1 en feit 4 om partiële vrijspraak voor de diefstal van krasloten en bij feit 5 voor de diefstal van postzegels.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
Feit 1: 24 augustus 2022 [plaats 1]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 1 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
  • een proces-verbaal van aangifte van 26 augustus 2022, genummerd PL1300-2022177918-4, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende de aangifte van [C] namens [naam supermarktketen] [plaats 1] (pagina 129 tot en met 135).
Feit 2: 10 augustus 2022 [plaats 2]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023, voor zover inhoudende:
Ik herken mijzelf als verdachte 2 op de beelden.
- Een geschrift, te weten een niet ondertekend proces-verbaal van aangifte van 13 augustus 2022, genummerd PL0900-2022235813-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , inhoudende de aangifte van [D] namens [naam supermarktketen] [straat] :
Plaats delict: [plaats 2]
Op 10 augustus 2022 zijn er meerdere spullen uit onze winkel gestolen, in totaal 38 krasloten en postzegels. [2]
- een proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2022, genummerd PL0900-2022235813, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
20:19 vd 1 en 2 komen aanlopen bij de infobalie van de [naam supermarktketen]
20:23 de verdachten staan bij elkaar en men houdt het personeel in de gaten;
20:25 terwijl verdachte 3 en 2 de boel in de gaten houden, opent verdachte 1 de onderzijde van de krasloten dispenser en doet deze ook gelijk weer dicht;
20:28 vd 1 en 3 doen allebei hun hand in de dispenser en trekken er krasloten uit [3]
Feit 3: 18 juli 2022 [plaats 3]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023, voor zover inhoudende:
Ik ben de persoon op de beelden.
- een proces-verbaal van aangifte van 2 augustus 2022, genummerd PL2000-2022203162-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , inhoudende de aangifte van [E] namens de [naam supermarktketen] :
Ik ben filiaalmanager van de [naam supermarktketen] aan de [adres 2] te [plaats 3] . Ik ben toen de camerabeelden gaan terug kijken. Ik kwam er toen achter dat de krasloten op 18 juli 2022 zijn gestolen. [4] 44 vellen postzegels en 31 krasloten [5]
Op de beelden is te zien dat man eén en twee aan de servicebalie voorbereidingshandeling aan het doen zijn bij het kraslotenmeubel. Man eén is bezig te proberen de klepjes te ontgrendelen van het kraslotmeubel en man twee is bezig ruimte vrij te maken, door het kassabonapparaat en wat folders opzij te schuiven. De medewerkster van de servicebalie verlaat haar positie achter de servicebalie en gaat met man twee naar de slijterij die net om de hoek zit. Man drie (de rechtbank begrijpt: verdachte) staat bij kassa drie en vraagt een ijsje aan de medewerkster. Ondertussen pakt man eén de krasloten uit de onderste twee vakken en stopt deze in zijn zak. Man vier loopt ondertussen om de servicebalie heen en pakt de grootste stapel postzegels van het rek.
- een proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2022, genummerd PL2000-2022203162-7, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Door de verschillende hiervoor omschreven mannen worden verschillende handelingen verricht Op een zeker moment, wanneer man 3 (de rechtbank begrijpt: verdachte) in gesprek is met de kassière en man 2 in de slijterij is met de medewerkster van de servicebalie, haalt man 1 de krasloten uit het eerder genoemde rek met krasloten en stopt deze in de linker jaszak. [6]
Feit 4: 11 augustus 2022 [plaats 4]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023 voor zover inhoudende;
Ik herken mijzelf op de beelden.
- een proces-verbaal van aangifte van 12 augustus 2022, genummerd 2100-2022174600-3-2022308382-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , inhoudende de aangifte van [F] namens [naam supermarktketen] , [adres 3] .
plaats delict: [plaats 4]
pleegdatum: 11 augustus 2022
Ik doe aangifte van diefstal van postzegels. [7]
- een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 augustus 2022, genummerd PL2100-2022174600-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , inhoudende de verklaring van getuige [getuige] :
Op 11 augustus zat ik aan de kassa 2 bij de [naam supermarktketen] in [plaats 4] . Ik zag dat er een groep van drie jongens binnenkwam. [8]
- een proces-verbaal van bevindingen van 12 augustus 2022, genummerd PL2100-2022174600-4, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op de camera die is gericht op de servicebalie zie je dat er een donker getinte man achter de balie loopt. Deze heeft een sleutel waarmee hij de la opent. De man haalt van alles uit de la. Bij een poortje staat man 2. Dan komt man 3 naar man 2 gelopen. Komt man 4 (de rechtbank begrijpt: verdachte) bij staan. Deze praat met man 2 en 3. Man 4 gaat over het poortje hangen. Kijkt achter de servicebalie langs. Maakt met zijn hand een gebaar van kom maar. Vervolgens zie je boven in beeld een persoon achter de servicebalie komen. Man 4 loopt langs man 3 bij de kassa. Man 4 kijkt naar de servicebalie terwijl hij weg loopt. [9]
Feit 5: 24 augustus 2022 [plaats 5]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023 voor zover inhoudende;
Ik herken mijzelf op de beelden.
- een proces-verbaal van bevindingen van 30 september 2022, genummerd PL1300-2022178664-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende als bevindingen van voornoemd verbalisant:
Ik heb de camerabeelden bekeken van diefstal krasloten gepleegd op 24 augustus 2022 in de [naam supermarktketen] te [plaats 5] . Ik zag dat verdachte 1 (de rechtbank begrijpt: verdachte) kijkt waar de medewerkster naar toe gaat en verdachte 2 kijkt of er klanten in de buurt zijn. Gelijktijdig gaat verdachte 2 met zijn hand richting de box waarin krasloten zitten. Ik zag dat een klant richting de servicebalie loopt en dat verdachte 1 direct naar de klant loopt om deze het zicht af te nemen naar de servicebalie en verdachte 2. Verdachte 1 begint tegen de klant te praten. Verdachte 2 gaat ondertussen met zijn hand naar de box met krasloten en pakt een rits krasloten uit de box.Ik zag dat verdachte 1 het zicht blijft blokken tussen de klant en de servicebalie waar verdachte 2 staat. Verdachte 2 gaat met zijn hand naar de box met krasloten en pakt hier nog een rits uit en stopt deze in zijn linker jaszak. Verdachte 1 en verdachte 2 lopen kort hierna zonder te hebben betaald voor de krasloten de winkel uit. [10]
Bewijsoverweging
Algemeen
De tenlastelegging komt erop neer dat verdachte en zijn medeverdachten samen – in wisselende samenstelling – bij een aantal winkels krasloten en/of postzegels hebben gestolen. Er zijn camerabeelden van de feiten, waardoor goed te zien is hoe de diefstallen zijn gepleegd. De werkwijze is bij de meeste ten laste gelegde feiten vergelijkbaar, waarbij één of twee personen de wegneemhandeling verrichtten en de anderen een andere rol hadden. Die andere rol bestond uit het afschermen van degene die de krasloten/postzegels pakte, het op de uitkijk te staan en/of het afleiden van winkelpersoneel.
Verdachte heeft bij geen van de ten laste gelegde feiten de wegneemhandeling verricht. De rechtbank moet beoordelen of de rol van verdachte bij de feiten van voldoende gewicht is en of er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op het uitvoeren van diefstal. Dat is immers vereist om het ten laste gelegde medeplegen bewezen te verklaren.
De krasloten en postzegels zijn steeds weggenomen bij de servicebalie: een centraal punt in elke supermarkt of servicewinkel die doorgaans goed in het zicht ligt en waar vaak een medewerker staat. De diefstallen werden gepleegd door ongezien in een onbewaakt moment de kraslotendispenser te openen en daarna de krasloten met een snelle greep uit het onderste bakje te pakken. De postzegels werden elke keer met een snelle greep achter de servicebalie gepakt. Om de diefstallen mogelijk te maken, was het dus noodzakelijk dat de situatie bestond (of zou ontstaan) waarin de servicebaliemedewerker, ander winkelpersoneel en eventuele andere klanten niets zouden zien. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval het afschermen van de wegneemhandeling een essentieel onderdeel is van de werkwijze van verdachte en zijn medeverdachten. Dat geldt ook voor het op de uitkijk staan en het afleiden van winkelpersoneel. Al deze rollen leveren een significante bijdrage aan de diefstal. Zonder die rollen was het immers in de gegeven omstandigheden niet mogelijk om ongemerkt de krasloten of postzegels weg te nemen. Verdachte en zijn medeverdachten werkten daarbij nauw samen, met een duidelijke taakverdeling. Naar het oordeel van de rechtbank leidt het daarom tot bewezenverklaring van medeplegen van diefstal als verdachte bij de ten laste gelegde feiten de wegneemhandeling heeft afgeschermd, op de uitkijk heeft gestaan of winkelpersoneel heeft afgeleid.
Feit 4: 11 augustus 2022 [plaats 4]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zichzelf op de beelden herkent. Getuige [getuige] heeft gezien dat de mannen als groep de winkel binnenkwamen. Een verbalisant heeft geconstateerd dat op de beelden te zien is dat de mannen met elkaar praatten. De verbalisant heeft op de beelden gezien dat verdachte (man 4) achter de servicebalie keek en een gebaar van ‘kom maar’ maakte. De diefstal werd gepleegd terwijl verdachte bij de kassa stond, waardoor de kassamedewerker werd beziggehouden. De gebruikte werkwijze is vergelijkbaar met de werkwijze die is gevolgd bij feiten 2 en 3. De rechtbank maakt hierbij dan ook gebruik van schakelbewijs. Bij al deze feiten is sprake van diefstal in een supermarkt samen met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] door een vlugge greep achter de servicebalie, waarbij verdachte en zijn medeverdachten een taakverdeling hadden om de diefstal mogelijk te maken, namelijk dat degenen die niet de wegneemhandeling verrichtten op de uitkijk stonden en/of winkelpersoneel afleidden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte als rol had om op de uitkijk te staan en winkelpersoneel af te leiden. Het is dus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit samen met anderen heeft gepleegd.
Feit 5: 24 augustus 2022 [plaats 5]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij geen personeel heeft afgeleid en er alleen met zijn rug naartoe stond toen de krasloten werden weggenomen. Deze verklaring wordt weerlegd door de bewijsmiddelen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte als rol had om de wegneemhandeling af te schermen, op de uitkijk te staan en een klant af te leiden om de diefstal mogelijk te maken. Het is dus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit heeft gepleegd.
Partiële vrijspraken postzegels en krasloten
Bij feiten 1 en 4 is sprake van diefstal van postzegels. Niet is gebleken dat bij deze feiten ook krasloten zijn weggenomen. Verdachte zal daarom bij deze feiten partieel worden vrijgesproken van diefstal van krasloten. De rechtbank zal verdachte ook partieel vrijspreken van diefstal van postzegels bij feit 2, omdat onvoldoende is gebleken dat de nauwe en bewuste samenwerking van verdachte en zijn medeverdachten bij dat feit was gericht op diefstal van postzegels. Bij feit 5 zal verdachte partieel worden vrijgesproken van diefstal van postzegels, omdat bij dat feit alleen krasloten zijn weggenomen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
op 24 augustus 2022 te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid postzegels, die geheel aan [naam supermarktketen] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Feit 2
op 10 augustus 2022 te [plaats 2] tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid krasloten, die geheel aan [naam supermarktketen] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Feit 3
op 18 juli 2022 te [plaats 3] , gemeente [gemeente 1] tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid postzegels en krasloten, die geheel aan [naam supermarktketen] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Feit 4
op 11 augustus 2022 te [plaats 4] , gemeente [gemeente 2] tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid postzegels, die geheel aan [naam supermarktketen] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Feit 5
op 23 augustus 2022 te [plaats 5] tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid krasloten, die aan [naam supermarktketen] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1 tot en met feit 5:
Telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 70 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 10 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een contactverbod met de medeverdachten en een meldplicht bij reclassering.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Verdachte heeft zich sinds zijn schorsing ingezet om zijn leven een positieve wending te geven. De raadsman verzoekt daarom om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer is dan de voorlopige hechtenis. Aangezien de schorsing positief is verlopen, zijn bijzondere voorwaarden niet meer nodig. De verdediging verzoekt daarnaast om een proeftijd van 1 jaar op te leggen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met een vaste groep mededaders schuldig gemaakt aan het medeplegen van 5 winkeldiefstallen. Deze diefstallen hadden een georganiseerd karakter, met vaste rollen en meestal met supermarkten van dezelfde winkelketen als doelwit. De groep beschikte immers over een speciaal sleuteltje om de kraslotenlades in die winkels te kunnen openen. De diefstallen zijn op brutale wijze gepleegd. Vaak op klaarlichte dag, waarbij verdachten nauw samenwerkten om medewerkers van de winkels af te leiden en de diefstal af te schermen voor de medewerkers en winkelend publiek. Dit zijn vervelende feiten die niet alleen de betreffende supermarkten, maar ook de maatschappij schade en overlast opleveren. Verdachte heeft met zijn handelen laten zien geen respect te hebben voor andermans eigendommen. Verdachte heeft zich louter laten leiden door geldelijk gewin, en een misplaatste loyaliteit aan oude “vrienden” waarbij hij voorbij is gegaan aan de gevolgen van zijn handelen.
De persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 11 oktober 2023, waaruit blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaar twee keer eerder is veroordeeld voor winkeldiefstallen;
- een reclasseringsadvies van 8 november 2023, uitgebracht door [A] , reclasseringswerker en [B] , [.] van Reclassering Nederland, waarin een (deels) voorwaardelijke straf wordt geadviseerd voor de duur van één jaar met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een contactverbod met medeverdachten en meewerken aan middelencontrole.
Straf
Gelet op de ernst en hoeveelheid van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht gaan voor winkeldiefstal uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden bij winkeldiefstal in georganiseerd verband met recidive.
De rechtbank weegt mee dat verdachte een kleinere rol bij de diefstallen heeft gehad dan zijn mededaders. De mededaders pleegden de wegneemhandelingen terwijl verdachte de dader afschermde, op de uitkijk stond of winkelpersoneel afleidde. Verdachte is relatief jong. Hij was 22 jaar tijdens het plegen van de feiten. Verdachte heeft tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis laten zien dat hij gemotiveerd is om verandering aan te brengen in zijn leven. Hoewel de raadsman heeft betoogd dat er geen bijzondere maatregelen meer nodig zijn, vindt de rechtbank dit wel nodig om een vinger aan de pols te houden en om een stok achter de deur te houden.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden wijkt de rechtbank bij de straftoemeting af van de eis van de officier van justitie.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van 4 maanden waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden is. Dit betekent dat verdachte op dit moment niet terug hoeft naar de gevangenis. Als bijzondere voorwaarden gelden een contactverbod met de mededaders [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , zolang de reclassering dit nodig vindt, maar maximaal voor de duur van de gehele proeftijd van 2 jaren en een meldplicht bij de reclassering voor de duur van maximaal 1 jaar van de proeftijd.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het – reeds geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 4 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
2 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het
reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, maar maximaal
voor de duur van 1 jaar, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte gedurende de proeftijd:
*
op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met
- [medeverdachte 2] , geboren op [2000] te [geboorteplaats] en
- [medeverdachte 1] , geboren op [2001] te [geboorteplaats] ,
zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. De politie ziet toe op handhaving van dit contactverbod;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter, mrs. S.M. Schothorst en H.C. Piet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 november 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 24 augustus 2022 te Aalsmeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid postzegels/krasloten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam supermarktketen] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks 10 augustus 2022 te Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid postzegels/krasloten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam supermarktketen] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 18 juli 2022 te [plaats 3] , gemeente [gemeente 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid postzegels/krasloten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam supermarktketen] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op of omstreeks 11 augustus 2022 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid postzegels/krasloten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam supermarktketen] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op of omstreeks 23 augustus 2022 te Uithoorn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid postzegels/krasloten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam supermarktketen] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 22 november 2022, genummerd : PL0900-2022279526, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 654. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 14.
3.Pagina 23.
4.Pagina 48.
5.Pagina 49.
6.Pagina 52.
7.Pagina 82.
8.Pagina 91.
9.Pagina 95.
10.Pagina 117.