4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen 10.284761.22
Feit 1: op 3 november 2022 te [plaats 1]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023 voor zover inhoudende;
Ik was op 3 november 2022 in de [bedrijf 4] in [plaats 1] . Het klopt dat ik een sleutel bij me had.
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 november 2022, genummerd PL1700-2022344777-8 (pagina 45 van het proces-verbaal, genummerd PL1700-2022344981), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 3 november 2022 heeft er een poging diefstal plaatsgevonden bij de [bedrijf 4] , gevestigd in [plaats 1] . Dit vond plaats bij de servicebalie in bovenstaande winkel. Bij de balie is een camera aanwezig welke de balie en een stukje van de omgeving van de balie opneemt. Op de beelden is te zien dat de mij ambtshalve bekende [verdachte] bij de servicebalie stond ter hoogte van diverse loten. Ik zag dat verdachte [verdachte] om zich heen keek. Nadat de medewerkster achter de balie het kastje met de krasloten had geopend met een sleutel, voor een andere klant, liep naar de andere zijde van de balie. [verdachte] keek om zich heen en pakte een aantal blaadjes aan zijn kant van de balie. Om 12.13.03 uur ging verdachte [verdachte] met zijn hand over de balie richting de krasloten. Vervolgens trok hij zijn hand weer terug. Toen de medewerkster van de balie met haar rug naar de balie stond, ging verdachte [verdachte] weer met zijn hand over de balie richting de krasloten. Vervolgens kwam aangever [slachtoffer] welke een aantal meters verwijderd van de balie stond te wachten, richting verdachte [verdachte] en sprak hem aan. Verdachte [verdachte] had toen nog zijn hand over de balie bij de krasloten.
- Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 4 november 2022, genummerd PL1700-2022344777-25 (pagina 52 van het proces- verbaal genummerd PL1700-2022344981), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 4 november 2022 werd er aan mij een sleutel overhandigd welke afkomstig was uit de fouillering van [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] -2001. Een aangehouden verdachte in dit proces. Verzoek was om te controleren of deze sleutel paste op kassalades van informatiebalies van de [bedrijf 4] winkels. Betreft lades waarin krasloten bewaard worden.
Dit naar aanleiding van een diefstal met geweld in de [bedrijf 4] winkel te Hendrik Ido Ambacht en waarna bij fouillering bleek dat deze sleutel in het bezit was van [verdachte] .
Gecontroleerd werd door collega [verbalisant 3] of deze sleutel paste op de kassalade waar de krasloten bewaard worden in de winkel van [bedrijf 4] in het [locatie] aan de [adres 2] te [plaats 2] . Aldaar bleek dat met de sleutel afkomstig uit de fouillering van [verdachte] deze kassalade geopend kon worden.
Feit 2: op 3 november 2022 te [plaats 1] mishandeling [slachtoffer]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit 2 bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 3 november 2022, genummerd PL1700-2022344777-11 (pagina 33 tot en met 38 van het proces-verbaal, genummerd PL1700-2022344981), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] en [verbalisant 5] .
Feit 3: op 24 september 2022 te Papendrecht 20
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit 3 bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 1] namens [bedrijf 3] Papendrecht van 29 september 2022, genummerd PL1700-2022303587-2 (pagina 54 en 55 van het proces-verbaal, genummerd PL1700-2022344981), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] .
Feit 4: op 18 juli 2022 te [plaats 3]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023 voor zover inhoudende;
Ik was op 18 juli in de [bedrijf 4] in [plaats 3] en ben op de beelden te zien.
- een proces-verbaal van aangifte van 2 augustus 2022, genummerd PL2000-2022203162-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] , inhoudende de aangifte van [benadeelde 2] namens de [bedrijf 4] :
Ik ben filiaalmanager van de [bedrijf 4] aan de [adres 3] te [plaats 3] . Ik ben toen de camerabeelden gaan terug kijken. Ik kwam er toen achter dat de krasloten op 18 juli 2022 zijn gestolen.44 vellen postzegels en 31 krasloten
Op de beelden is te zien dat man eén en twee aan de servicebalie voorbereidingshandeling aan het doen zijn bij het kraslotenmeubel. Man eén is bezig te proberen de klepjes te ontgrendelen van het kraslotmeubel en man twee is bezig ruimte vrij te maken, door het kassabonapparaat en wat folders opzij te schuiven. De medewerkster van de servicebalie verlaat haar positie achter de servicebalie en gaat met man twee naar de slijterij die net om de hoek zit. Man drie staat bij kassa drie en vraagt een ijsje aan de medewerkster. Ondertussen pakt man eén de krasloten uit de onderste twee vakken en stopt deze in zijn zak. Man vier loopt ondertussen om de servicebalie heen en pakt de grootste stapel postzegels van het rek.
- een proces-verbaal van bevindingen van 21 september 2022, genummerd PL2000-2022203162-7, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 8] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Door de verschillende hiervoor omschreven mannen worden verschillende handelingen verricht. Op een zeker moment, wanneer man 3 in gesprek is met de kassière en man 2 (de rechtbank begrijpt: verdachte) in de slijterij is met de medewerkster van de servicebalie, haalt man 1 de krasloten uit het eerder genoemde rek met krasloten en stopt deze in de linker jaszak.
Feit 5: op 10 augustus 2022 te Utrecht
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 5 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] namens de [bedrijf 4] van 13 augustus 2022, genummerd PL0900-2022235813-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 9] (pagina 14 tot en met 16).
Feit 6: op 11 augustus 2022 te [plaats 4]
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023, voor zover inhoudende;
“Ik zie mezelf op de foto’s.”
- een proces-verbaal van aangifte van 12 augustus 2022, genummerd PL2100-2022174600-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende de aangifte van [benadeelde 4] namens [bedrijf 4] , [adres 4] :
plaats delict: [plaats 4]
Pleegdatum: 11 augustus 2022
Ik doe aangifte van diefstal van postzegels.
- een opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 11 augustus 2022, genummerd PL2100-2022174600-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 11] (pagina 91 en 92), inhoudende:
Op 11 augustus zat ik aan de kassa 2 bij de [bedrijf 4] in [plaats 4] . Ik zag dat er een groep van drie jongens binnenkwam..
- een proces-verbaal van bevindingen van 12 augustus 2022, genummerd PL2100-2022174600-4, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 10] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op de camera die is gericht op de servicebalie zie je dat er een donker getinte man achter de balie loopt. Deze heeft een sleutel waarmee hij de la opent. De man haalt van alles uit de la. Bij het poortje van de zelfscan kassa aan de buitenzijde staat een man (man 2) (de rechtbank begrijpt: verdachte) die naar de verkoopster roept. Dan komt er een man (man 3) naar man 2 gelopen. Deze staat in de winkel bij de zelfscan kassa. Die lijken elkaar ook wat te geven onbekend wat. Praten met elkaar. Komt een man (man 4) bij staan. Deze praat met man 2 en 3. Man 4 gaat over het poortje hangen. Kijkt achter de servicebalie langs. Maakt met zijn hand een gebaar van kom maar. Vervolgens zie je boven in beeld een persoon achter de servicebalie komen.
Feit 7: op 1 september 2022 te [plaats 5]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het onder feit 7 ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van 5 oktober 2022, genummerd PL0900-2022294204-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 12] , met als bijlage een geschrift in de vorm van een ongetekend proces-verbaal van aangifte van 2 september 2022, genummerd PL2000-2022233787-2 , opgemaakt door verbalisant [verbalisant 23] inhoudende de aangifte van [benadeelde 5] namens [bedrijf 4] [adres 5] (pagina 59 tot en met 63).
Feit 8: op 7 september 2022 te Utrecht [bedrijf 5]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit 8 bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] namens [bedrijf 5] B.V. van 17 september 2022, genummerd PL0900-2022275768-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 13] (pagina 30 en 31).
Feit 9: op 7 september 2022 te Utrecht [bedrijf 6]
- een geschrift in de vorm van een ongetekend proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] namens [bedrijf 6] van 7 september 2022, genummerd PL0900-2022264867-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 14] :
Plaats delict: Utrecht .
Pleegdatum: 7 september 2022
Ik zag dat meneer het weegapparaat van de post, opzij trok, om vervolgens een X aantal krasloten te kunnen trekken. Ik zag dat hij deze razendsnel achterin in zijn broek stopte.
- een proces-verbaal van bevindingen 5 oktober 2022, genummerd 2022264867, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 15] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op woensdag 7 september 2022 omstreeks tussen 20:19 uur en 20:32 uur, vond er een diefstal van krasloten plaats bij de [bedrijf 6] te Utrecht . In deze supermarkt hangen op meerdere punten camera's. Op woensdag 5 oktober 2022 werden de beschikbaar gestelde opnamen door mij, verbalisant, bekeken.
20:19: Ik zag dat de verdachte via de ingang de supermarkt [bedrijf 6] binnenkwam.
ik kan de verdachte als volgt omschrijven: man; 20-25 jaar; donkere baard; donkere korte broek (knielengte), merk Underarmour; donkere jas, met wit logo; wit t-shirt; donkere schoenen met witte zool, merk Underarmour; grijskleurig pet, merk Underarmour.
- een proces-verbaal van bevindingen van 21 oktober 2022, genummerd PL0900-2022235813-16, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 16] , inhoudende als bevindingen van voornoemde verbalisant:
Ik verbalisant [verbalisant 16] heb de beelden bekeken. Ik heb de politie foto van de verdachte [verdachte] bekeken. Tevens heb ik een foto van de diefstal van de [bedrijf 4] Utrecht bij gevoegd waarop de verdachte [verdachte] te zien is. Aan de hand van de beelden die ik heb bekeken, kan ik zeggen dat ik verdachte [verdachte] voor 100 procent herken als een van de verdachten in meerdere zaken in de bewijsmatrix. Ik heb de verdachte [verdachte] herkend aan de vorm van zijn gezicht, zijn kaaklijn, zijn lichte baardgroei, en de pet die de verdachte in enkele zaken op zijn hoofd had zitten.
BEWIJSMATRIX
[bedrijf 6] Utrecht 7 september 2022 [verdachte]
- de eigen waarneming ter zitting door de rechtbank:
De rechtbank neemt waar dat de persoon die op de beelden is te zien dezelfde kleding aanheeft als de verdachte van de diefstal bij de [bedrijf 5] in [plaats 6] gepleegd op dezelfde dag (feit 8). De zwarte schoenen, de donkere korte broek, het witte shirt en het petje komen overeen met de kleding te zien op de foto’s van feit 8. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zichzelf herkent op de beelden van feit 8.
Feit 10: op 8 september 2022 te Hilversum
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit 10 bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] namens [bedrijf 8] B.V. van 9 september 2022, genummerd PL0900-2022266941-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 17] (pagina 103 tot en met 105).
Bewijsmiddelen 10-126232-23
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] namens Gemeentehuis Papendrecht van 20 mei 2023, genummerd PL1700-2023157341-4, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 18] (pagina 5 en 6 van het proces-verbaal, genummerd PL1700-2023157341).
Bewijsmiddelen 16-242918-23
Feit 1: op 5 september 2023 te [plaats 7]
- een proces-verbaal van bevindingen van 13 september 2022, genummerd PL1500-2023277893-2, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 19] (pagina 15 en 16);
Op 13 september 2023, deed ik onderzoek naar de door de [bedrijf 7] aangeleverde camerabeelden van de diefstal van krasloten op dinsdag 5 september 2023.
Op de beelden is de infocounter te zien binnen bij de [bedrijf 7] in [plaats 7] . Ik zag dat op 5 september 2023, omstreeks 14:48:51 uur, dat er een man van ongeveer 25 jaar oud aan komt lopen bij de infocounter. Deze man (verdachte 1) (de rechtbank begrijpt: verdachte) draagt een donkere sportbroek een zwart T-shirt met daarover een blauwe bodywarmer van het merk Under Armor. Hij draagt witte sportschoenen. De man heeft een baard en een snor. Hij draagt op zijn hoofd een zwart petje met een wit logo. Om 14:49:57 uur, maakt verdachte 1 de dispenser met krasloten open aan de onderzijde. Hij pakte een heel boekje krasloten uit deze dispenser en stopte deze vervolgens aan de voorzijde van zijn sportbroek. Om 14:50:07 uur deed verdachte 1 de dispenser weer dicht. vervolgens haalde hij het boekje krasloten weer uit zijn sportbroek en stopte hij deze in een oranje COOP plastic tas. Vlak daarna, om 14:50:46 lukte het wel om het klepje te openen en een paar krasloten af te scheuren. Deze gingen meteen de COOP plastic tasje in.Om 14:51:29 deed verdachte 1 het klepje weer open en haalde het restant van het boekje uit de dispenser.
- een proces-verbaal van bevindingen van 14 september 2022, genummerd PL1500-2023287331-2, opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 20] , [verbalisant 21] en [verbalisant 22] (pagina 40 en 41);
Deze verdachte zou dezelfde dader zijn, van een diefstal van krasloten, welke op dinsdag 5 september 2023 was gepleegd. Ik, [verbalisant 20] , had in deze zaak een aanvullende verklaring opgenomen en was derhalve goed bekend met dit incident. Ik, [verbalisant 20] , herkende de aangehouden verdachte direct als één van de twee verdachten van de diefstal op vijf september 2023 gepleegd. Ik herkende hem aan zijn snor en baard.Ik hoorde dat hoofdagent [verbalisant 20] aan mij vroeg of ik een klein sleuteltje had aangetroffen bij de verdachte omdat tijdens de poging diefstal wederom de kast was geopend waar de krasloten in zaten en dat waarschijnlijk met een sleuteltje was gebeurt. Na enkele seconden hoorden wij, verbalisanten, iets metaalachtigs op de grond vallen. Toen wij naar de voeten van de verdachte keken zagen wij een sleuteltje op de grond liggen.
Feit 2: op 13 september 2023 te [plaats 7]
Het feit is door verdachte begaan. Verdachte heeft het ten laste gelegde onder feit 2 bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 november 2023;
- een proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] namens [bedrijf 7] van 13 september 2022, genummerd PL1500-2023287331-3, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 20] , (pagina 29 en 30).
Algemeen
De tenlastelegging komt grotendeels erop neer dat verdachte en zijn medeverdachten samen – in wisselende samenstelling – bij een aantal winkels krasloten en/of postzegels hebben gestolen. Er zijn camerabeelden van de feiten, waardoor goed te zien is hoe de diefstallen zijn gepleegd. De werkwijze is bij de meeste ten laste gelegde feiten vergelijkbaar, waarbij één of twee personen de wegneemhandeling verrichtten en de anderen een andere rol hadden. Die andere rol bestond uit het afschermen van degene die de krasloten/postzegels pakte, het op de uitkijk te staan en/of het afleiden van winkelpersoneel.
Verdachte heeft niet bij alle ten laste gelegde feiten de wegneemhandeling verricht. De rechtbank moet beoordelen of de rol van verdachte bij die feiten van voldoende gewicht is en of er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op het uitvoeren van diefstal. Dat is immers vereist om het ten laste gelegde medeplegen bewezen te verklaren.
De krasloten en postzegels zijn steeds weggenomen bij de servicebalie: een centraal punt in elke supermarkt of servicewinkel die doorgaans goed in het zicht ligt en waar vaak een medewerker staat. De diefstallen werden gepleegd door ongezien in een onbewaakt moment de kraslotendispenser te openen en daarna de krasloten met een snelle greep uit het onderste bakje te pakken. De postzegels werden elke keer met een snelle greep achter de servicebalie gepakt. Om de diefstallen mogelijk te maken, was het dus noodzakelijk dat de situatie bestond (of zou ontstaan) waarin de servicebaliemedewerker, ander winkelpersoneel en eventuele andere klanten niets zouden zien. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval het afschermen van de wegneemhandeling een essentieel onderdeel is van de werkwijze van verdachte en zijn medeverdachten,. Dat geldt ook voor het op de uitkijk staan en het afleiden van winkelpersoneel. Al deze rollen leveren een significante bijdrage aan de diefstal. Zonder die rollen was het immers in de gegeven omstandigheden niet mogelijk om ongemerkt de krasloten of postzegels weg te nemen. Verdachte en zijn medeverdachten werkten daarbij nauw samen met een duidelijke taakverdeling. Naar het oordeel van de rechtbank leidt het daarom tot bewezenverklaring van medeplegen van diefstal als verdachte bij de ten laste gelegde feiten de wegneemhandeling heeft afgeschermd, op de uitkijk heeft gestaan of winkelpersoneel heeft afgeleid.
Voor zover verdachte de wegneemhandeling heeft verricht en zijn medeverdachte(n) één van de genoemde andere rollen heeft vervuld, komt de rechtbank ook tot bewezenverklaring van medeplegen. Ook in die gevallen is immers sprake van een nauwe en bewuste samenwerking.
Schakelbewijs
Bij de bewezenverklaring van feit 1 en 9 van parketnummer 10-284761-22 en feit 1 van parketnummer 16-242918-23 maakt de rechtbank gebruik van schakelbewijs. De werkwijze van verdachte bij die feiten komt namelijk op essentiële punten overeen met de door verdachte gevolgde werkwijze bij feiten 3, 4, 5, 7, 8 en 10 van parketnummer 10-284761-22. Bij al die feiten heeft verdachte in een onbewaakt moment krasloten weggenomen uit een dispenser op een servicebalie door de onderste la te openen en de krasloten met een vlugge greep weg te nemen.
10.284761.22
Feit 1: op 3 november 2022 te [plaats 1]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet in de winkel was om krasloten te stelen. Hij had de sleutel voor de kraslotendispenser toevallig bij zich en reikte alleen achter de balie omdat hij een pen wilde pakken, aldus verdachte. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte ongeloofwaardig is. Getuige [slachtoffer] heeft gezien dat verdachte zijn hand achter de kraslotendispenser stak. Het handelen van verdachte past in de werkwijze die hij heeft gebruikt bij de andere bewezenverklaarde diefstallen van krasloten. De rechtbank maakt daarom bij de bewezenverklaring gebruik van schakelbewijs, zoals hierboven toegelicht. Verdachte is enkel met zijn handelen gestopt doordat hij door een klant werd aangesproken. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een begin van uitvoering van de voorgenomen diefstal van krasloten. Dit feit is dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Feit 6: op 11 augustus 2022 te [plaats 4]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zichzelf op de beelden herkent, maar dat hij geen strafbare handelingen heeft verricht. Volgens verdachte was hij alleen in de supermarkt voor drinken omdat ze in [plaats 4] aan het chillen waren en kende hij de persoon die de postzegels wegnam niet. De rechtbank vindt deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig. Getuige [getuige] heeft gezien dat de mannen als groep de winkel binnenkwamen. Een verbalisant heeft geconstateerd dat op de beelden te zien is dat de mannen met elkaar praatten. De diefstal werd gepleegd terwijl verdachte bij het poortje van de zelfscankassa stond, in de buurt van de servicebalie. De rechtbank maakt bij de bewezenverklaring ook gebruik van schakelbewijs. De gebruikte werkwijze is namelijk vergelijkbaar met de werkwijze die is gevolgd bij feiten 4 en 5. Bij al deze feiten is sprake van diefstal in een supermarkt samen met medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en een onbekend gebleven medeverdachte door een vlugge greep achter de servicebalie, waarbij verdachte en zijn medeverdachten een taakverdeling hadden om de diefstal mogelijk te maken, namelijk dat degenen die niet de wegneemhandeling verrichtten op de uitkijk stonden en/of winkelpersoneel afleidden. De rechtbank is van oordeel dat verdachte als rol had om op de uitkijk te staan. Het is dus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte dit feit samen met anderen heeft gepleegd.
Feit 9: op 7 september 2022 te Utrecht [bedrijf 6]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zichzelf herkent op de beelden van feit 8, maar niet op de beelden van feit 9. De politie heeft geconstateerd dat de persoon op de bewegende beelden van feit 9 dezelfde is als de persoon op de bewegende beelden van andere ten laste gelegde feiten, waaronder die van feit 8. De verbalisant heeft daarbij gelet op de vorm van zijn gezicht, zijn kaaklijn, zijn lichte baardgroei en zijn pet. De beelden van feit 9 buiten de winkelzijn van voldoende kwaliteit om de gezichtstrekken en kleding van de daarop zichtbare persoon te onderscheiden. De stills in het dossier van de beelden van feit 9 in de winkelzijn van matige kwaliteit, maar de kwaliteit is voldoende om te constateren dat de persoon op de beelden buiten de winkel dezelfde is als de persoon in de winkel. Dat volgt ook uit de tijdstippen van de stills van de beelden waarop de persoon buiten en in de winkel is vastgelegd; hier zitten slechts negen seconden tussen. De rechtbank heeft bij het bekijken ter terechtzitting van de bewegende beelden van feit 9 buiten de winkel waargenomen dat de persoon op die beelden dezelfde kleding (inclusief schoenen en pet) aan heeft als verdachte op de beelden van feit 8. Daarbij is feit 9 gepleegd op dezelfde dag als feit 8. Bij beide feiten zijn op vergelijkbare wijze krasloten weggenomen door de dader. Hier gebruikt de rechtbank dus schakelbewijs. Naar het oordeel van de rechtbank is de conclusie gerechtvaardigd dat verdachte de persoon is op de beelden van feit 9. Daarom is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte feit 9 heeft gepleegd.
In de aangifte wordt gesproken over een andere man, maar niet duidelijk is welke rol die man had. Verdachte staat ook alleen op de beelden van de diefstal. De rechtbank zal verdachte daarom partieel vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
16-242918-23
Feit 1: op 5 september 2023 te [plaats 7]
De rechtbank maakt uit het dossier op dat supermarkt [bedrijf 9] B.V. (genoemd in de aangifte van feit 1) de [bedrijf 7] supermarkt aan [adres 6] in [plaats 7] is. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet de persoon is op de beelden van 5 september 2022 (feit 1) en dat hij zichzelf alleen herkent op de beelden van 13 september 2022 (feit 2). Verbalisant [verbalisant 20] heeft verdachte gezien bij zijn aanhouding toen hij op heterdaad was betrapt voor feit 2. Deze verbalisant herkende verdachte toen direct als één van de daders van feit 1. Hij was namelijk bekend met de beelden van feit 1 omdat hij enkele dagen daarvoor (op 6 september 2022) een verklaring in die zaak had afgenomen. Daarbij zijn bij beide feiten binnen acht dagen in dezelfde supermarkt op vergelijkbare wijze krasloten weggenomen, naar het zich laat aanzien met dezelfde mededader. De rechtbank maakt hier gebruik van schakelbewijs, zoals hierboven toegelicht. De suggestie van verdachte dat hij niet de persoon op de beelden van feit 1 is, vindt de rechtbank daarom ongeloofwaardig. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander feit 1 heeft gepleegd.
Partiële vrijspraken postzegels en krasloten
Bij feiten 1, 3, 7, 8, 9 en 10 van parketnummer 10.284761.22 en feiten 1 en 2 van parketnummer 16.242918.23 is sprake van diefstal van krasloten. Niet is gebleken dat bij deze feiten ook postzegels zijn weggenomen. Verdachte zal daarom bij deze feiten partieel worden vrijgesproken van diefstal van postzegels.
De rechtbank zal verdachte ook partieel vrijspreken van diefstal van postzegels bij feit 5 van parketnummer 10.284761.22, omdat onvoldoende is gebleken dat de nauwe en bewuste samenwerking van verdachte en zijn medeverdachten bij dat feit was gericht op diefstal van postzegels.
Bij feit 6 van parketnummer 10.284761.22 zal verdachte partieel worden vrijgesproken van diefstal van krasloten, omdat bij dat feit alleen postzegels zijn weggenomen.