ECLI:NL:RBMNE:2023:6385
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking bijstandsrecht op grond van de Participatiewet
In deze zaak hebben verzoekers, die sinds 6 oktober 2015 bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet (Pw), een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen de intrekking van hun bijstandsrecht door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad. De intrekking vond plaats na een opschorting van de bijstand op 2 maart 2023, omdat verzoekers niet de benodigde informatie hadden verstrekt. Ondanks de mogelijkheid om het verzuim te herstellen, hebben verzoekers niet voldaan aan de verzoeken van de gemeente. De voorzieningenrechter heeft op 6 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van de gemeente.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een spoedeisend belang. Hoewel verzoekers aangaven in een acute financiële noodsituatie te verkeren, bleek uit de overgelegde bankgegevens dat er voldoende financiële middelen beschikbaar waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekers niet in een zodanige noodsituatie verkeerden dat zij niet meer in hun basisbehoeften konden voorzien. Bovendien werd vastgesteld dat het besluit van de gemeente niet evident onrechtmatig was, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 6 oktober 2023 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.