Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
1.[gedaagde sub 1]
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5],
[gedaagde sub 6] ,
[gedaagde sub 7],
[gedaagde sub 8],
[gedaagde sub 9],
[gedaagde sub 10],
[gedaagde sub 11],
[gedaagde sub 12],
[gedaagde sub 13],
[gedaagde sub 14],
[gedaagde sub 15],
[gedaagde sub 16],
[gedaagde sub 17],
[gedaagde sub 18],
[gedaagde sub 19],
[gedaagde sub 20],
[gedaagde sub 21],
[gedaagde sub 22],
[gedaagde sub 23],
[gedaagde sub 24],
[gedaagde sub 25] ,
[gedaagde sub 26] ,
[gedaagde sub 27],
[gedaagde sub 28],
[gedaagde sub 29],
[gedaagde sub 30],
[gedaagde sub 31],
[gedaagde sub 32],
[gedaagde sub 33],
[gedaagde sub 34],
[gedaagde sub 35] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met 15 producties is op 12 juli 2022 bij de tuinders bezorgd,
- de tuinders hebben schriftelijk op de dagvaarding gereageerd (conclusie van antwoord). Zij hebben 24 producties bijgevoegd,
- [eiser sub 1] c.s. heeft de aanvullende producties 16 t/m 19 toegestuurd,
- de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 januari 2023. Van wat er is besproken heeft de griffier aantekening gemaakt. [eiser sub 1] c.s. heeft een pleitnota overgelegd. Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter meegedeeld dat op 22 februari 2023 vonnis zal worden gewezen.
2.De feiten
3.De vorderingen en het verweer
4.De beoordeling
LJNBQ9854)” (ECLI:NL:HR:2012:BW1280; [achternaam] /Berregratte).
Is een voldoende zwaarwegende grond voor opzegging vereist?
en(2) er bij de herontwikkeling weliswaar opnieuw moestuinen gerealiseerd zullen worden, maar [eiser sub 1] c.s. niet heeft toegezegd dat zij na de herontwikkeling weer een moestuin zullen mogen huren. De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen daarom naar het oordeel van de kantonrechter in de gegeven omstandigheden mee dat [eiser sub 1] c.s. voor de opzegging een zwaarwegende grond moet hebben.
Heeft [eiser sub 1] c.s. een voldoende zwaarwegende grond voor de opzegging?
- [eiser sub 1] c.s. is van plan is om de bestemming van het perceel in stand te laten: ook na de door hem geplande herontwikkeling moeten er weer volkstuinen/moestuinen op het perceel komen, waarbij er zelfs meer tuinen voor de verhuur gerealiseerd zullen worden dan er nu zijn;
- er is onvoldoende gebleken dat de tuinders niet aan hun verplichtingen voldoen of dat er (ook zonder plannen voor herontwikkeling) anderszins aanleiding zou zijn om de huurovereenkomsten met de individuele tuinders te beëindigen. Weliswaar heeft [eiser sub 1] c.s. aangevoerd dat er op sommige percelen illegale bouwwerken zouden staan, maar de tuinders hebben gesteld (en dat is onvoldoende weersproken) dat die bouwwerken ofwel zijn verwijderd, ofwel dat daar alsnog een vergunning voor is verleend of aanvragen daarvoor nog in behandeling zijn. Voor de discussie over de opzegging actueel werd, lijkt dit ook nooit een springend punt tussen partijen te zijn geweest;
- de tuinders hebben verklaard dat zij op zich geen bezwaar hebben tegen de door [eiser sub 1] c.s. voorgenomen herontwikkeling van het perceel;
- verder zijn de tuinders bereid om meer huur te gaan betalen (ook in de huidige situatie).
Het rechtsgevolg