Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Rhenam Wonen en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiser, Rhenam Wonen, vorderde ontruiming van de woning van [gedaagde] vanwege structurele en langdurige overlast die hij zou veroorzaken. Ondanks dat [gedaagde] momenteel in een zorginstelling verblijft, is er geen garantie dat de overlast zal stoppen bij zijn terugkeer. De rechter oordeelde dat het belang van de omwonenden, die recht hebben op een veilige woonomgeving, zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] om in de woning te blijven. De huurder had eerder afspraken gemaakt met Rhenam Wonen om mee te werken aan hulpverlening, maar deze afspraken zijn niet nagekomen. De rechter concludeerde dat de overlast een ernstige tekortkoming in de huurovereenkomst vormt, en dat Rhenam Wonen niet kan worden verplicht om een bodemprocedure af te wachten. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een termijn van veertien dagen voor [gedaagde] om de woning te verlaten. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Rhenam Wonen, die in totaal € 1.184,32 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Rhenam Wonen het vonnis direct kan uitvoeren indien [gedaagde] niet aan de veroordeling voldoet.