In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 20 februari 2023, is eiseres in beroep gegaan tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiseres stelt dat het college niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 8 november 2021 tegen een besluit van 27 september 2021, waarbij haar een last onder bestuursdwang is opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college inderdaad niet binnen de wettelijk vereiste termijn van zes weken heeft beslist, aangezien de termijn op 20 december 2021 verstreken was. Eiseres heeft het college op 7 februari 2022 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank heeft besloten dat het college binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat het college deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, die verschuldigd is vanaf 22 februari 2022 tot 4 april 2022. Het beroep is gegrond verklaard, wat betekent dat het college ook het door eiseres betaalde griffierecht van € 184,- moet vergoeden, evenals de proceskosten van € 418,50.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. J. Wolbrink, in aanwezigheid van griffier mr. I.C. de Zeeuw-'t Lam. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.