ECLI:NL:RBMNE:2023:6369
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met verzetprocedure zonder bevoegdheid van de voorzieningenrechter
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 29 november 2023, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Het verzoek is ingediend door een verzoeker uit Egypte, die financiële moeilijkheden ondervindt en zo snel mogelijk naar Nederland wil terugkeren. De voorzieningenrechter oordeelt dat hij onbevoegd is om op het verzoek te beslissen, omdat er geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is genomen. De voorzieningenrechter legt uit dat alleen besluiten van bestuursorganen kunnen worden aangevochten en dat de ingediende mails en brieven van de Nederlandse ambassade en de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken geen besluiten zijn zoals bedoeld in de Awb. Hierdoor kan de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening treffen. De uitspraak is gedaan zonder zitting, conform artikel 8:83, derde lid, van de Awb, en de voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.