ECLI:NL:RBMNE:2023:6327

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
28 november 2023
Zaaknummer
C/16/563691 / KG ZA 23-528
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke toewijzing vordering tot opheffing bewijsbeslag in kort geding tussen Gemeente Veenendaal en Stichting Taubah

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Gemeente Veenendaal en Stichting Taubah. De Gemeente Veenendaal vorderde de opheffing van een conservatoir bewijsbeslag dat door Stichting Taubah was gelegd op documenten gerelateerd aan een krachtenveldanalyse uitgevoerd door een onderzoeksbureau. De Gemeente stelde dat het beslag onterecht was gelegd, omdat er geen gegronde vrees voor verduistering bestond en omdat Stichting Taubah niet had voldaan aan de informatieplicht uit artikel 21 Rv. De voorzieningenrechter oordeelde dat Stichting Taubah onvoldoende had aangetoond dat er sprake was van een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv, en dat het beslag op het onderzoeksrapport moest worden opgeheven. De rechter oordeelde echter dat het beslag op andere documenten moest blijven bestaan, omdat er wel degelijk een vrees voor verduistering was. De vordering van de Gemeente om Stichting Taubah te verbieden verdere conservatoire bewijsbeslagen te leggen, werd afgewezen, maar Stichting Taubah werd wel verplicht om bij toekomstige verzoeken om bewijsbeslag een afschrift van dit vonnis over te leggen aan de rechter. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen.

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/563691 / KG ZA 23-528
Vonnis in kort geding van 20 november 2023
in de zaak van
GEMEENTE VEENENDAAL,
te Veenendaal,
eiseres,
hierna te noemen: Gemeente Veenendaal,
advocaat: mr. H. Doornhof te Amsterdam,
tegen
STICHTING TAUBAH,
te Veenendaal,
gedaagde,
hierna te noemen: Stichting Taubah.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 10;
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 24;
- de mondelinge behandeling van 6 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van Gemeente Veenendaal;
- de pleitnota van Stichting Taubah.

2.De feiten

2.1.
Op advies van de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid) heeft de burgemeester van Gemeente Veenendaal in 2017 opdracht gegeven aan het bedrijf [onderzoeksbureau 1] ( [onderzoeksbureau 1] ) om een lokale krachtenveldanalyse binnen de Islamitische infrastructuur in Veenendaal uit te voeren.
2.2.
[onderzoeksbureau 1] heeft in september 2018 haar onderzoeksrapport opgeleverd (hierna: het [onderzoeksbureau 1] -rapport).
2.3.
Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Veenendaal is in september 2018 op hoofdlijnen geïnformeerd over de onderzoeksresultaten.
2.4.
Op 20 oktober 2021 heeft de burgemeester de gemeenteraad (hierna: de raad) over de krachtenveldanalyse geïnformeerd via een raadsinformatiebrief (RIB). In de RIB deelt de burgemeester mee dat het rapport door [onderzoeksbureau 1] als ‘geheim’ is geclassificeerd.
2.5.
Ook op 20 oktober 2021 is een versie van de offerte en een versie van het [onderzoeksbureau 1] -rapport – waaruit persoonsgegevens, gegevens die tot personen herleidbaar zijn en gegevens die met de staatsveiligheid samenhangen zijn weggelaten – onder geheimhouding ter inzage gegeven aan de raad.
2.6.
In de raadsvergadering van 21 oktober 2021 heeft de raad het besluit tot geheimhouding ten aanzien van de offerte en het rapport van de burgemeester bekrachtigd. Tijdens de raadsvergadering heeft de burgemeester geopperd dat het rapport zou kunnen worden vernietigd. Op verlangen van de raad heeft hij onderzoek toegezegd omtrent de juridische (on)mogelijkheden van zo’n vernietiging.
2.7.
Op 8 november 2021 heeft de burgemeester de raad meegedeeld dat dat onderzoek heeft uitgewezen dat het rapport niet kan worden vernietigd op grond van de Archiefwet, zodat het bewaard zal blijven.
2.8.
In zijn vergadering van 27 januari 2022 heeft de raad opnieuw geoordeeld over de geheimhouding. De raad besloot de geheimhouding op de offerte van [onderzoeksbureau 1] op te heffen, maar de geheimhouding ten aanzien van het [onderzoeksbureau 1] -rapport te handhaven.
2.9.
Tijdens een raadsvergadering van 27 januari 2022 is besloten een onafhankelijk onderzoek te laten doen naar de vraag of de werkwijze die gevolgd is bij het onderzoek van [onderzoeksbureau 1] strookt met de AVG-regels. [onderzoeksbureau 2] ( [onderzoeksbureau 2] ), een bedrijf gespecialiseerd in privacy kwesties, heeft het onderzoek verricht en geconcludeerd dat aan AVG-regels is voldaan. Op 23 mei 2022 is het rapport van [onderzoeksbureau 2] opgeleverd.
2.10.
Op 24 april 2023 heeft de voorzieningenrechter verlof verleend aan Stichting Taubah om conservatoir bewijsbeslag onder Gemeente Veenendaal te leggen op:
  • het in geding zijnde [onderzoeksbureau 1] -rapport, inclusief alle conceptversies daarvan
  • alle e-mails tussen [onderzoeksbureau 1] en Gemeente Veenendaal waarin het rapport of een conceptversie of een deel ervan als bijlage is toegevoegd
  • de offerte van [onderzoeksbureau 1] en de opdrachtbevestiging van Gemeente Veenendaal met betrekking tot de krachtenveldanalyse en de bijbehorende e-mails
  • de facturen van [onderzoeksbureau 1] en correspondentie daarover tussen [onderzoeksbureau 1] en Gemeente Veenendaal die zijn gewisseld in de periode 1 december 2017 tot en met 31 december 2018.
Stichting Taubah heeft haar verzoek dat beslag te mogen leggen, gebaseerd op de stelling dat het [onderzoeksbureau 1] -onderzoek onrechtmatig jegens haar is omdat het (kort gezegd) heimelijk is uitgevoerd en strijdt met de AVG-regelgeving.
2.11.
Op 21 september 2023 heeft Stichting Taubah bewijsbeslag doen leggen op de navolgende (tot pdf-bestanden omgevormde) papieren documenten:
A. - Raadsversie gelakt
- Gelakte offerte krachtenveldanalyse
- Definitieve versie rapport
en op de volgende digitale bestanden:
B. - geen onderwerp.pdf
- 4. Offerte [onderzoeksbureau 1] .pdf
- concept onderzoeksvragen(000).pdf
- concept onderzoeksvragen.pdf
- Contact formulier ntadvies_nl.pdf
- contact ivm 1ste fase onderzoek(0000).pdf
- contact ivm 1ste fase onderzoek.pdf
- deelfactuur.pdf
- definitieve versie.pdf
- eindfactuur.pdf
- krachtenveldanalyse (geheim).pdf
- offerte.pdf
- PPT.pdf
- Presentatie onderzoek.pdf.
2.12.
Er zijn geen papieren bescheiden beslagen. De beide genoemde USB-sticks zijn versleuteld met een code die bekend is bij de beslagleggende deurwaarder en de gemeente. De USB-sticks zijn in gerechtelijke bewaring gegeven aan Digi Juris.

3.Het geschil

3.1.
Gemeente Veenendaal vordert, uitvoerbaar bij voorraad,
primairhet op grond van het verlof gelegde beslag op te heffen en
subsidiairhet beslag ten aanzien van het [onderzoeksbureau 1] -rapport inzake de krachtenveldanalyse op te heffen, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per dag voor ieder uur dat Stichting Taubah in gebreke blijft met het opheffen van het beslag, met een maximum van € 500.000,-. Gemeente Veenendaal vordert ook Stichting Taubah te verbieden om nadere conservatoire bewijsbeslagen onder Gemeente Veenendaal te treffen in verband met haar vorderingen, op straffe van een dwangsom van € 50.000,- per schending, althans haar te verplichten bij voorbereidingen om verdere conservatoire bewijsbeslagen te leggen ten laste Gemeente Veenendaal, het in dezen te wijzen vonnis aan de desbetreffende rechterlijke instantie over te leggen, op straffe van een dwangsom van € 250.000,- per schending. Gemeente Veenendaal vordert tenslotte stichting Taubah te veroordelen in de (werkelijke) proceskosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Gemeente Veenendaal legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Er is summierlijk gebleken van de ondeugdelijkheid van de door Stichting Taubah gepretendeerde vorderingen op Gemeente Veenendaal, waardoor van de (door artikel 843a Rv) vereiste rechtsbetrekking geen sprake is. Stichting Taubah heeft bovendien artikel 21 Rv geschonden omdat zij in haar beslagverzoek niet heeft vermeld dat op het [onderzoeksbureau 1] -rapport en de overige stukken geheimhouding rust op grond van artikel 25 van de Gemeentewet. Zij heeft ook niet vermeld dat er (op dat moment) procedures op grond van de Wet openbaar van bestuur (Wob) dan wel de Wet open overheid (Woo) aanhangig waren, op grond waarvan Gemeente Veenendaal verplicht is de desbetreffende stukken te bewaren. Daarnaast vormt het beslag volgens Gemeente Veenendaal een onaanvaardbare doorkruising van de publiekrechtelijke regeling over de toegankelijkheid van de beslagen informatie. Het beslag was bovendien onnodig, omdat er geen gegronde vrees voor verduistering bestaat, gezien het lopende verzoek op basis van de en de bewaarplicht op grond van de Archiefwet. Tenslotte dient de belangenafweging die hier moet plaatsvinden in het voordeel van Gemeente Veenendaal uit te vallen.
3.3.
Stichting Taubah voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van Gemeente Veenendaal, met veroordeling - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - van Gemeente Veenendaal in de proceskosten.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
De voorzieningenrechter kan, rechtdoende in kort geding, op grond van
artikel 705 lid 1 Rv een beslag opheffen op vordering van elke belanghebbende. Een spoedeisend belang bij die vordering wordt door de genoemde wetsbepaling niet vereist. In zoverre is artikel 705 Rv een lex specialis ten opzichte van artikel 254 Rv. Bovendien vloeit het spoedeisende belang bij het gevorderde voort uit de aard van de vordering.
4.2.
Opheffing van een beslag kan onder meer plaatsvinden als een van de in artikel 705 lid 2 Rv genoemde gronden aanwezig is en/of als er sprake is van schending van de waarheidsplicht als bedoeld in artikel 21 Rv en een belangenafweging niet tot een ander oordeel leidt en op grond van een zelfstandige belangenafweging.
Bestaan van de door artikel 843a Rv vereiste rechtsbetrekking
4.3.
Het doel van Stichting Taubah met het bewijsbeslag is het veiligstellen van gegevens aan de hand waarvan zij de waarheid omtrent het [onderzoeksbureau 1] -rapport kan achterhalen en daarmee de gegrondheid van haar pretense vordering op Gemeente Veenendaal uit onrechtmatig handelen kan onderbouwen. Hetgeen Stichting Taubah heeft aangevoerd omtrent de beweerdelijke onrechtmatigheid van het [onderzoeksbureau 1] -rapport en hetgeen Gemeente Veenendaal daar tegenin heeft gebracht, maakt dat niet summierlijk van de ongegrondheid van die vordering is gebleken. Daarmee is door Stichting Taubah voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv.
Is de beslagrechter onjuist en onvolledig geïnformeerd door Stichting Taubah in haar beslagverzoek?
4.4.
Volgens Gemeente Veenendaal heeft Stichting Taubah artikel 21 Rv geschonden bij haar beslagverzoek en moet dat ertoe leiden dat het beslag moet worden opgeheven. Zij stelt dat Stichting Taubah bij het verlofverzoek heeft verzwegen dat het [onderzoeksbureau 1] -rapport krachtens artikel 25 Gemeentewet aan een geheimhoudingsplicht was onderworpen en dat er op dat moment procedures op grond van de Wob/Woo aanhangig waren.
4.5.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat artikel 21 Rv partijen verplicht de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Als deze verplichting niet wordt nageleefd, kan de rechter – overeenkomstig het bepaalde in dit artikel – daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht.
4.6.
Het niet noemen in het verzoek om beslagverlof van de lopende Wob-/Woo-procedures, is niet een reden om het beslag op te heffen. Bij de (bestuursrechtelijke) beoordeling van een Wob-/Woo-verzoek gelden immers andere gronden dan bij de (civielrechtelijke) beoordeling van een inzagevordering op de voet van artikel 843a Rv en dus ook bij de (civielrechtelijke) beoordeling of, vooruitlopend op een dergelijke vordering, verlof kan worden verleend voor conservatoir bewijsbeslag. Bij het Wob-/Wooverzoek gaat het immers om de aan een ieder toekomende aanspraak op publieke openbaarheid, terwijl het hier gaat om de toegang van partijen tot voor de in geding zijnde onrechtmatige-daadvordering relevante informatie. Aan de Wob/Woo komt in zoverre ook geen exclusief karakter toe [1] .
4.7.
Volgens Gemeente Veenendaal had Stichting Taubah in haar verzoekschrift ook moeten vermelden dat de burgemeester op grond van artikel 25 Gemeentewet heeft besloten tot geheimhouding ten aanzien van het [onderzoeksbureau 1] -rapport en dat dat besluit is bekrachtigd door de raad. Stichting Taubah was daarvan volgens Gemeente Veenendaal op de hoogte, omdat zij de betreffende raadsvergadering heeft bijgewoond. Dit is door Stichting Taubah niet betwist, zodat de voorzieningenrechter uitgaat van de juistheid van het door Gemeente Veenendaal gestelde. Daarvan uitgaande, is de voorzieningenrechter met Gemeente Veenendaal van oordeel dat het door Stichting Taubah enkel vermelden in het beslagverzoekschrift dat Gemeente Veenendaal mogelijk een beroep zal doen op de vertrouwelijkheid van het rapport, zonder daarbij te verwijzen naar de geheimhouding ex artikel 25 Gemeentewet en de genomen besluiten daaromtrent van de burgemeester en de raad, in strijd is met de informatieplicht uit artikel 21 Rv.
4.8.
De voorzieningenrechter stelt verder vast dat Stichting Taubah op het moment van indiening van het verzoekschrift er mee bekend was dat de burgemeester had besloten en ook aan de raad had meegedeeld dat het [onderzoeksbureau 1] -rapport op grond van de Archiefwet bewaard blijft. Dit besluit is namelijk gecommuniceerd in de raadsinformatiebrief van 8 november 2021 en die brief heeft Stichting Taubah als productie 28 bij het verzoekschrift overgelegd. Stichting Taubah heeft dat echter niet vermeld in haar verzoekschrift. Ook dat levert een schending van artikel 21 Rv op.
4.9.
Deze feiten hadden een belangrijke rol gespeeld in de beoordeling van het verlofverzoek als de beslagrechter, als zij aan hem waren gepresenteerd. Daarbij komt het aan op de proportionaliteit van het verzoek (waar het gaat om de geheimhouding) en om de vrees voor verduistering (waar het gaat om de werking van de Archiefwet). Dat het [onderzoeksbureau 1] -rapport op grond van de Archiefwet (naar tussen partijen vast staat) niet vernietigd mag worden en dat de burgemeester en de raad dat ten tijde van de indiening van het verzoek ook als uitgangspunt erkenden, brengt namelijk mee dat die vrees niet voldoende aanwezig is. De voorzieningenrechter gaat er daarbij vanuit dat die bewaarplicht betrekking heeft op alle versies van het [onderzoeksbureau 1] -rapport. Van Gemeente Veenendaal mag immers worden verwacht (temeer nu dat in dit geding zo expliciet aan de orde is gekomen) dat zij zich blijvend aan de voorschriften van de Archiefwet houdt en (alle versies van) het rapport bewaart. Wanneer een en ander in het verzoekschrift was vermeld, had met name deze bewaarkwestie tot afwijzing geleid van het verzoek beslag te mogen leggen op (alle versies van) het [onderzoeksbureau 1] -rapport. Dit leidt tot het oordeel van de voorzieningenrechter dat het beslag op (elk van de versies) van het [onderzoeksbureau 1] -rapport moet worden opgeheven. Anders dan Stichting Taubah aanvoert, leidt het feit dat de burgemeester geopperd heeft het [onderzoeksbureau 1] -rapport te vernietigen en de berichtgeving in NRC-Handelsblad over dat opperen, niet tot een ander oordeel. Die uitlating van de burgemeester dateert namelijk van voor de beslissing van de burgemeester (en de raad) om het rapport overeenkomstig de Archiefwet te bewaren. De stelling van Stichting Taubah omtrent onbetrouwbaarheid van Gemeente Veenendaal is te algemeen van aard om op die grond tot een ander oordeel te kunnen leiden.
Geen opheffing beslag ten aanzien van de overige beslagobjecten
4.10.
Naast (de verschillende versies van) het [onderzoeksbureau 1] -rapport is er ook, met verlof, beslag gelegd op andere, onder 2.11 omschreven, bescheiden. Ten aanzien van deze stukken gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat er geen geheimhoudingsplicht op grond van artikel 25 Gemeentewet en geen bewaarplicht op grond van de Archiefwet geldt, nu Gemeente Veenendaal dat niet heeft aangevoerd en dat ook niet anderszins is gebleken. Het beroep van Gemeente Veenendaal op de schending van artikel 21 Rv in verband met die kwesties, heeft daarom kennelijk geen betrekking op dit deel van het verzoek om beslagverlof.
4.11.
Gemeente Veenendaal heeft ter zitting toegelicht dat ze (ook) de genoemde stukken zal bewaren gedurende de aanhangige Wob-/Woo-procedures. Maar dat betekent niet dat na een eventueel afwijzende beslissing op die verzoeken, de Gemeente Veenendaal die stukken nog steeds zal bewaren. Er is immers niet gebleken van een nadien geldende wettelijke bewaarplicht en evenmin is gesteld of gebleken dat Gemeente Veenendaal desondanks blijvend tot bewaring van die stukken zal overgaan. Dat betekent dat er in het kader van de beslagverzoekprocedure voldoende vrees voor verduistering aanwezig is ten aanzien van de hiervoor genoemde overige beslagen documenten/bestanden, zodat er geen aanleiding is het gelegde beslag daarop op te heffen.
4.12.
Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. Het belang van de beslagene dat de desbetreffende gegevens niet aan derden bekend worden (in afwachting van het oordeel van de rechter in de 843a Rv-procedure, die Stichting Taubah inmiddels is gestart) is voldoende beschermd doordat de documenten zijn gedigitaliseerd en geplaatst op versleutelde USB-sticks waarvan enkel de deurwaarder en Gemeente Veenendaal de code hebben. Daarna zijn de USB-sticks in bewaring gegeven aan de gerechtelijke bewaarder DigiJuris. Op de deurwaarder (als bezitter van de bedoelde sleutel) rust de wettelijke (aan het civiele recht en het tuchtrecht onderworpen) plicht de bedoelde gegevens geheim te houden.
Wat betekent dit voor de vorderingen?
4.13.
De conclusie is dan ook dat het beslag alleen moet worden opgeheven ten aanzien van (de verschillende versies van) het [onderzoeksbureau 1] -rapport zoals omschreven onder 2.11 en dat het beslag blijft rusten op de overige documenten, zoals daar genoemd. De gegevens waarvan het beslag wordt opgeheven, dienen te worden verwijderd van de genoemde USB-stick(s). De deurwaarder en DigiJuris zijn verplicht daaraan mee te werken. Voor zover daarvoor de medewerking van Stichting Taubah vereist is, zal zij die dienen te verlenen. Daaraan zal een dwangsom (met maximum) worden verbonden, zoals hieronder vermeld. Weliswaar heeft de raad de geheimhouding opgeheven ten aanzien van de offerte van [onderzoeksbureau 1] en behoort ook die tot de beslagen stukken, maar het beslag daar op behoeft niet te worden opgeheven. Enerzijds is immers niet zeker of van de desbetreffende beslagen stukken ook nog andere gegevens deel uitmaken, anderzijds (als dat niet zo is) komt in zoverre aan het beslag (en dus ook aan de opheffing ervan) geen betekenis toe.
4.14.
De vordering tot veroordeling van Stichting Taubah om geen verdere conservatoire bewijsbeslagen te leggen onder Gemeente Veenendaal in verband met de desbetreffende vordering van Stichting Taubah op Gemeente Veenendaal, moet worden afgewezen. Die vordering is namelijk te algemeen van aard. Wel is toewijsbaar de vordering dat Stichting Taubah wordt verplicht om bij een eventueel toekomstig verzoek om bewijsbeslagverlof ten aanzien van die vordering, een afschrift van dit vonnis over te leggen aan de voorzieningenrechter. Ook daaraan zal een dwangsom (met maximum) worden verbonden, zoals hieronder vermeld.
4.15.
Partijen zijn over en weer in het ongelijk gesteld. Hierin ziet de voorzieningenrechter aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.

5.Beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
heft op het op 21 september 2023 gelegde conservatoire bewijsbeslag ten aanzien van (de verschillende versies van) het in geding zijnde [onderzoeksbureau 1] -rapport (inzake de krachtenveldanalyse);
5.2.
bepaalt dat Stichting Taubah, indien en voor zover voor de (feitelijke effectuering van de) onder 5.1. genoemde opheffing haar medewerking vereist is en zij na betekening van dit vonnis nalatig blijft die medewerking te verlenen, een dwangsom verbeurt van € 50.000,- per overtreding en van € 5.000,- per dag van voortduren van die overtreding, tot een maximum van € 500.000,-;
5.3.
veroordeelt Stichting Taubah om, in het geval zij in verband met haar pretense vordering uit onrechtmatig handelen van Gemeente Veenendaal, nadere conservatoire bewijsbeslagen wenst te leggen onder Gemeente Veenendaal, bij haar verzoekschrift aan de desbetreffende (voorzieningen)rechter een afschrift van dit vonnis over te leggen;
5.4.
bepaalt dat Stichting Taubah, indien zij na betekening van dit vonnis nalatig blijft aan de veroordeling onder 5.3. te voldoen, een dwangsom verbeurt van € 50.000,- per overtreding, met een maximum van € 500.000,-;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
compenseert de kosten in die zin dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Steenbergen en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.

Voetnoten