Op 28 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2005, die beschuldigd werd van het medeplegen van zware mishandeling. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 26 november 2022 in Sassenheim, waar de verdachte samen met twee anderen opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebracht aan het slachtoffer. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een zitting op 14 november 2023, waarbij de officier van justitie, mr. I.M.F. Graumans, en de raadsman van de verdachte, mr. F.M.M.M. Vogels, hun standpunten naar voren brachten.
De rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde, namelijk het medeplegen van zware mishandeling, wettig en overtuigend bewezen kon worden. Het slachtoffer, die tijdens het incident meerdere vuistslagen in zijn gezicht kreeg, liep ernstige verwondingen op, waaronder breuken in de oogkas en een hersenschudding. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, door samen met anderen het slachtoffer te slaan, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had toegebracht. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was gepleegd, evenals met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor geweldsdelicten.
Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van twee maanden, wat lager was dan de drie maanden die door de officier van justitie was geëist. De rechtbank overwoog dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar was, gezien zijn psychische toestand en eerdere gedragingen. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, waaronder artikel 302, dat betrekking heeft op zware mishandeling.