ECLI:NL:RBMNE:2023:6321

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
UTR 23/4149
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet betalen griffierecht

Op 25 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. R. Moghni, en de burgemeester van de gemeente Utrecht, vertegenwoordigd door mr. A. Erdogan. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester, dat hem een verblijfsontzegging voor het Stationsgebied oplegde vanwege hinderlijk drankgebruik. Tevens verzocht verzoeker om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 11 oktober 2023. Tijdens deze zitting heeft verzoeker geen inzicht gegeven in zijn financiële situatie, ondanks herhaalde verzoeken van de voorzieningenrechter om dit te onderbouwen. Verzoeker had verzocht om vrijstelling van het griffierecht, maar de voorzieningenrechter kon niet vaststellen of verzoeker aan de voorwaarden voor vrijstelling voldeed.

Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht griffierecht te betalen voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien verzoeker het griffierecht van € 184,- niet binnen de gestelde termijn had betaald en geen geldige reden had gegeven voor deze niet-betaling, verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4149

uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 oktober 2023 in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

(gemachtigde: mr. R. Moghni),
en

de burgemeester van de gemeente Utrecht

(gemachtigde: mr. A. Erdogan).

Inleiding

Met het besluit van 29 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft de burgemeester verzoeker voor het Stationsgebied een verblijfsontzegging voor een periode van twee maanden opgelegd vanwege hinderlijk drankgebruik.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 11 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: V. Talhaoui als waarnemer van de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de burgemeester.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter legt hieronder uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Wat is het toetsingskader?
5. Iemand die om een voorlopige voorziening vraagt moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 184,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. [1] Het hele bedrag moet binnen de gestelde termijn bijgeschreven zijn op de rekening van de rechtbank of binnen die termijn betaald zijn op de griffie van de rechtbank.
6. Als het griffierecht niet of niet op tijd wordt betaald, verklaart de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Dit volgt uit de artikelen 8:82, derde lid, en 8:41, zesde lid, van de Awb. Dat is alleen anders als voor het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht een geldige reden wordt gegeven.
Slaagt het beroep op betalingsonmacht?
7. Verzoeker heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting om griffierecht te betalen. De voorzieningenrechter heeft verzoeker meermaals verzocht om dit verzoek te onderbouwen. [2] Verzoeker heeft echter zowel voorafgaand aan de zitting als tijdens de zitting geen inzicht gegeven in zijn financiële situatie. Omdat voor de voorzieningenrechter niet duidelijk is of verzoeker aan de voorwaarden voor vrijstelling voldoet, stelt zij verzoeker niet vrij van de verplichting om griffierecht te betalen.
Heeft verzoeker het griffierecht op tijd betaald?
8. Bij aangetekende brief van 2 september 2023 is verzoeker in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken of als de zitting eerder is uiterlijk voorafgaand aan de zitting het griffierecht te betalen.
9. Verzoeker heeft het griffierecht niet binnen deze termijn betaald. Verzoeker heeft daar geen geldige reden voor gegeven. Het verzoek om voorlopige voorziening is daarom nietontvankelijk. Dit betekent dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk behandelt.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.G.A. Beijen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 oktober 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie artikelen 8:82, derde lid, en 8:41, vijfde lid, van de Awb.
2.Met de brief van 18 september 2023, de mail van 21 september 2023, de mail van 26 september 2023 en telefonisch.