Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.280554.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 28 november 2023
in de strafzaak tegen
[bijnaam verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
de [adres] te [woonplaats]
(hierna: verdachte).
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de volgende zittingen:
- 18 oktober 2022 - regie;
- 18, 19 en 21 september 2023 - inhoudelijke behandeling;
- 14 november 2023 - sluiting van het onderzoek.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A.M.C.V. Fellinger en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. G. Vermaak, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van hetgeen mr. C.C.H. Wiekeraad, advocaat te Kampen, naar voren heeft gebracht over de vordering benadeelde partij van [slachtoffer] .
[slachtoffer] heeft ter zitting gebruik gemaakt van het spreekrecht en een gedeelte van zijn schriftelijke slachtofferverklaring voorgedragen. Mr. Wiekeraad heeft namens [slachtoffer] het overige gedeelte van de schriftelijke slachtofferverklaring voorgedragen.
2.INLEIDING
[slachtoffer] (hierna: aangever) heeft aangifte gedaan van oplichting en afpersing. Volgens aangever is hij - kort gezegd - via de datingsite [datingsite] in 2019 in contact gekomen met een meisje genaamd [valse naam A] . Haar werkelijke naam bleek later [A] te zijn. Na enige tijd zou aangever met [valse naam A] zijn gaan afspreken. Hij leerde toen ook de personen kennen die zich voordeden als de familie van [valse naam A] . Deze zogenaamde familie zou aangever hebben voorgehouden dat hij met [valse naam A] mocht trouwen. Daarvoor moest hij wel grote geldbedragen betalen aan de familie. Deze zouden onder meer zijn bedoeld als borg, voor de kosten van de trouwerij en voor de toekomst van hem en [valse naam A] . Ook zou hij veel goederen voor de familie hebben betaald, net als vakanties en bezoeken aan restaurants en casino’s. De betalingen voor de familie zouden zijn doorgegaan tot halverwege juni 2020, terwijl hij [valse naam A] vanaf februari 2020 niet meer zou hebben gezien. Een groot deel van de door aangever betaalde geldbedragen zou hij hebben moeten voldoen in de vorm van goudstaven. Volgens het dossier zou het gaan om een totaalbedrag van € 1.720.518,- aan goud, goederen en overige betalingen.
Naar aanleiding van de aangifte is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Met verwijzing naar het goud, heeft dit onderzoek de naam 31ORO020 gekregen. Voor verdachte heeft dit onderzoek geleid tot de verdenking die hieronder is weergegeven.
Als medeverdachten zijn aangemerkt [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] .
[medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] , in het dossier ook wel [bijnaam 1medeverdachte 2] genoemd) is getrouwd met [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ).
[medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) zijn zonen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] , in het dossier ook wel [bijnaam medeverdachte 3] genoemd) is de zus van [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) is de vrouw van verdachte.
Verdachte ( [bijnaam verdachte] , in het dossier ook wel [bijnaam verdachte] genoemd) is de partner van [medeverdachte 3] .
Aanvankelijk is [A] ook als medeverdachte aangemerkt. Haar zaak is echter geseponeerd.
[medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] , in het dossier ook wel [bijnaam 1medeverdachte 2] genoemd) is getrouwd met [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ).
[medeverdachte 4] ( [medeverdachte 4] ) en [medeverdachte 6] ( [medeverdachte 6] ) zijn zonen van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 3] ( [medeverdachte 3] , in het dossier ook wel [bijnaam medeverdachte 3] genoemd) is de zus van [medeverdachte 2] .
[medeverdachte 5] ( [medeverdachte 5] ) is de vrouw van verdachte.
Verdachte ( [bijnaam verdachte] , in het dossier ook wel [bijnaam verdachte] genoemd) is de partner van [medeverdachte 3] .
Aanvankelijk is [A] ook als medeverdachte aangemerkt. Haar zaak is echter geseponeerd.
De zaken tegen alle verdachten zijn gelijktijdig bij de rechtbank aangebracht. De zaken tegen medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] zijn op de zitting van 18 september 2023 echter aangehouden en zullen op een later tijdstip afgesplitst door andere rechters worden behandeld.
3.TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er in het kort op neer dat verdachte:
in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 op meerdere plaatsen in Nederland, België, Frankrijk en Spanje samen met anderen [slachtoffer] heeft afgeperst door hem met geweld of bedreiging met geweld te dwingen tot de afgifte van geldbedragen en goudstaven ter waarde van in totaal € 1.720.518,-;
subsidiair
samen met anderen medeplichtig is geweest aan die afpersing gepleegd door [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] .
4.VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dat betekent dat er geen formele belemmeringen zijn om de zaak inhoudelijk te beoordelen.
5.VRIJSPRAAK
5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
De officier van justitie heeft als bewijs voor dit feit de verklaringen van aangever als uitgangspunt genomen. Deze verklaringen heeft de officier van justitie als betrouwbaar aangemerkt.
De officier van justitie acht het medeplegen van afpersing te bewijzen voor de periode van 25 oktober 2019 tot en met 12 juni 2020. Het bedrag waarvoor aangever in deze periode in is afgeperst, bedraagt volgens de officier van justitie € 615.427,22.
De officier van justitie ziet het winkelen bij de Louis Vuittonwinkel in Parijs op 25 oktober 2019 als startmoment van de afpersing. Aangever moest die dag voor een bedrag van bijna € 6.000,- aan goederen pinnen in die winkel. Aangever heeft verklaard dat ze daarbij met zeven man om hem heen stonden en dat de sfeer steeds griezeliger en bedreigender werd. Daarmee is volgens de officier van justitie voldaan aan het geweldscriterium van afpersing. De manier waarop hij in de periode daarna werd behandeld was deprimerend. Ze maakten hem kapot. Er werd gezegd dat ze hem dood zouden maken als hij niet zou betalen. Ook werd er geweld gebruikt. Dat de wens om met [valse naam A] te trouwen er bij aangever nog steeds was, betekent niet dat hij nog steeds in de oplichtingsfase zat, zo stelt de officier van justitie. Aangever werd zwaar onder druk gezet en heeft daarom onder meer zijn huizen verkocht voor de aankoop van goudstaven.
Verdachte was bij het hiervoor beschreven incident in de Louis Vuitton winkel in Parijs aanwezig, zou betrokken zijn geweest bij het ophalen van het goud en heeft meerdere keren gepind met de bankpas van aangever. Verder was verdachte vaak in de woning van medeverdachte [medeverdachte 3] in de periode dat aangever daar ook regelmatig verbleef en heeft hij voor bijna € 20.000,00 een lening afgelost bij de stadsbank Amsterdam nadat er goud was overgedragen aan verdachten.
De officier van justitie acht deze rol substantieel genoeg om van medeplegen te kunnen spreken.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit. Zij heeft - in het kort - aangevoerd dat verdachte niet aanwezig was in de Louis Vuittonwinkel in Parijs en evenmin betrokken was bij het ophalen van het goud in Antwerpen. Van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op de afpersing van aangever kan dan ook geen sprake zijn. Zelfs als er wel enkele feitelijke handelingen van verdachte bewezen kunnen worden, dan ontbreekt zijn opzet op het (dreigen met) geweld. Aangever noemt hem immers niet als één van de betrokkenen bij het geweld of de dreigementen en uit het dossier blijkt verder geen betrokkenheid van verdachte daarbij.
Ook kunnen de handelingen van verdachte niet worden gekwalificeerd als die van een medeplichtige. Het opzet van verdachte op het gronddelict ontbreekt.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Conclusie
Voor het primair laste gelegde medeplegen van afpersing, noch voor de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid daaraan, acht de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig. De rechtbank zal verdachte daarom integraal vrijspreken.
Juridisch kader afpersing
Afpersing als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht is een vorm van dwang die ervoor zorgt dat het slachtoffer een goed afgeeft. Hij zou daartoe niet zijn gekomen als geen dwang was uitgeoefend. Het middel waarmee de dwang wordt uitgeoefend is geweld of bedreiging met geweld.
Van belang is dat er causaal verband benodigd is tussen het geweld dan wel de bedreiging met geweld en de afgifte van het goed. Zodra andere motieven dan het geweld of de bedreiging met geweld tot afgifte hebben geleid, zal het misdrijf van artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht nimmer verwezenlijkt zijn. [1]
Vrijspraak medeplegen en medeplichtigheid aan afpersing
De rechtbank is van oordeel dat het hiervoor beschreven causaal verband in dit geval niet kan worden vastgesteld, omdat aannemelijk is dat er (ook) een ander motief is dat aangever ertoe heeft bewogen de geldbedragen af te geven.
De officier van justitie meent dat de gebeurtenis in de Louis Vuitton winkel in Parijs eind oktober 2019 een kantelpunt was en dat vanaf dat moment alle geldafgiften zijn gedaan onder uitoefening van geweld of bedreiging met geweld. De rechtbank ziet dat anders.
Op de vraag of aangever zich veilig voelde toen hij in de Louis Vuitton winkel in Parijs een bedrag van € 5.900,- moest pinnen en ze met zeven man om hem heen gingen staan, heeft aangever als antwoord gegeven: “Toen in die winkel, die je net noemde, zeiden ze wel dat ze mij zouden achterlaten als ik niet zou betalen. Ze stonden echt met zeven man om mij heen. Ze werden steeds griezeliger en bedreigender. Maar het ging mij echt om de verliefdheid richting [valse naam A] . Als ik niet zou meewerken, was ik bang haar kwijt te raken”.
Ook bij meerdere betalingen die daarna zijn gedaan speelde bij aangever het motief dat hij [valse naam A] niet wilde kwijtraken. Het overmaken van het op zijn rekening ontvangen geld van de verkoop van zijn woning in [woonplaats] naar de Goudbank [bank] en het tekenen van een volmacht voor het ophalen van het goud was bijvoorbeeld mede ingegeven door de angst dat hij [valse naam A] anders niet meer te zien zou krijgen. Er werd niet alleen gedreigd dat ze aangever geweld aan zouden doen, maar ook dat hij zijn vrouwtje zou verliezen, zo volgt uit de e-mail die hij in mei 2020 vanuit Spanje naar kennissen in [woonplaats] stuurt. Aangever schrijft daarin dat hij een volmacht moest afgeven voor het omzetten van de opbrengst van de woning in goudstaven, omdat hij anders [valse naam A] nooit meer zou zien.
Voor de afgifte van zijn pinpas in Spanje, die verdachte vervolgens in Nederland heeft gebruikt, ziet de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat aangever die onder geweld of bedreiging met geweld heeft afgegeven.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat vanaf het incident in de Louis Vuitton winkel tot en met het verblijf in Spanje, de angst om [valse naam A] te verliezen dan wel haar nooit meer te mogen zien, mede het motief was om geld af te geven aan de familie. De hoop om [valse naam A] nog te zien is er zelfs nog in juni 2020. Op 9 juni 2020 wisselt aangever nog een aantal whatsapp berichten uit met medeverdachte [medeverdachte 3] , waaruit kan worden opgemaakt dat hij nog steeds geloof hecht aan een toekomst samen met [valse naam A] .
Omdat andere motieven dan het geweld of de dreiging ervan ook een rol hebben gespeeld bij de betalingen die zijn gedaan door aangever, kan de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van afpersing komen en zal zij verdachte reeds om die reden van dit feit vrijspreken.
6.BENADEELDE PARTIJ
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.750.518,02. Dit bedrag bestaat uit € 1.720.518,02 aan materiële schade en € 30.000,- aan immateriële schade, ten gevolge van de aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. Het slachtoffer heeft gevorderd dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en daarnaast de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Het slachtoffer heeft gevorderd de verdachte hoofdelijk tot betaling van de hiervoor genoemde bedragen te veroordelen.
6.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel kan worden toegewezen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de bepleite vrijspraak heeft de raadsvrouw zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering, omdat de rechtbank verdachte integraal vrijspreekt.
7.BESLISSING
De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in zijn vordering;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, mrs. drs. S.M. Schothorst en mr. J.P. Verboom, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.M. Raedts, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 28 november 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij op een of meer momenten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 te
Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen
en/of Brussel, althans in België, en/of Parijs, althans in Frankrijk, en/of Lloret de
Mar, althans in Spanje,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot
de afgifte van (een) geldbedrag(en) en/of goudstaven ter waarde van in totaal
(ongeveer) € 1.720.518 euro, althans van een of meerdere geldbedragen, dat geheel
of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorde,
door
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te zeggen dat hij “ [valse naam A] ” niet meer
zou zien als hij niet zou betalen en/of mee zou werken en/of
- die [slachtoffer] te zeggen dat aangifte zou worden gedaan van pedofilie tegen hem
en/of
- die [slachtoffer] te zeggen dat hij een ketting van “ [valse naam A] ” moest kopen bij een
pandjesbaas en/of hiervoor (als afbetaling) een geldbedrag (van (ongeveer) €
120.000) (in goudstaven) moest worden betaald en/of
- die [slachtoffer] bij de notaris een leenovereenkomst aan te laten gaan ten bedrage
van € 365.000,-- en/of hiervoor een geldbedrag over te laten maken naar Antwerpen
Goudbank en/of (vervolgens) het goud af te laten geven en/of
- die [slachtoffer] te zeggen dat ze hem achter zouden laten in een winkel in Parijs als
hij niet zou betalen en/of daarbij (dreigend) in een groep om hem heen te gaan
staan en/of
-die [slachtoffer] meerdere keren, althans eenmaal, mede te delen dat hij dood
gemaakt zou worden en/of (daarbij) een hakbijl te tonen en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen dat hij de woning aan de Waalstraat 28 niet mocht
verlaten zonder toestemming en/of daarbij te zeggen dat hij anders alles kwijt zou
raken (geld en/of goud en/of “ [valse naam A] ”) en/of
- die [slachtoffer] te dirigeren in een aparte kamer van de woning te verblijven en/of te
zeggen/dwingen dat hij zijn mond moest houden en/of te zeggen/dwingen dat hij
daar moest blijven totdat het bezoek weg was en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) meermalen, althans eenmaal, uit te schelden en/of te
vernederen en/of
- die [slachtoffer] te dwingen een geldbedrag te laten betalen voor de huur van een
woning in [woonplaats] en/of hem (daarbij) uit te schelden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, mee te nemen en/of mee te sleuren
naar het casino en/of hem daar (vervolgens) te dwingen om geld te pinnen en/of dit
geldbedrag af te staan en/of (daarbij) opnieuw te zeggen dat hij “ [valse naam A] ” anders
nooit meer zou zien en/of
- die [slachtoffer] met een vuist in zijn gezicht te slaan en/of zijn gezicht open te
krabben en/of
- die [slachtoffer] mede te delen dat hij “ [valse naam A] ” nooit meer zou zien als hij met de
politie zou praten en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen maandelijks een geldbedrag over te laten maken
ten behoeve van de koop van een auto (Mercedes) en/of (vervolgens) deze auto op
zijn naam te laten zetten en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen dat hij alle banden met Kampen moest verbreken
en/of moest verhuizen uit [woonplaats] en/of
- die [slachtoffer] mee te nemen naar Spanje en/of hem (vervolgens) te dwingen om
meermalen, althans eenmaal, (pin)betalingen te doen in hotels en/of restaurants
en/of winkels en/of casino en/of die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te
dwingen geldbedrag(en) op te nemen en/of af te staan en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) uit te schelden en/of mede te delen dat hij dood zou worden
gemaakt en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen dat hij niet mocht communiceren met anderen
en/of hem te dwingen alle berichten van zijn telefoon te verwijderen en/of
(vervolgens) de telefoon van die [slachtoffer] te controleren en/of zijn berichten te
verwijderen en/of
- die [slachtoffer] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de
verkoop van zijn huis in [woonplaats] over te maken naar de Goudbank [bank] en/of
(vervolgens) hem te dwingen het goud af te staan en/of
- die [slachtoffer] (hard) bij de keel te grijpen/knijpen en/of (daarbij) te zeggen dat het
de volgende keer anders zou gaan en/of
- die [slachtoffer] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de
verkoop van zijn appartement in [woonplaats] over te maken naar Antwerpen
Goudbank en/of (vervolgens) hem te dwingen voor het ophalen hiervan een
machtiging te ondertekenen;
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht,
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] op een of meer
momenten in de periode van 1 juli 2019 tot en met 12 juni 2020 te Utrecht en/of
Leersum en/of Kampen, althans in Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel,
althans in België, en/of Parijs, althans in Frankrijk, en/of Lloret de Mar, althans in
Spanje,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] (telkens) heeft gedwongen tot
de afgifte van (een) geldbedrag(en) en/of goudstaven ter waarde van in totaal
(ongeveer) € 1.720.518 euro, althans van een of meerdere geldbedragen, dat geheel
of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorde,
door
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te zeggen dat hij “ [valse naam A] ” niet meer
zou zien als hij niet zou betalen en/of mee zou werken en/of
- die [slachtoffer] te zeggen dat aangifte zou worden gedaan van pedofilie tegen hem
en/of
- die [slachtoffer] te zeggen dat hij een ketting van “ [valse naam A] ” moest kopen bij een
pandjesbaas en/of hiervoor (als afbetaling) een geldbedrag (van (ongeveer) €
120.000) (in goudstaven) moest worden betaald en/of
- die [slachtoffer] bij de notaris een leenovereenkomst aan te laten gaan ten bedrage
van € 365.000,-- en/of hiervoor een geldbedrag over te laten maken naar Antwerpen
Goudbank en/of (vervolgens) het goud af te laten geven en/of
- die [slachtoffer] te zeggen dat ze hem achter zouden laten in een winkel in Parijs als
hij niet zou betalen en/of daarbij (dreigend) in een groep om hem heen te gaan
staan en/of
-die [slachtoffer] meerdere keren, althans eenmaal, mede te delen dat hij dood
gemaakt zou worden en/of (daarbij) een hakbijl te tonen en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen dat hij de woning aan de Waalstraat 28 niet mocht
verlaten zonder toestemming en/of daarbij te zeggen dat hij anders alles kwijt zou
raken (geld en/of goud en/of “ [valse naam A] ”) en/of
- die [slachtoffer] te dirigeren in een aparte kamer van de woning te verblijven en/of te
zeggen/dwingen dat hij zijn mond moest houden en/of te zeggen/dwingen dat hij
daar moest blijven totdat het bezoek weg was en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) meermalen, althans eenmaal, uit te schelden en/of te
vernederen en/of
- die [slachtoffer] te dwingen een geldbedrag te laten betalen voor de huur van een
woning in [woonplaats] en/of hem (daarbij) uit te schelden en/of
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, mee te nemen en/of mee te sleuren
naar het casino en/of hem daar (vervolgens) te dwingen om geld te pinnen en/of dit
geldbedrag af te staan en/of (daarbij) opnieuw te zeggen dat hij “ [valse naam A] ” anders
nooit meer zou zien en/of
- die [slachtoffer] met een vuist in zijn gezicht te slaan en/of zijn gezicht open te
krabben en/of
- die [slachtoffer] mede te delen dat hij “ [valse naam A] ” nooit meer zou zien als hij met de
politie zou praten en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen maandelijks een geldbedrag over te laten maken
ten behoeve van de koop van een auto (Mercedes) en/of (vervolgens) deze auto op
zijn naam te laten zetten en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen dat hij alle banden met Kampen moest verbreken
en/of moest verhuizen uit [woonplaats] en/of
- die [slachtoffer] mee te nemen naar Spanje en/of hem (vervolgens) te dwingen om
meermalen, althans eenmaal, (pin)betalingen te doen in hotels en/of restaurants
en/of winkels en/of casino en/of die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal, te
dwingen geldbedrag(en) op te nemen en/of af te staan en/of
- die [slachtoffer] (daarbij) uit te schelden en/of mede te delen dat hij dood zou worden
gemaakt en/of
- die [slachtoffer] te zeggen/dwingen dat hij niet mocht communiceren met anderen
en/of hem te dwingen alle berichten van zijn telefoon te verwijderen en/of
(vervolgens) de telefoon van die [slachtoffer] te controleren en/of zijn berichten te
verwijderen en/of
- die [slachtoffer] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de
verkoop van zijn huis in [woonplaats] over te maken naar de Goudbank [bank] en/of
(vervolgens) hem te dwingen het goud af te staan en/of
- die [slachtoffer] (hard) bij de keel te grijpen/knijpen en/of (daarbij) te zeggen dat het
de volgende keer anders zou gaan en/of
- die [slachtoffer] te dwingen het op zijn rekening ontvangen geldbedrag voor de
verkoop van zijn appartement in [woonplaats] over te maken naar Antwerpen
Goudbank en/of (vervolgens) hem te dwingen voor het ophalen hiervan een
machtiging te ondertekenen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met
een of meer anderen, althans alleen, op een of meer momenten in de periode van 1
juli 2019 tot en met 12 juni 2020 te Utrecht en/of Leersum en/of Kampen, althans in
Nederland, en/of Antwerpen en/of Brussel, althans in België, en/of Parijs, althans in
Frankrijk, en/of Lloret de Mar, althans in Spanje, opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- zich te begeven naar een winkel in Parijs en/of daarbij (dreigend) in een groep om
die [slachtoffer] heen te gaan staan en/of
- meermalen, althans eenmaal, door die [slachtoffer] aangekochte goudstaven op te
halen en/of zijn auto ter beschikking te stellen en/of anderen te vervoeren ten
behoeve van het ophalen deze goudstaven en/of
- meermalen, althans eenmaal, gebruik te maken van de pinpas en/of pincode van
die [slachtoffer] en/of (daarmee) betalingen te doen.
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht,
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)