ECLI:NL:RBMNE:2023:6303

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
27 november 2023
Zaaknummer
UTR 23/5084
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid voorzieningenrechter in verzoek om voorlopige voorziening inzake re-naturalisatie

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 november 2023, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster, van Surinaamse nationaliteit, heeft een verzoek ingediend voor een snelrechtprocedure met betrekking tot haar re-naturalisatie. Ze verblijft momenteel in Nederland met een visum en heeft geen reactie ontvangen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) sinds november 2022. De voorzieningenrechter heeft het verzoek opgevat als een verzoek om een voorlopige voorziening, maar constateert dat hij kennelijk onbevoegd is om op het verzoek te beslissen.

De voorzieningenrechter heeft verzoekster gevraagd om een bestreden besluit of een aanvraag tot het nemen van een besluit, maar deze zijn niet overgelegd. Uit de correspondentie blijkt dat de gemeente Almere geen besluit heeft genomen dat voor bezwaar of beroep vatbaar is. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een aanvraag is gedaan waarop niet tijdig is beslist, en dat er geen besluit van een bestuursorgaan voorligt. Hierdoor is de voorzieningenrechter onbevoegd om te oordelen over het verzoek.

De voorzieningenrechter merkt op dat de gemachtigde van verzoekster in het belang van zijn cliënt de procedure kan starten door een afspraak te maken met de gemeente Almere, zoals beschreven in de communicatie van de gemeente. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/5084

uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 november 2023 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: drs. P.F. Wong Loi Sing),
en

Onbekende verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
1.1.
Omdat de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is om op het verzoek te beslissen doet de voorzieningenrechter uitspraak zonder zitting. Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De voorzieningenrechter legt hierna uit waarom de voorzieningenrechter kennelijk onbevoegd is.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij mailbericht van 18 oktober 2023 heeft verzoekster, van Surinaamse nationaliteit, de rechtbank verzocht om een snelrechtprocedure in verband met een verzoek tot het in behandeling nemen van een verzoek tot re-naturalisatie. Zij verblijft op dit moment in Nederland met een visum. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek opgevat als een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster stelt in het inleidend verzoek dat de gemeente Almere heeft geadviseerd eerst via de Immigratie- en naturalisatiedienst (IND) een verblijfsvergunning aan te vragen, maar de IND reageert sinds november 2022 niet op verzoeken om contact.
3. Bij brief van 19 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter aan de gemachtigde van verzoekster een verzuimherstelbrief gezonden, waarin onder meer is gevraagd om een bestreden besluit of een aanvraag tot het nemen van een besluit. Uit een daarop volgende mailwisseling blijkt dat de gemachtigde van verzoekster deze brief op 7 november 2023 heeft ontvangen, volgens gemachtigde “door verhinderingen en omzeilingen”.
4. Bij mailbericht van 8 november 2023 heeft verzoekster, kennelijk als reactie op de brief van de voorzieningenrechter van 19 oktober 2023, een aantal stukken overgelegd. Hierbij bevindt zich een mailwisseling met de gemeente Almere over de periode 14 september 2023-8 oktober 2023, waarin de gemachtigde van verzoekster bij medewerkers van de afdeling Persoonsregistratie en Nationaliteit informeert wat in dit geval de juiste procedure is om voor het Nederlanderschap in aanmerking te komen.
5. In artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald in welke gevallen de voorzieningenrechter bevoegd is om te oordelen op een verzoek om een voorlopige voorziening. Hiervoor is nodig dat een bestuursorgaan een besluit heeft genomen, of als een besluit op een door een belanghebbende gedane aanvraag uitblijft.
6. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een aanvraag is gedaan waarop niet tijdig is beslist, dan wel dat een besluit van een bestuursorgaan voorligt, en dat daartegen bezwaar of beroep is ingediend. Uit een reactie van de gemeente Almere in een e-mailbericht van 29 september 2023 kan volgens de voorzieningenrechter worden afgeleid dat deze gemeente niet heeft beoogd een voor beroep of bezwaar vatbaar besluit te nemen. Volgens het betreffende e-mailbericht zijn slechts de juiste procedures benoemd en de voorwaarden waaraan met moet voldoen vóórdat een aanvraag is ingediend.
7. In de brief van de IND van 16 november 2023 aan de gemachtigde van verzoekster, waarin wordt gewezen op de te volgen procedure, zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter evenmin aanknopingspunten te vinden voor het aannemen van het bestaan van een voor beroep of bezwaar vatbaar besluit.
8. Ook overigens blijkt uit de overgelegde stukken naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet van een dergelijk besluit. De voorzieningenrechter is daarom onbevoegd om te oordelen over het ingediende verzoek.
9. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter nog op dat de gemachtigde van verzoekster in het belang van zijn cliënt de in de brief van de IND van 16 november beschreven procedure zou kunnen starten door een afspraak te maken met de gemeente Almere, zoals beschreven in het mailbericht van de gemeente van 14 september 2023.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins-Langedijk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 november 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.