Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van [verdachte] , zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
[verdachte] heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan een overval op de snackbar [snackbar] , waarbij [verdachte] een taser in zijn hand had. [verdachte] heeft de taser naar de snackbarmedewerkster gericht en meerdere malen de aan- en uitknop ingedrukt waardoor de medewerkster het geluid hoorde van een elektrische stroomstoot van de taser. Ondertussen pakte een medeverdachte het geld uit de kassa. Het gebruik van de taser zorgde voor een bedreigende situatie. Dit was voor de snackbarmedewerkster een traumatische ervaring. Dit soort strafbare feiten veroorzaken gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
[verdachte] heeft zich ten tijde van de overval dus ook schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een taser. Het bezit van een dergelijk wapen kan leiden tot gevaarlijke situaties. Ongecontroleerd wapenbezit brengt onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich en wakkert gevoelens van onveiligheid in de samenleving aan.
De rechtbank neemt het [verdachte] kwalijk dat hij kennelijk alleen oog heeft gehad voor wat de overval hem zou opleveren en dat hij nog geen maand later nogmaals met een taser de straat op gaat.
8.3.2De persoonlijke omstandigheden van [verdachte]
Strafblad
De rechtbank heeft gekeken naar de justitiële documentatie van [verdachte] van 29 december 2022. Daaruit blijkt dat [verdachte] niet eerder is veroordeeld.
Adviezen van deskundigen
De rechtbank heeft de volgende adviezen van deskundigen gelezen:
- het Pro Justitia rapport (psychologisch onderzoek) van 29 juni 2022;
- het advies van de Raad voor de Kinderbescherming van 26 januari 2023;
- het rapport van Samen Veilig van 30 januari 2023.
Mevrouw S. M’ghaouch, jeugdreclasseringswerker bij Samen Veilig Midden-Nederland heeft de rechtbank ter zitting geadviseerd.
Het Pro Justitia rapport (psychologisch onderzoek)
Volgens de psycholoog is er bij [verdachte] geen sprake van een psychische stoornis of verstandelijke beperking, ook niet tijdens de ten laste gelegde feiten. Er is daarom geen reden voor behandeling. Wel zou hij kunnen profiteren van begeleiding door de jeugdreclassering om een aantal beschermende factoren te versterken.
Het advies van de Raad voor de Kinderbescherming
De kans op herhaling van delictgedrag wordt als hoog ingeschat. Hoewel [verdachte] sinds zijn schorsing op de verschillende domeinen een positieve ontwikkeling heeft laten zien en de risicofactoren zijn verminderd, vindt de Raad voor de Kinderbescherming het belangrijk om [verdachte] nog een periode te blijven begeleiden om hem te helpen zijn positieve ontwikkelingen door te zetten. Ook is het nodig om met [verdachte] uitgebreid de feiten te bespreken.
De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechtbank om [verdachte] een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen en een voorwaardelijke jeugddetentie, conform de duur van het voorarrest, onder de algemene voorwaarden en de bijzondere voorwaarden dat [verdachte] :
- naar school gaat conform zijn lesrooster;
- zich houdt aan een contactverbod met de slachtoffers van de overval;
- zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht van Samen Veilig Midden-Nederland in Utrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Het rapport van Samen Veilig
De begeleiding verloopt tot nu toe goed. [verdachte] houdt zich aan de voorwaarden en functioneert goed op de verschillende domeinen. [verdachte] heeft zich netjes aan zijn avondklok gehouden. Het algemene recidiverisico wordt momenteel als hoog ingeschat.
Samen Veilig adviseert de rechtbank om [verdachte] een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen en een voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen onder de algemene voorwaarden en onder de bijzondere voorwaarde dat [verdachte] :
- naar school gaat conform zijn lesrooster;
- zich houdt aan een contactverbod met de slachtoffers van de overval;
- zich houdt aan een contactverbod met de medeverdachten;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht van Samen Veilig Midden-Nederland te Utrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Op de zitting heeft mevrouw S. M’ghaouch het rapport toegelicht. Toen het rapport werd opgesteld, had [verdachte] nog geen verklaring afgelegd. Mevrouw S. M’ghaouch heeft aangegeven dat zij tijdens de verdere begeleiding graag aan de hand van de verklaring van [verdachte] op zitting het delict met hem wil bespreken.
8.3.3Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de ernst van de feiten in beginsel met geen andere straf kan worden volstaan dan met een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt. Het is zeer zorgwekkend dat [verdachte] zich op zo’n jonge leeftijd schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank zal echter rekening houden met de jeugdige leeftijd van [verdachte] en het feit dat hij niet eerder veroordeeld is. Daarnaast heeft [verdachte] op zitting meermalen aangegeven dat hij spijt heeft van wat hij heeft gedaan en heeft hij, anders dan bij de politie, op zitting openheid van zaken gegeven. De rechtbank merkt op dat [verdachte] tijdens zijn schorsing opnieuw is aangehouden voor een strafbaar feit. Toch is er een positieve ontwikkeling te zien in de leefgebieden van [verdachte] . De rechtbank wil deze ontwikkeling niet doorkruisen. De rechtbank zal dan ook geen onvoorwaardelijke jeugddetentie opleggen. De rechtbank vindt het echter wel van belang dat [verdachte] op het juiste pad blijft en zal daarom een voorwaardelijke jeugddetentie opleggen. De rechtbank zal daarnaast, gelet op de ernst van de feiten en het belang dat [verdachte] de gevolgen van zijn handelen ervaart, aan hem een onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf opleggen. De rechtbank heeft ook meegewogen dat [verdachte] sinds april 2022 in zijn vrijheid beperkt is geweest door de avondklok die hij als schorsingsvoorwaarde opgelegd heeft gekregen.
Alles afwegend vindt de rechtbank het passend en geboden om [verdachte] een jeugddetentie voor de duur van 4 maanden geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar op te leggen. De rechtbank zal aan de voorwaardelijke jeugddetentie de door Samen Veilig geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. Daarnaast legt de rechtbank [verdachte] een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 100 uren, te vervangen door 50 dagen jeugddetentie op, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht, waarbij 1 dag voorarrest gelijk staat aan 2 uren werkstraf.