In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 22 november 2023, wordt het beroep van de Staatssecretaris van Defensie tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) behandeld. Het Uwv had op 4 november 2022 besloten om aan een voormalig werknemer met ingang van 5 november 2021 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat deze 100% arbeidsongeschikt was. De Staatssecretaris van Defensie, als eiser, heeft in een brief van 11 mei 2023 zijn procesbelang toegelicht, waarbij hij stelde dat de beoordeling van de re-integratie-inspanningen van Defensie centraal staat in zowel deze procedure als in een andere procedure over het ontslagbesluit van de werknemer.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eiser geen procesbelang heeft. Dit betekent dat de uitkomst van de procedure geen invloed heeft op de rechtspositie van de eiser. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een beroep kennelijk niet-ontvankelijk kan worden verklaard als er geen procesbelang is. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank heeft de beslissing genomen dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een vergoeding van de proceskosten.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.