Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 november 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsprocedure tegen een veroordeelde die eerder was veroordeeld voor opzetwitwassen. De vordering van de officier van justitie strekte tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 96.870,-, dat zou zijn verkregen door het witwassen van bitcoins. De rechtbank heeft de vordering inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 13 oktober 2023 en het onderzoek op 24 november 2023 gesloten. De officier van justitie voerde aan dat het bedrag het resultaat was van witwassen, terwijl de verdediging betoogde dat er geen bewijs was dat de veroordeelde daadwerkelijk voordeel had genoten van de witwaspraktijken.
De rechtbank oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de bitcoins waren gewitwasd, niet automatisch betekent dat er wederrechtelijk verkregen voordeel was. De rechtbank stelde vast dat er geen bewijs was dat de omzetting van bitcoins naar contant geld had geleid tot een vermogensvermeerdering voor de veroordeelde. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de veroordeelde andere strafbare feiten had gepleegd die een grondslag voor ontneming zouden kunnen vormen. De rechtbank concludeerde dat de vordering van de officier van justitie niet kon worden toegewezen, omdat er geen grondslag was voor het vaststellen van wederrechtelijk verkregen voordeel. De ontnemingsvordering werd dan ook afgewezen.