Op 9 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 18 januari 2017 en sindsdien meerdere keren verlengd. De gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden Nederland had verzocht om de ondertoezichtstelling opnieuw te verlengen voor een jaar, tot 18 januari 2024, om het contact tussen de kinderen en hun vader te herstellen. De moeder van de kinderen was van mening dat de ondertoezichtstelling niet verlengd moest worden, omdat zij geen bedreiging voor de ontwikkeling van de kinderen zag en de communicatieproblemen tussen de ouders als oorzaak van het uitblijven van contactherstel aanhaalde.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren en heeft de ouders en de GI gehoord. De kinderrechter oordeelde dat de situatie van de kinderen zorgelijk is, aangezien zij hun vader al drie jaar niet hebben gezien. De kinderrechter constateerde dat de moeder onvoldoende meewerkt aan het contactherstel en dat de communicatieproblemen niet de enige oorzaak zijn van het uitblijven van contact. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 18 juli 2023, met de verwachting dat de moeder zich actief zal inzetten voor contactherstel. De kinderrechter heeft ook de GI opgedragen om te zorgen voor de nodige ondersteuning voor zowel de ouders als de kinderen.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de ouders zijn geïnformeerd over hun recht om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ondanks mogelijke rechtsmiddelen die door de ouders kunnen worden aangewend.