In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 13 februari 2023, is verdachte beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder poging tot diefstal en heling. De rechtbank heeft op 30 januari 2023 een openbare terechtzitting gehouden, waar de officier van justitie, mr. A.C.M. Beneken genaamd Kolmer, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.K.J. Dikkerboom, hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen.
De tenlastelegging omvat onder andere het wederrechtelijk betreden van het erf van een ander en het proberen te stelen van een fiets. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor de feiten onder parketnummer 16/204950-19, waardoor verdachte hiervoor is vrijgesproken. Echter, voor het feit onder parketnummer 16/300687-22, waarbij verdachte heeft geprobeerd een fiets te stelen, is de rechtbank tot een bewezenverklaring gekomen, mede op basis van de bekennende verklaring van verdachte.
De rechtbank heeft vervolgens de strafbaarheid van verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. Gezien de ernst van het feit en de recidiveproblematiek van verdachte, heeft de rechtbank besloten om een voorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen voor de duur van twee jaren, met bijzondere voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen gelast en de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf toegewezen.