ECLI:NL:RBMNE:2023:6247
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek gegrond verklaard na moeizame communicatie tussen partijen en rechter
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 november 2023 het wrakingsverzoek van verzoeker gegrond verklaard. Het verzoek was ingediend naar aanleiding van de mondelinge behandeling op 26 oktober 2023, waarbij de communicatie tussen partijen en de rechter moeizaam verliep. Verzoeker stelde dat de rechter zich partijdig opstelde door veel kritische vragen aan hem te stellen en stukken van de wederpartij toe te laten die te laat waren ingediend. Bovendien had de rechter tijdens de zitting een opmerking gemaakt over de lotsverbondenheid tussen partijen die verzoeker de schijn van partijdigheid deed wekken.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat, hoewel de rechter niet daadwerkelijk vooringenomen was, de wijze waarop hij zich tijdens de zitting uitliet en de communicatie met verzoeker de indruk van partijdigheid heeft gewekt. De rechter had erkend dat hij niet alle stukken had gelezen, maar stelde dat hij voldoende informatie had om de zaak te behandelen. De wrakingskamer oordeelde dat de afsluitende opmerking van de rechter over de lotsverbondenheid, die verzoeker als kwetsend ervoer, de schijn van partijdigheid kon wekken. Dit leidde tot de conclusie dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was, waardoor het wrakingsverzoek gegrond werd verklaard.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De griffier en de voorzitter hebben de beslissing ondertekend en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitkomst.