Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[procesdeelnemer II]in hoedanigheid van executeur testamentair en vereffenaar in de nalatenschap van
[A], die tijdens deze procedure is overleden,
mr. [procesdeelnemer III]in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap
[onderneming 1] B.V.,
mr. [procesdeelnemer III],
1.De procedure
- het vonnis in incident van 15 juni 2022,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte eiswijziging in conventie met producties,
- de akte met aanvullende producties 31 tot en met 40 van de Curator,
- de akte met aanvullende productie 11 van [A] c.s.,
- een uitstelverzoek voor het wijzen van vonnis van [A] c.s.,
- een bezwaar van de Curator tegen het uitstelverzoek.
2.Waar gaat deze zaak over?Kern van het geschil
Voor zover de rechtbank [A] c.s. daarvoor niet aansprakelijk vindt, wil de Curator betaling door [A] c.s. van drie bedragen. Dat zijn twee betalingen die de [onderneming 1] , volgens de Curator, onverschuldigd aan/ten behoeve van [A] c.s. heeft gedaan en een vordering van de [onderneming 1] op de [procesdeelnemer I] die onterecht is kwijtgescholden.
3.De beoordeling in conventie en in reconventie
ex tunc). Dat betekent dat bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van onrechtmatig handelen, alleen de informatie van belang is die tijdens de verkoop van de [onderneming 1] bij de Curator bekend was (zonder
hindsight bias). Zelfs als achteraf blijkt dat de [onderneming 1] voor een hoger bedrag aan een derde kon worden verkocht, zoals [A] c.s. zonder onderbouwing stelt, brengt dat dus nog niet mee dat de Curator onrechtmatig heeft gehandeld door de [onderneming 1] aan een andere partij te verkopen.
Schending administratie- en publicatieplicht door [A] c.s.
.Zij is en blijft als bestuurder van de [onderneming 1] verantwoordelijk voor de algemene en financiële gang van zaken binnen de [onderneming 1] , waaronder voor het voren van een volledige administratie en de tijdige publicatie van de jaarrekeningen. Dat geldt ook als zij een beherend apotheker in dienst heeft genomen. [A] c.s. had maatregelen moeten nemen als [B] een onvolledige administratie voerde en de jaarrekeningen niet op tijd publiceerde. [A] c.s. heeft niet gesteld dat zij die maatregelen heeft genomen.
Proceskosten
- griffierecht € 656,-
- salaris advocaat € 1.196,- (2 punten x tarief II)
- nakosten
€ 271,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
totaal € 2.123,-
(1 punt x tarief II).
4. De beslissing
en te vermeerderen met de wettelijke rente (als bedoeld in artikel 6:119 BW) over deze bedragen met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van betaling,