4.3Het oordeel van de rechtbank
Voor de leesbaarheid van het vonnis zal de rechtbank na elk feitencomplex de bewijsoverweging opnemen.
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Feiten 1 en 2
Bewijsmiddelen
Op 16 november 2022 heeft verbalisant [verbalisant 1] een proces-verbaal bevindingen van een gesprek met [slachtoffer] in het ziekenhuis opgemaakt en hierin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik ben van achteren hard geslagen door een vaas of een hamer. Ik heb ook last van mijn ribben en ik zou twee ribben gebroken hebben volgens de artsen. Hij had mij namelijk geschopt toen ik op de grond lag. In het verleden heeft hij mijn neus een keer gebroken en moest ik daar aan geopereerd worden.
Op 16 november 2022 heeft [slachtoffer] bij de politie aangifte gedaan en daar verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn ex-vriend, [verdachte] heeft geprobeerd mij opzettelijk van het leven te beroven. Ongeveer twee maanden geleden ontstonden er af en toe woordenwisselingen tussen ons. Hij sloeg mij meerdere keren in mijn gezicht. Hij sloeg ook met zijn hand op mijn neus, waardoor ik mijn neus brak. Ik ben toen ook naar het ziekenhuis gegaan, omdat mijn neus scheef stond.
Een aantal dagen geleden had ik een discussie met mijn vriend. Hij had mij ook in mijn ribben getrapt en bij mijn haren vastgepakt, waardoor ik veel haren was verloren. De afgelopen maanden hadden wij eigenlijk iedere week ruzie, waarbij ik iedere week klappen kreeg.
Op maandag 14 november 2022 had ik in de avond een gesprek met mijn vriend. Mijn vriend begon mij direct te slaan. Mijn vriend sloeg mij met zijn vlakke handen meerdere malen in mijn gezicht. Ik denk dat ik wel tien keer in mijn gezicht geslagen werd. Ik zag en voelde dat mijn vriend mij trapte terwijl ik nog op de bank zat. Ik zag dat mijn vriend zijn schoenen nog aan had. Ik weet niet meer hoeveel trappen ik kreeg, maar het waren er wel heel veel. Ik zag en voelde dat ik door zijn trappen geraakt werd in mijn ribben, aan de linker- en rechterkant van mijn lichaam. Ik voelde plots dat ik door iets heel hards geraakt werd achter op mijn hoofd. Ik viel heel hard op de grond. Ik lag op dat moment op mijn buik. Ik voelde direct bloed stromen vanuit mijn hoofd. Het voelde alsof ik geraakt werd door een groot voorwerp. Ik heb een hersenschudding opgelopen door de klap op mijn hoofd. Ik heb door de klap op mijn hoofd een wond op mijn achterhoofd. Ik heb twee gebroken ribben aan de linkerzijde van mijn lichaam door de trappen die ik gehad heb.
Ik ben tijdens deze ziekenhuisopname ook door een scan gegaan. Op deze scan was te zien dat ik een breuk had in mijn schouder welke al aan het genezen was. Er is mij door de verpleegkundigen verteld dat dit kan duiden op een oudere breuk.
Op 22 november 2022 is [slachtoffer] nogmaals bij de politie gehoord als aangeefster. Daar heeft zij verklaard, zakelijk weergegeven: (V = vraag, A = antwoord)
A: Het is mijn linkerschouder. Mijn arm doet daardoor ook heel veel pijn. Ik kan bijna niet slapen. Alleen met een kruik op mijn schouder kan ik in slaap vallen. Ik had een gevecht met mijn ex. Ik werd geschopt en geslagen.
V: Waarschijnlijk heeft u de breuk recent opgelopen en u heeft daar vast veel last van gehad. Kunt u het moment waarop u de breuk heeft opgelopen herinneren?
A: Ik denk zo’n drie of vier weken geleden.
Op 15 november 2022 om 00:45 uur heeft [getuige 1] bij de politie een getuigenverklaring afgelegd en daar verklaard, zakelijk weergegeven: (V= vraag, A= antwoord)
V: U heeft vandaag
(de rechtbank begrijpt: op 14 november 2022)de politie gebeld met de melding dat er ruzie was in de woning van uw dochter. Wat kunt u daar over vertellen?
A: Ik zag dat ik werd gebeld door mijn dochter. Ik hoorde mijn dochter, [slachtoffer] , zeggen dat ze werd mishandeld. Ik hoorde haar zeggen dat hij haar tegen haar hoofd heeft geslagen. Ik ben daar een keer geweest toen hij haar neus kapot had gemaakt. Ik zag allemaal bloed in de woning. Het enige van wat ik van hem ken, ik hoor van mijn dochter, mam hij mishandelt me. Hij slaat me, hij schopt me, hij trekt mijn haren uit mijn hoofd.
V: Toen u uw dochter vandaag aan de telefoon had, hoorde u toen ook dingen op de
achtergrond?
A: Ik hoorde mijn dochter zeggen ma bel de politie. Ik hoorde mijn dochter zeggen: “Ma, help me hij slaat me en schopt me”. Ik hoorde tijdens het gesprek ook dingen op de grond vallen.
V: Hoelang kent uw dochter deze man al?
A: Een paar maanden
V: Weet u ook wanneer de mishandeling zijn begonnen?
A: Vanaf het begin af aan al. Het gaat elke keer de afgelopen 2 maanden zo dat zij mij belt en dan hoor ik de telefoon vallen en ik hoor dat er dan ruzie is in de woning.
Mijn dochter is ook een keer behandelt in het ziekenhuis. Hij had haar toen tegen haar neus geschopt en deze is toen weer recht gezet. Haar neus was toen kapot. Dit was ongeveer 2 maanden geleden.
Op 15 november 2022 heeft verbalisant [verbalisant 2] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op maandag 14 november 2022 kregen wij de opdracht om te gaan naar de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat de voordeur van huisnummer [huisnummer] openstond. Ik hoorde gegil van een vrouw uit de woning komen. Ik zag in de linkerhoek van de hal een mannelijk persoon zitten op een meubelstuk. Ik zag dat de persoon bloed aan zijn handen en kleding had zitten. Ik zag links naast de persoon op de grond een hamer liggen. Ik zag rechts van mij een vrouw uit de toiletruimte komen. Ik zag dat het gezicht van de vrouw onder het bloed zat. Ik zag dat de haren van de vrouw nat waren van het bloed. Ik zag boven op het hoofd van de vrouw veel bloed, mogelijk door een gat in haar hoofd. Ik zag dat de vrouw constant haar bewustzijn verloor.
Op 15 november 2022 heeft verbalisant [verbalisant 3] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Ik zag vanaf de overloop van het trappenhuis dat de gehele vloer van de hal van het appartement onder uitgeveegd bloed lag. Ik zag een man van Aziatische afkomst. Ik zag dat hij een wit T-shirt droeg dat onder het bloed zat. Ik zag dat zijn armen en handen onder het bloed zaten. De verdachte bleek later te zijn: [verdachte] .
Ik zag dat het slachtoffer op haar knieën zat op de overloop. Ik zag dat haar haar nat was van het bloed. Ik hoorde haar schreeuwen dat hij haar had geslagen. Ik hoorde dat het slachtoffer kort buiten bewustzijn was geraakt.
Tijdens het transport hoorde ik [verdachte] zeggen: “Ik heb gedronken en drugs gebruikt. Mijn vrouw heeft niets gedaan, ik heb alles gedaan. Ik heb haar geslagen met de hamer.”
Op 19 november 2022 heeft verbalisant [verbalisant 4] een proces-verbaal van bevindingen over eerdere meldingen tussen [slachtoffer] en [verdachte] opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Melding van 22 juli 2022.
Dochter van [slachtoffer] belde de politie dat haar moeder zou zijn mishandeld door haar vriend. Moeder [slachtoffer] zou haar neus hebben gebroken hierdoor. Er zou veel bloed in de woning liggen.
Op 8 december 2022 heeft zorgverlener [A] een geneeskundige verklaring opgesteld over het onderzoek dat op 14 november 2022 bij [slachtoffer] heeft plaatsgevonden. Uit deze geneeskundige verklaring volgt, zakelijk weergegeven:
Waargenomen letsels na uitgebreid onderzoek: 1. Hersenschudding, 2. Hoofdwonden 3. Veel oude en nieuwe ribfracturen. De geschatte duur van de genezing bedraagt maanden.
Op 10 januari 2023 is door forensisch arts J. Overkamp een letselrapportage over [slachtoffer] opgemaakt. Hierin is opgenomen, zakelijk weergegeven:
Trauma capitis, zonder intracranieel letsel. Twee laceraties rechts termporaal en occipitaal, allebei van 1-2 cm, oppervlakkig. (hoofdwonden, oppervlakkige huidbeschadigingen behaarde hoofdhuid)
Multipele ribfracturen links en rechts, oud.
X-thorax: 2 ribfracturen links
CT thorax: 5 ribfracturen links en 4 ribfracturen links, lijkt grotendeels oud.
27 juli 2022: Neustrauma: neusfractuur. (Vorige week klap op neus gehad, scheefstand naar rechts.)
28 juli 2022: opname afdeling KNO in verband met repositie neusfractuur onder narcose.
Verdachte heeft ter terechtzitting op 8 november 2023 het volgende verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik heb haar op 14 november 2022 met mijn platte hand in het gezicht geslagen.
Bewijsoverweging
Vrijspraak feiten 1 primair en 1 subsidiair
De rechtbank acht de feiten 1 primair en 1 subsidiair niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken. Het dossier bevat onvoldoende informatie om vast te stellen of er door de geweldshandelingen van verdachte sprake was van een aanmerkelijke kans op de dood. Ook is de rechtbank van oordeel dat het letsel van aangeefster niet te kwalificeren is als zwaar lichamelijk letsel.
Feit 1 meer subsidiair
Ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde heeft de raadsman gesteld dat verdachte heeft ontkend dat hij met geschoeide voet heeft getrapt tegen de ribben van aangeefster en dat hij met een hamer of hard voorwerp op het hoofd heeft geslagen. Hij heeft geen opzet gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het letsel van [slachtoffer] wordt niet verder ondersteund in het dossier, waardoor er onvoldoende onderbouwing is om het letsel te scharen onder zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangeefster wordt ondersteund door de bij aangeefster aangetroffen letsels. Uit de letselverklaringen blijkt dat aangeefster een hersenschudding had, twee hoofdwonden en meerdere, ook nieuwe, ribfracturen. Dat betekent dat er fors geweld op aangeefster is uitgeoefend. De verklaring van verdachte dat de hoofdwond moet zijn veroorzaakt doordat hij zijn mobiele telefoon gooide, acht de rechtbank niet aannemelijk, omdat er sprake is van twee verwondingen. Bovendien heeft verdachte tijdens het transport op 14 november 2022 verklaard dat hij aangeefster met een hamer heeft geslagen en lag er bij binnenkomst in de woning een hamer op de grond naast verdachte. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte aangeefster meermalen in het gezicht heeft geslagen, meermalen met geschoeide voet in de ribben en op het lichaam heeft getrapt en met een hamer op het hoofd heeft geslagen. Het hoofd en de ribbenkast zijn kwetsbare delen van het lichaam omdat zich hierin en hierachter vitale delen van het lichaam bevinden. Hierop is door verdachte fors geweld toegepast. De combinatie van deze geweldshandelingen leveren een aanmerkelijke kans op zwaar lichamelijk letsel op, die door aldus te handelen, naar uiterlijke verschijningsvormen door verdachte bewust is aanvaard.
De rechtbank acht daarom het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen
Feit 2
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaring van aangeefster niet betrouwbaar is. Daarnaast kunnen letsels die eerder zijn ontstaan niet zonder meer aan de handelingen van verdachte worden toegeschreven. Er is geen steunbewijs waaruit blijkt dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode is mishandeld door verdachte.
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen. De verklaring van aangeefster wordt ondersteund door de verklaringen van de moeder en de dochter van aangeefster. De moeder heeft verklaard dat zij meerdere keren van aangeefster heeft gehoord dat zij werd mishandeld. Daarbij hoorde zij dat de telefoon viel en dat er ruzie was. Ook is zij in de woning geweest nadat verdachte de neus van aangeefster kapot had gemaakt en zag toen allemaal bloed. Op 22 juli 2022 is door de dochter van aangeefster een melding gedaan bij de politie dat verdachte de neus van aangeefster heeft gebroken. De dochter heeft verklaard dat zij bloed in de woning zag en dat alleen verdachte en aangeefster in de woning waren. Verdachte liep op dat moment zenuwachtig heen en weer. Uit de letselverklaring blijkt verder dat op 27 juli 2022 is gebleken dat de neus van aangeefster gebroken was door een klap van een week daarvoor. Ook blijkt hieruit dat aangeefster meerdere oude ribfracturen heeft.
Bewijsmiddelen
Op 6 oktober 2022 heeft verbalisant [verbalisant 5] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 6 oktober 2022 kreeg ik de melding te gaan naar de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat [slachtoffer] een bebloed hoofd had. Ik zag dat dit vers bloed betrof. Ik liep de woonkamer in en zag dat er een man op de bank lag wie ik herkende als [verdachte] . Ik hoorde dat [slachtoffer] zei: “Hij heeft mij met een tang geslagen.” Ik zag dat collega [verbalisant 6] een waterpomptang op de grond in de woonkamer vond.
Toen de verdachte in het dienstvoertuig zat, zag ik dat er bloed op de broek van de verdachte zat.
Verbalisant [verbalisant 6] heeft op 6 oktober 2022 een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Wij liepen de woning in. Wij zagen direct meerdere bloedspetters op de grond liggen, verspreid over de hal en in de woonkamer. [slachtoffer] verklaarde dat de verdachte haar op haar hoofd had geslagen met een tang. Ik zag dat zij op de bovenkant van haar hoofd een wond had. Ik zag dat zij een snee had van circa twee (2) centimeter bovenop haar hoofd had. Ik zag dat er bloed op haar hoofd zat en aan de rechterzijde van haar gezicht.
Op de grond, voor de plek waar de verdachte op de bank lag, lag een waterpomptang. De waterpomptang was rood van kleur. Dit was de enige tang die wij in de woonkamer vonden.
Van de hoofdwond van [slachtoffer] is een foto gemaakt.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft aangevoerd dat [slachtoffer] bij de rechter-commissaris op 25 mei 2023 heeft verklaard dat verdachte niet met de tang maar met een houten plankje op haar hoofd heeft geslagen. Dat hij met een tang heeft geslagen, heeft zij mogelijk verklaard omdat zij onder invloed was. De raadsman betwist daarom de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] en merkt verder op dat het letsel niet verder is onderbouwd en dat er geen aangifte in het dossier is opgenomen.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] heeft mishandeld door haar met een tang tegen het hoofd te slaan. De rechtbank gaat daarbij uit van de verklaring van [slachtoffer] die zij heeft afgelegd toen de politie op 6 oktober 2022 ter plaatse kwam. Daar komt bij dat de politie op de grond, voor de plek waar verdachte op de bank lag, een waterpomptang heeft aangetroffen. Dit past bij de verklaring van [slachtoffer] , die zij ter plekke heeft gegeven. De verklaring van [slachtoffer] dat er met een houten plankje is geslagen, wordt daarentegen niet ondersteund door het dossier. [slachtoffer] heeft bij de rechter-commissaris bovendien verklaard dat zij met verdachte over het verhoor bij de rechter-commissaris heeft gesproken.
Bewijsmiddelen
Op 31 juli 2023 heeft [aangever 1] aangifte gedaan bij de politie en daar verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 31 juli parkeerde ik mijn voertuig op de parkeerplaats van de Prozastraat bij de supermarkt. Het voertuig betreft een Volkswagen golf, voorzien van kenteken [kenteken] . Toen ik het voertuig parkeerde was deze onbeschadigd.
Toen ik terugliep naar mijn auto werd ik aangesproken door een man. Toen ik goed keek naar de personenauto zag ik dat er een deuk ter grote van een voetafdruk op mijn auto zat.
Op 31 juli 2023 heeft [aangever 2] , mede namens [bedrijf 3] , bij de politie aangifte gedaan en daar verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 31 juli parkeerde ik mijn voertuig op de parkeerplaats van de Prozastraat bij de supermarkt. Dit betreft een leaseauto. Het voertuig betreft een Fiat 500 voorzien van kenteken [kenteken] . Toen ik het voertuig parkeerde was deze onbeschadigd.
Toen ik terug kwam van de supermarkt werd ik aangesproken door een politieagent. Ik zag dat het rechter achterlicht kapot was. Ik zag dat er rode plastic scherven op de grond lagen. Ik hoorde de politieagent zeggen dat er door een getuige was gezien dat een man tegen mijn auto had aangetrapt en dat deze hierdoor kapot is gegaan.
Op 31 juli 2023 heeft [aangever 3] een getuigenverklaring bij de politie afgelegd en daar verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 31 juli 2023 was ik op de Prozastraat te Almere. Ik zag dat de verdachte heel boos werd en boven op de motorkap van een Volkswagen Golf sprong. Ik zag dat hierdoor meerdere deuken ontstonden in de motorkap van deze auto. Vervolgens zag ik dat de verdachte van de motorkap af kwam en tegen de rechter achterzijde van een Fiat 500 aan trapte. Ik zag dat hierdoor het achterlicht van dit voertuig kapot ging.
Ter zitting heeft verdachte verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik was boos omdat een man over mijn voet reed en toen wegreed. Ik dacht dat de auto’s die ik vernielde, van vrienden van die man waren. Ik vond het wel gerechtvaardigd om te vernielen. Achteraf vind ik wel dat het fout was van mij.
Bewijsmiddelen
Op 10 oktober 2023 hebben verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 9 oktober 2023 kwamen wij ter plaatse op de [adres] . Er werd open gedaan door een vrouw. Wij zagen dat zij angstig uit haar ogen keek. Wij hoorden haar direct roepen “Au, au, help me!”. Wij zagen een man in enkel zijn onderbroek staan. De vrouw bleek later te zijn: [slachtoffer] . De man bleek later te zijn: [verdachte] .
Ik zag dat hij een bloedvlek had op de rechterpijp van zijn boxershort.
Ik vroeg [slachtoffer] wat er was gebeurd, waarna ik haar hoorde verklaren dat zij was geslagen met een riem en dat [verdachte] dat had gedaan. Ik hoorde dat zij hier meerdere slaken van pijn uitte.
Op 10 oktober 2023 heeft verbalisant [verbalisant 9] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt en daarin gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op 9 oktober 2023 kreeg ik het verzoek om te gaan naar de [adres] te [woonplaats] . Desgevraagd vertelde de vrouw kort samengevat dat: “Ik heb vandaag 50 euro weekgeld gehad en dit vond hij niet genoeg. Hij werd helemaal gek. Hij heeft mij daarna overal geslagen met een riem. Over mijn hele lichaam en ook mijn hoofd. Hierdoor heb ik erg veel pijn.”
Ik zag dat de vrouw onder de blauwe plekken zat, vooral op haar benen. Ik zag een rode wond/plek op het achterhoofd, net in de nek van de vrouw.
Op 10 oktober 2023 heeft [getuige 2] bij de politie getuigenverklaring afgelegd en daar verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 9 oktober 2023 hoorde ik gebonk op mijn voordeur. Ik hoorde ook gegil en de woorden help en au. Ik zag dat de buurvrouw van huisnummer [huisnummer] voor mijn deur zat. Ik ging terug naar bed, maar ik bleef geschreeuw horen. Ik hoorde haar toch nog steeds help en au schreeuwen.
Verdachte is op 10 oktober 2023 door de politie gehoord. Daar heeft hij verklaard, zakelijk weergegeven: (V= vraag, A= antwoord)
V: Heb jij haar gisteren geslagen?
A: Ja omdat zij mij eerst sloeg.
O: Je zou haar met een riem hebben geslagen.
V: Wat kun je hier zelf over vertellen?
A: Waarschijnlijk wel.
O: Ik laat foto' s zien van de verwondingen.
V: Ik zie de verwondingen die door de riem gemaakt zijn en dat zal door mij gedaan zijn.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft aangevoerd dat er geen aangifte is gedaan en dat de verklaring van [slachtoffer] niet betrouwbaar is gelet op haar gemoedstoestand. Zowel [slachtoffer] als verdachte hadden alcohol gedronken en verklaarden dat er sprake was van ruzie. [slachtoffer] zou eerst hebben geslagen en verdachte heeft haar daarop beetgepakt en teruggeslagen. Er is onsamenhangend verklaard door [slachtoffer] en er zijn geen foto’s van het letsel aan het dossier toegevoegd.
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte [slachtoffer] heeft mishandeld door meermalen te slaan met een riem. Voor een bewezenverklaring is het niet nodig dat er een aangifte ligt van [slachtoffer] of dat er foto’s in het dossier zitten van het letsel. Verbalisant [verbalisant 9] heeft een korte verklaring van [slachtoffer] opgenomen, waarin zij heeft verklaard dat zij door verdachte overal is geslagen met een riem. Ook verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hebben [slachtoffer] dit horen verklaren. Verbalisant [verbalisant 9] heeft meerdere blauwe plekken en verwondingen gezien bij [slachtoffer] .
Op het moment dat aan verdachte werd gevraagd of hij met een riem heeft geslagen, heeft hij geantwoord dat hij dit waarschijnlijk wel heeft gedaan. Als hem de foto’s getoond worden van het letsel, merkt hij op dat hij verwondingen ziet die door de riem zijn gemaakt.