Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 9 november 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein, verweerder
Inleiding
8 december 2022.
Overwegingen
niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Het instellen van het beroep dient volgens verweerder geen redelijk doel. Eiser heeft om onbegrijpelijke redenen niet ingestemd met een verdere verlenging van de beslistermijn in afwachting van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) op het hoger beroep tegen een eerdere last onder dwangsom. Verder is de begunstigingstermijn van de last onder dwangsom opgeschort tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Eiser ondervindt dus geen financieel nadeel van het later nemen van een beslissing op zijn bezwaar.
.Omdat er een adviescommissie is, geldt in dit geval een termijn van twaalf weken, eindigend op
28 april 2023 verzonden. De rechtbank stelt vast dat niet binnen twee weken nadien een besluit is genomen op het verzoek en dat inmiddels meer dan 42 dagen zijn verstreken. De rechtbank oordeelt daarom dat het college het maximale bedrag van € 1.442,- heeft verbeurd.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- stelt de door verweerder te betalen dwangsom vast op € 1.442,-;
- draagt het college op om uiterlijk op 19 januari 2024 een beslissing op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat het college aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
mr.J.M.T. Bouwman, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
9 november 2023.