Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
en/of
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
primairten laste gelegde, namelijk de moord, wegens het ontbreken van voorbedachte rade.
subsidiairten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. Er is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de drie verdachten, waardoor het onderdeel medeplegen bewezen kan worden. [verdachte] is samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar het huis van [slachoffer] gegaan. Alle drie de verdachten zijn vervolgens binnen geweest en hebben alle drie geweld gebruikt. De nauwe en bewuste samenwerking was erop gericht om geld van [slachoffer] te krijgen. Daarom hebben de verdachten hem vastgebonden en geweld op hem toegepast.
primairten laste gelegde moord.
subsidiairten laste gelegde bewezen, namelijk de gekwalificeerde doodslag.
Toen ik de slaapkamer in kwam heb ik het licht aan gedaan. Ik zag vervolgens dat [slachtoffer (voornaam)] naast het bed lag op zijn rechter zij. Ik zag dat zijn benen waren opgetrokken en elkaar waren vastgebonden met touw en tape. Ik zag ook dat zijn handen waren vastgebonden aan de bed spijl met touw en tape.
Daarna zijn mijn collega en ik doorgelopen en zag ik dat wij in een woonkamer kwamen. Ik zag dat deze woonkamer helemaal overhoop lag. Het leek er op dat de woning doorzocht was. Ik zag namelijk dat er overal spullen op de grond lagen. Ik zag dat zich, vanaf de woonkamer gezien links, een gang bevond. Ik zag dat links voor de deuropening van deze gang een bril op de grond lag. [3]
Na het maken van het hartfilmpje hoorde ik de medewerkers van de ambulance zeggen dat zij nu zeker wisten dat het slachtoffer overleden was. [4]
- Forse buikwandbreuk met vet en enkele met vocht gevulde delen.
- Meerdere ribbreuken: rechterflank 9° en 10°; linksachter 9° en 10°; linkerflank 9°; linksvoor 6° t/m 8°.
- Vrij vocht rondom de lever en de milt, alsook in het kleine bekken.
Aan de buik was een onscherp begrensde onderhuidse bloeduitstorting (sub B3), met begeleidende bloeduitstorting in de weke delen en verscheuring van de ophangband van de dunne darm; in de buikholte was circa 3 liter bloed. Deze letsels zijn ontstaan door zeer hevige stomp botsende krachtinwerking ter hoogte van de buik (zoals hevig schoppen of slaan) en hebben geleid tot het ernstige bloedverlies (zie ook sub B4) op basis waarvan het overlijden kan worden verklaard.
Voorts waren er aan het hoofd, in de mond en ter hoogte van de romp en ledematen (sub BS t/m B9) letsels van stomp-botsende en deels schavende krachtinwerking (zoals geslagen worden, stevig beetgepakt worden of stoten/schaven). De letsels op het hoofd (sub BS) kunnen gezien de locatie hebben geleid tot bewustzijnsdaling. De letsels in de mond (sub B6) kunnen tevens zijn ontstaan door een (af)drukkende krachtinwerking, zoals door smoren. De ribbreuken (sub A en B7) kunnen hebben geleid tot ademhalingsfunctiestoornissen.. [7] Op de polsen en enkels waren enkele letsels (sub BS) die qua aspect en locatie, mede op basis van de aangeleverde informatie, zouden kunnen passen bij een omsnoerende krachtinwerking zoals knevelen. Volgens de aangeleverde informatie zou het fixatiemateriaal relatief los hebben gezeten, hetgeen de relatief geringe letsels zou kunnen verklaren. De geringe letsels zouden tevens verklaard kunnen worden door beperkt verweer, bijvoorbeeld in het kader van een bewustzijnsdaling (zoals door een krachtinwerking op het hoofd, of in het kader van het overlijdensproces/bloedverlies).
De punt- tot stipvormige bloeduitstortingen in de bindvliezen van de oogleden (sub B10) duiden op bloedstuwing bij leven. Dergelijke bloedstuwing (in het hoofd) kan onder meer ontstaan door belemmering van de veneuze afvloed ter hoogte van de hals (zoals door samendrukkende of toesnoerende krachtinwerking), verhoogde druk in de borstkas en/of rechtszijdig hartfalen.
Bij forensisch pathologisch onderzoek op het lichaam van [slachoffer] , 61 jaren oud geworden, wordt het overlijden verklaard door verbloeding als gevolg van hevige stomp botsende krachtinwerking op de buik. Een toxicologisch beïnvloeding ten tijde van het overlijden is niet gebleken. [8]
Wij zagen dat een lus van zogeheten paracord, behorende bij de tas, losjes om de enkels zat.
Wij zagen dat er een groenkleurige sweater om het hoofd was gewikkeld waarbij het achterhoofd onbedekt was (foto 14). Wij zagen dat om deze sweater leger groenkleurige bretels gewikkeld waren.
Wij zagen dat de polsen van overledene ter hoogte van de bedpoot waren. Wij zagen dat er een leren riem om de polsen en de bedpoot was gewikkeld. Ook zagen wij een stuk duct-tape, een zwartkleurig elektriciteitssnoer inclusief stekker en het bindtouw om de polsen en de bedpoot gewikkeld. [9]
Op de eetkamertafel stond een geopende laptop met daarop een lege portemonnee.
-verdachte [verdachte]
meer dan 1 miljard keer waarschijnlijkerwanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte [verdachte] en slachtoffer [slachoffer] , dan
meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker
is veroorzaaktmet de linkerschoen [A]. [35]
Ik zag op de beelden dat er een persoon de portiek in komt, komende uit het verlengde van de toegangsdeur. Ik zag dat de man een zwarte 'hoodie' draagt met capuchon over het hoofd en groen mondkapje voor. Verder draagt de man een vale blauwige spijkerbroek, donkere sneakers met witte zolen en om zijn schouder een zwart schoudertasje. Op de beelden is te zien dat er met het kootje van de linker wijsvinger de deurbel van perceelnummer [.] wordt ingedrukt. Aan de contouren van de rechterachterzak lijkt er een onbekend voorwerp te zitten. Vervolgens belt de persoon aan bij perceelnummer [.] , [.] , [.] , [.] , [.] en [.] en wordt uiteindelijk via de intercom binnengelaten om 08:35.00. [36]
,portiek, zijde trappenhuis:
Ik zag op de beelden dat komende vanaf de portiek met brievenbussen de man gekleed in de zwarte hoodie tegen de post van de liftdeur aan gaat leunen, weggedraaid van de trap. Vervolgens stapt hij de lift in. De persoon in de hoodie is aan zijn slungelige postuur, schoeisel en broek door mij te herkennen als verdachte [medeverdachte 1] .
Deze persoon ziet er als volgt uit:
- Donkerkleurig vest met capuchon,
- Blauw spijkerbroek,
- Donkere schoenen met een witte zool,
- Donkerkleurig heuptasje
Qua kleding signalement komt deze persoon overeen met verdachte [medeverdachte 1] .
De persoon gaat de lift in. Opmerkelijk is dat de persoon op de camera's wel te zien is als de persoon naar binnenkomt, maar niet wanneer de persoon de portiek verlaat. Aannemelijk is dat de brandtrap is gebruikt om het complex te verlaten. [37]
A: Ja [42]
5.BEWEZENVERKLARING
subsidiair
in de periode van 12 april 2022 tot en met 13 april 2022 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander [slachoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en voeten en
- een trui om het hoofd van die [slachoffer] vast te binden en
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen,
en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en voeten en
- een trui om het hoofd van die [slachoffer] vast te binden en
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/ of te trappen en/of te slaan en/of te stompen,
terwijl voornoemd geweld de dood ten gevolge heeft (gehad)
op 10 april 2022 te [plaats] in een woning, gelegen aan de [straat] [nummer] , een pinpas en een portemonnee en een jas die aan een ander toebehoorden, te weten aan [slachoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
op tijdstippen in de periode van 9 april 2022 tot en met 13 april 2022 te [plaats] (telkens) een of meer geldbedragen, die aan een ander toebehoorden, te weten aan [slachoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachoffer] ;
feit 5
op 13 april 2022 te [plaats] , tezamen en in vereniging met een ander, een pinpas die aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
feit 6
op tijdstippen op 13 april 2022 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om een of meer geldbedragen die aan een ander toebehoorde(n), te weten aan [slachoffer] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en die weg te nemen goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten onbevoegd gebruik hebben gemaakt van de creditcard van die [slachoffer] en hebben geprobeerd te pinnen met de creditcard van die [slachoffer] en hebben gebruik gemaakt van de bij die creditcard horende pincode terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op tijdstippen, te weten omstreeks 2:14 uur en omstreeks 6:48 uur, op 13 april 2022 te [plaats] (telkens) tezamen en in vereniging met een ander een geldkistje en een geldbedrag van (ongeveer 50 euro) en een blikje met krijtstiften en twee flessen wijn, die geheel aan [E] en/of restaurant [restaurant] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak;
op 26 maart 2022 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit toebehorende aan [E] en/of restaurant [restaurant] , heeft vernield.
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
Het ontbreekt aan aanwijzingen of er sprake was van ernstige verwarring of vervorming van de realiteit ten tijde van het plegen van deze feiten. Dit kan echter niet uitgesloten worden. Het is niet duidelijk waarom er geweld is uitgeoefend op het slachtoffer. Dit betekent dat onderzoekers niet weten of, en zo ja, op welke wijze en in welke mate de geconstateerde psychopathologie een rol heeft gespeeld in de totstandkoming van het ten laste gelegde.
Samenhangend met het ontbreken van zicht op de rol van de psychopathologie in de totstandkoming van het ten laste gelegde en het ontbreken van zicht op het risico van herhaling van soortgelijke feiten, kan geen onderbouwd forensisch gedragskundig advies worden geformuleerd teneinde het recidivegevaar te beperken.
9.BESLAG
- 1 en 2 te onttrekken aan het verkeer;
- 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 22, 23, 24, 27, 29, 31, 33, 34, 35, 37 tot en met 47, 49, 50, 52 en 54 tot en met 63 terug te geven aan de eigenaar;
- 20, 21 en 26 terug te geven aan de eigenaar na het onherroepelijk worden van het onderhavige vonnis;
- 12, 17, 30, 48, en 51 te vernietigen na het onherroepelijk worden van het onderhavige vonnis;
- 28, 32, 36, en 53 te vernietigen.
10.BENADEELDE PARTIJEN
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
- wijst de vordering van [A] toe tot een bedrag van € 32.500,00, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [A] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [A] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [A] aan de Staat
- wijst de vordering van [B] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 18.000, bestaande uit € 500 materiële schade en € 17.500 immateriële schade;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [B] van € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2022 tot de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [B] van € 17.500 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [B] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [B] aan de Staat € 500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 april 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 10 dagen gijzeling;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [B] aan de Staat
- verklaart [E] niet-ontvankelijk in de vordering;
- compenseert de proceskosten van de benadeelde partij en verdachte, in die zin dat ieder haar eigen kosten draagt.
hij, in of omstreeks de periode van 12 april 2022 tot en met 13 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en/of voeten en/of
- een trui, althans een kledingstuk, om het hoofd van die [slachoffer] vast te hinden en/of
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/ of te trappen en/of Le slaan en/of te stompen;
( art 289 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid
1ahf/sub
1Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks de periode van 12 april 2022 tot en met 13 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en/of voeten en/of
- een trui, althans een kledingstuk, om het hoofd van die [slachoffer] vast te binden en/of
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen,
en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 288 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks de periode van 12 april 2022 tot en met 13 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en/of voeten en/of
- een trui, althans een kledingstuk, om het hoofd van die [slachoffer] vast te binden en/of
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/ of te trappen en/of te slaan en/of te stompen;
( art 287 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en/ of voeten en/ of
- een trui, althans een kledingstuk, om het hoofd van die [slachoffer] vast te binden en/of
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/ of te trappen en/of te slaan en/of te stompen,
terwijl voornoemd geweld de dood ten gevolge heeft (gehad)
- die [slachoffer] vast te binden aan de handen en/of voeten en/of
- een trui, althans een kledingstuk, om het hoofd van die [slachoffer] vast te binden en/ of
- die [slachoffer] een of meerdere malen tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen,
terwijl voornoemd geweld de dood ten gevolge heeft (gehad);
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 3 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
feit 3
hij, op of omstreeks 10 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, in een woning, gelegen aan de [straat] [nummer] ,
een pinpas en/of een portemonnee en/of een jas en/of een of ineer goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht )
hij, op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 april 2022 tol en met 13 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (onbevoegd) gebruik te maken van een pinpas en/of van een bijbehorende pincode, toebehorende aan voornoemde [slachoffer] ;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
feit 5
hij, op of omstreeks 13 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een pinpas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
feit 6
hij, op een of meer tijdstippen op of omstreeks 13 april 2022 te Utrecht, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachoffer] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel, te weten onbevoegd gebruik heeft/hebben gemaakt van de creditcard van die [slachoffer] en/of heeft/hebben geprobeerd te pinnen met de creditcard van die [slachoffer] en/of heeft/hebben gebruik gemaakt van de bij die creditcard horende pincode terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 Wetboek van Strafrecht )
feit 7
hij, op en of meer tijdstippen, te weten omstreeks 2:14 uur en/of omstreeks 6:48 uur, op of omstreeks 13 april 2022 te Utrecht, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldkistje en/of een geldbedrag van (ongeveer 50 euro) en/of een blikje met krijtstiften en/of twee flessen wijn, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [E] en/of restaurant [restaurant] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/ of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/ of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
hij, op of omstreeks 26 maart 2022 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [E] en/of restaurant [restaurant] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
( art 350 Wetboek van Strafrecht )