Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[gedaagde] B.V,
1.De procedure
2.De beoordeling
“Terugbetalingsregeling”opgenomen, waarin bepaald is onder welke voorwaarden de kosten van scholing in drie jaar worden afgeschreven. [gedaagde] stelt dat bij het sollicitatiegesprek met [eiser] is besproken dat de kosten voor de cursussen voorafgaand aan de indiensttreding voor [eiser] zelf zijn. [eiser] zou vervolgens (nog steeds volgens [gedaagde] ) hebben verzocht of [gedaagde] hem daarbij kon helpen. [gedaagde] zou daarop hebben toegezegd de kosten van de cursussen te betalen, maar wel met toepassing van een terugbetalingsregeling bij uitdiensttreding binnen vijf jaar. Verder moest [eiser] de cursussen in eigen tijd voor aanvang van het dienstverband volgen. [gedaagde] heeft daarnaast toegelicht dat de eis dat een werknemer zelf de opleidingskosten moet betalen om als chauffeur te kunnen werken in de weg staat aan het krijgen van nieuw personeel en dat zij daarom uit coulance de afschrijvingstermijn uit het bedrijfsreglement hanteert met een gunstige variant met maandelijkse afschrijving in plaats van een jaarlijkse afschrijving.