ECLI:NL:RBMNE:2023:6115

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
16 november 2023
Zaaknummer
UTR 22/5462
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor inzien van medische gegevens in bestuursrechtelijke procedure

Op 17 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 22/5462. Deze uitspraak betreft een verzoek van eiseres, een B.V., om toestemming voor het inzien van medische gegevens van een (ex)werkneemster, die als derde belanghebbende aan de procedure deelneemt. De rechtbank heeft eerder, op 18 juli 2023, dit verzoek afgewezen, omdat kennisneming van deze gegevens door eiseres de persoonlijke levenssfeer van de (ex)werkneemster onevenredig zou schaden. De rechtbank baseerde deze afwijzing op artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Eiseres had de heer [arts] aangewezen als arts-gemachtigde en verzocht om toestemming voor kennisneming van de medische stukken. De rechtbank oordeelde dat de heer [arts] op basis van zijn BIG-registratie als arts reeds toestemming had om deze gegevens in te zien. Hierdoor kwam de rechtbank terug op haar eerdere beslissing en verleende alsnog de gevraagde toestemming. De rechtbank heeft het verzoek van eiseres toegewezen, waarmee de weg vrijgemaakt is voor de arts-gemachtigde om de medische gegevens in te zien.

Deze beslissing is van belang voor de verdere voortgang van de bestuursrechtelijke procedure, waarbij de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de (ex)werkneemster zorgvuldig is afgewogen tegen het recht van eiseres op toegang tot relevante informatie voor haar zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/5462
beslissing van de rechtbank van 17 november 2023 op grond van artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[eiseres] B.V. te [vestigingsplaats] , eiseres,

(gemachtigde: P. Ox)
en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen, het Uwv

(gemachtigde: mr. T. Rook)
als derde-partij neemt aan deze zaak deel:
[derde belanghebbende]uit [woonplaats] , (ex)werkneemster.

Overwegingen.

1. Ingevolge artikel 8:32, tweede lid, van de Awb kan de rechtbank, als kennisneming van stukken door een partij de persoonlijke levenssfeer van een ander onevenredig zou schaden, bepalen dat deze kennisneming is voorbehouden aan een gemachtigde die advocaat of arts is, dan wel daarvoor van de rechtbank bijzondere toestemming heeft gekregen.
2. De rechtbank oordeelt dat kennisneming door eiseres van stukken met medische gegevens van (ex)werkneemster in deze zaak om de hiervoor genoemde reden ongewenst is. Kennisneming door eiseres van die stukken is daarom niet toegestaan.
3. Bij brief van 24 februari 2022 heeft de gemachtigde van eiseres de heer [arts] aangewezen als arts-gemachtigde in de beroepsprocedure en de rechtbank verzocht om de heer [arts] de hiervoor bedoelde toestemming te verlenen.
4. De rechtbank heeft dit verzoek bij beslissing van 18 juli 2023 afgewezen. Daarbij is de rechtbank er echter vanuit gegaan dat de heer [arts]
bijzonderetoestemming nodig zou hebben om kennis te nemen van de medische stukken. Aan de heer [arts] kan echter reeds uit hoofde van zijn BIG-registratie als arts toestemming worden verleend om van de medische stukken kennis te nemen. De rechtbank komt daarom terug op haar eerdere afwijzing en verleent de gevraagde toestemming alsnog.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek toe.
Aldus genomen op 17 november 2023 door mr. R.C. Stijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. N.K. Boer – de Bruin, griffier.
griffier rechter
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze tussenbeslissing kan niet eerder beroep worden ingesteld, dan tegelijk met het hoger beroep tegen de einduitspraak.