4.3Het oordeel van de rechtbank
-
De aangifte van [slachtoffer] van 17 mei 2022
Plaats delict: Nieuwegein. Pleegdatum: dinsdag 17 mei 2022.
Ik ben naar de parkeerplaats gereden op de [locatie] . Ik zag dat de andere jongen het rechter voorportier van mijn auto opende en in mijn auto kwam hangen. Ik zag dat de jongen die naast mijn auto stond een flink keukenmes in één van zijn handen had. Ik zag dat de jongen aan de rechterzijde van mijn auto een soort van U-vormige vleesprikker in één van zijn handen had. Op dat moment zag en voelde ik dat de jongen die naast mijn auto stond een arm om mijn keel en nek sloeg en mijn zo vastpakte. Ik had een Rayban zonnebril op mijn hoofd. Ik voelde dat deze bril van mijn hoofd werd geslagen toen de jongen mij beet pakte. Ik hoorde de jongen aan de andere zijde van mijn auto vragen waar mijn telefoon was. Die lag in mijn auto op de middenconsole en ik zag dat de jongen mijn telefoon pakte. Ik voelde vervolgens dat ik door degene die mij om mijn nek beet had zijdelings uit mijn auto werd getrokken. Ik zag dat de andere jongen het deksel van mijn middenconsole had geopend en daaruit haalde hij mijn pasjes vandaan. Dat betroffen het kentekenbewijs van mijn auto, mijn OV kaart op naam, mijn MBO pas en nog één of twee pasjes. Op het moment dat ik buiten de auto stond voelde ik dat ik van de jongen die mij vast had een knietje in mijn rechter knieholte kreeg waardoor ik iets in elkaar zakte. Op dat moment hoorde ik hem zeggen: “Stop met knijpen want als je nog één keer wat doet dan zorg ik er voor dat je helemaal niks meer kan!”. Ik hoorde de jongen die mij beet had mij vragen om de pincode van mijn telefoon. Ik hoorde de jongen die nog in mijn auto hing roepen: “Waar is je bankpas, waar is je bankpas?”. Ik voelde dat de jongen mij alleen nog vast hield aan de kraag van mijn T-shirt. Toen ik de pas beet had voelde ik dat ik met kracht aan mijn T-shirt naar achteren werd getrokken waardoor mijn T-shirt scheurde. Ik zag dat de jongen die in eerste instantie aan de rechterzijde van mijn auto had gestaan de bankpas uit mijn handen trok. Hij pakte mij weer rond mijn nek beet en trok mij weer naar de grond. De beide jongens hebben mijn telefoon dus weggenomen, een Samsung A51. Achter het hoesje van de telefoon zat mijn rijbewijs, dat hebben ze ook mee genomen.
- Een proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1]
V: Hoe zag jouw dag eruit op 17 mei 2022? (…)
Ik ben naar [A] gegaan en we gingen blowen met vrienden. Op een gegeven moment appte [B] dat hij wilde praten. (…) [A] ging mee. En die twee jongens.
-
Een proces-verbaal van bevindingen tapgesprekken
Gebruiker telefoonnummer [telefoonnummer 1] :
Uit een CIOT was gebleken dat het bovengenoemd telefoonnummer op naam staat van [E] , [adres 2] in [plaats 1] . [E] is de moeder van [medeverdachte 1] . Uit de uitgelezen gegevens van de telefoon van [medeverdachte 1] werd duidelijk dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van het telefoonnummer. Er werden gesprekken beluisterd, waar [medeverdachte 1] over de zaak aan het praten was. In de gesprekken werden de namen [medeverdachte 2] en [verdachte] genoemd.
Beller: [telefoonnummer 1] . Tnv: [E]
Gebelde: [telefoonnummer 2] . Tnv: [C]
Datum 29-08-2022 17:01:12
NNV: en de andere dag zat ik op het politiebureau
NNV: Ik kreeg een verhoor
NNV: zou wouden overhoren over wie er allemaal mee betrokken was, maar dat ga niet ff rustig vertellen, ik ga geen namen noemen.
NNV: Gingen ze mij foto’s laten zien van mijn vrienden. Zeg maar die gozers die het gedaan hebben ik zeg ik ga niet zeggen of het wel of niet zijn.
Beller: [telefoonnummer 1] Tnv: [E]
Gebelde: [telefoonnummer 3] Tnv: [D]
Datum: 24-08-2022 15:52:40
[telefoonnummer 1] Ze gaan je vragen stellen over [medeverdachte 2] (fon)
[telefoonnummer 3] Dus ze weten wel wie ze zijn
[telefoonnummer 1] Nou ik heb gezegd, het is gewoon een vriend (lacht) maar ik ken hem niet zo heel goed en ik ben niet zo vaak met hem dus dat moet jij ook maar zeggen
[telefoonnummer 3] En [verdachte] (fon)
[telefoonnummer 1] Daar zijn ze niet over begonnen, ze hebben alleen die foto’s laten zien, maar daar moet je maar gewoon niks op antwoorden, ik heb ook niks gezegd
[telefoonnummer 3] Ze weten al dat [medeverdachte 2] (fon) het is
[telefoonnummer 1] Nou ik weet niet zeker of ze weten dat het [medeverdachte 2] (fon) is, ze weten het denk ik wel maar ik heb gewoon gedaan dat ik niet zo heel goed. Je moet zeggen dat je vrienden bent met hem door andere vrienden dat heb ik ook gezegd.
[telefoonnummer 3] En ze hebben niks over [verdachte] gezegd?
[telefoonnummer 1] Nee helemaal niks, ze hebben alleen foto’s van hem laten zien
[telefoonnummer 3] Ja maar wie zegt dat ze het waren?
[telefoonnummer 1] Dat waren ze!
[telefoonnummer 3] Ja maar ik bedoel hoe zouden hun moeten weten dat hun het waren?
[telefoonnummer 1] Ja omdat ze die pinpas hebben gebruikt echt vlak na dat ze die hebben gepakt.
-
Een proces-verbaal van bevindingen kleding [verdachte];
In de Albert Heijn hingen camera’s en deze beelden zijn gevorderd. Op de beelden zijn de verdachten te zien waaronder ook de verdachte die probeerde te pinnen. Het vest dat de verdachte op deze afbeeldingen draagt is een zogeheten Tech hoodie van het merk Nike. Doorzoeking [adres 3] : Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte [verdachte] op de [adres 3] te [plaats 2] , werden een soortgelijke hoodie en broek aangetroffen zoals op de beelden van de Albert Heijn te zien waren.
-
Een proces-verbaal van bevindingen
Op woensdag 20 juli 2022 werden in het opsporingsprogramma Bureau Hengeveld beelden getoond van de twee verdachten die met de weggenomen pinpas van het slachtoffer probeerden te pinnen. Naast het oproepen van getuigen en het verkrijgen van informatie met betrekking tot de identiteit van de verdachten, was dit tevens bedoeld als “schudmoment”. Mogelijk zou [medeverdachte 1] over de telefoon met anderen over de beroving gaan praten en zou hierin informatie over de identiteit van de andere verdachten gegeven worden.
Sessienummer takgesprek 36
Datum, tijd 20-07-2022 22.17.56
Beller en gebelde (BUM = belt uit met) [telefoonnummer 3] BUM [telefoonnummer 1]
Wie is de gebruiker van het tegennummer [D]
Inhoud c.q. context van het gesprek
[telefoonnummer 1] WGO [telefoonnummer 3]
NNV (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1] ) zegt dat ze kankerhard de lul zijn. (…) Wie is verdachte 1. Dat is [medeverdachte 2] . Maar die heeft geen getinte huidskleur. Nee en hij is ook geen 1 meter 80. Ze staat allebei op de foto en iedereen kent ze. Weet [verdachte] dit? Ja. (…) [verdachte] staat er het meeste op.
- Een proces-verbaal van bevindingen
Naar aanleiding van de beelden in het televisie programma Bureau Hengeveld, wat uitgezonden was op woensdag 20 juli 2022, kreeg het onderzoekteam een tip binnen.
Op donderdag 21 juli 2022 heb ik de tipgeefster terug gebeld. Zij vertelde dat zij de twee daders die op de beelden te zien waren kende. Ze noemde de naam [verdachte] . Ze wist niet zijn achternaam, maar zij had een keer aangifte tegen hem gedaan van bankfraude.
Naar aanleiding van deze informatie heb ik gezocht in het politiesystem BVIB. Ik zag dat de meldster in 2020 aangifte had gedaan van fraude, waarbij de verdachte [verdachte] zou zijn. Ik zag dat het ging om:
[verdachte]
Geboren op [geboortedatum] 1995 te [geboorteplaats] België
GBA: [adres 3] te [plaats 2]
Bewijsoverweging
De rechtbank leidt uit de inhoud van en de samenhang tussen de bewijsmiddelen af dat verdachte één van de daders moet zijn geweest. Verdachte is door een anonieme getuige herkend op de beelden die zijn getoond bij Bureau Hengeveld. Diezelfde beelden worden besproken in een getapt gesprek van [medeverdachte 1] waarin wordt gezegd dat ‘ [verdachte] er het meeste op staat’ en waarin zij de (voor)letter “ [medeverdachte 2] .” gebruikt bij één van de verdachten. Dat sluit aan bij een ander door [medeverdachte 1] gevoerd gesprek waarin zij “ [medeverdachte 2] ” en “ [B] .” aanwijst als degenen die betrokken zijn geweest.De rechtbank hecht in het bijzonder waarde aan de tapgesprekken van [medeverdachte 1] , aangezien uit de bewijsmiddelen volgt dat zij de daders kent en dat de daders met haar zijn meegegaan naar het voorval. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de weergave van de gevoerde tapgesprekken. Daar komt bij dat in de woning van verdachte dezelfde soort kleding is aangetroffen als de kleding die één van de daders droeg tijdens het pinnen met de bankpas van aangever.
Namens verdachte is aangevoerd dat de verklaring van de anonieme getuige niet voor het bewijs mag worden gebruikt. Dit verweer wordt verworpen. Uit hetgeen de verdediging ter zitting heeft aangevoerd, begrijpt de rechtbank dat de identiteit van de getuige bij de verdediging bekend is. De verdediging heeft bij de rechter-commissaris bovendien de kans gekregen om de betrouwbaarheid van de getuige te toetsen door vragen te stellen. Hier heeft de verdediging ook gebruik van gemaakt. De rechtbank ziet onvoldoende reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring in wat de verdediging daarover heeft aangevoerd. Daar komt bij dat de verklaring van de anonieme getuige in belangrijke mate steun vindt in andersoortig bewijsmateriaal, zoals dat hiervoor is weergegeven en nader is toegelicht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er onder deze omstandigheden geen beletsel bestaat de verklaring van de anonieme getuige voor het bewijs te bezigen.