4.3Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het volgende verklaard:
Ik heb in de woning gelegen aan de [adres 2] ingebroken en daar goederen weggenomen.
Aangever [aangever 1] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op 13 januari 2022 verliet ik onze woning aan de [adres 2] te [plaats 1] . Op 14 januari 2022 kwam ik terug bij mijn woning. Ik zag dat, toen ik in de woonkamer kwam, er hier meerdere voetafdrukken zaten. Ik zag dat aan de voorkant van de woonkamer, de bovenligger van het raam, open en kapot was. Ik zag dat aan de buitenkant, er braaksporen zaten op dit kiepraampje. Ik zag dat, in een kast beneden, een portemonnee met twintig euro, weg was. Ik heb niemand het recht of toestemming gegeven om goederen weg te nemen uit mijn woning.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Ik, verbalisant, nam telefonisch contact op met de aangever [aangever 1] . Ik hoorde [aangever 1] zeggen dat de portemonnee de volgende inhoud had:
- bankbiljet EUR 20;
- muntgeld EUR 4;
- 7 drankmuntjes;
- klantenpas Wellkoop;
- spaarpas Praxis;
- spaarpas Texaco;
Ik hoorde [aangever 1] zeggen dat naast de genoemde portemonnee met inhoud de volgende goederen zijn weggenomen;
- rieten mandje, met als inhoud diverse sieraden, onder andere ringen, kettinkjes en oorbellen;
- gouden dameshorloge;
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het volgende verklaard:
Ik ben bij de woning gelegen aan de [adres 3] naar binnen gegaan. Ik dacht: als er iets van waarde ligt, neem ik het mee. Ik deed de deur open. Toen zag ik dat er een vrouw in de woning aanwezig was en ben ik gelijk weggegaan.
Aangeefster [aangeefster] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op 20 februari 2023 zat ik in mijn woning, een boerderij gelegen aan de [adres 3] te [plaats 2] in het kantoor op de begane grond. Mijn boerderij heeft een groot hek om het terrein heen staan. Ik hoorde de deur van het kantoor opengaan. Ik draaide mij om en zag dat een, voor mij onbekend, persoon het kantoor wilde binnenlopen. Ik zag dat deze persoon schrok van mijn aanwezigheid. Ik zag en hoorde de deur hard dichtklappen. Ik liep snel naar de deur toe en zag deze persoon wegrennen door de achterdeur. Deze deur zat wel dicht, maar stond niet op slot.
Er zijn geen goederen weggenomen uit de woning.
Ik heb niemand toestemming gegeven om mijn woning in te sluipen.
Aangever [aangever2] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op 26 februari 2023 heb ik mijn huis verlaten. Mijn woning betreft een woning gelegen op de [adres 4] te [plaats 3] . Op 4 maart 2023 kwam ik terug bij mijn woning. Ik ben mijn woning binnen gegaan. Ik zag dat het raam van de eetkamer/eetkeuken kapot was. Ik zag dat er ter hoogte van het raamhefboom een gat zat. Ik zag dat er in dezelfde ruimte een steen lag. Ik zag dat er eenzelfde soort gat in het raam van de openslaande deuren van mijn woonkamer zat. Ik zag dat deze deur open stond. Ik zag dat er in mijn woonkamer ook een steen op de grond lag. Ik zag dat alle ruimtes op de begane grond en op de 1e verdieping doorzocht waren.
Er lag op de trap een sigarettenpeuk. Ik rook niet en er is niemand in mijn woning geweest die rookt.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Ik nam telefonisch contact op met aangever Dhr. [aangever2] . Ik vroeg hem of hij nadere informatie kon verschaffen over het bij de inbraak weggenomen goed, van het merk Seek Thermal Reveal. [aangever2] verklaarde mij dat de camera een warmtebeeld camera betrof.
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
Ik kwam, naar aanleiding van een gekwalificeerde diefstal in/uit een woning, voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 4] te [plaats 3] .
Op de vloer links vanaf de doorgang naar de hal tot aan de eettafel zag ik meerdere schoensporen met verschillende profielen
.Ik zag kleine fragmenten van een schoenspoor met fijne lijnen en een schoenspoor met op de neus kleine rondjes en op de hak lijnen in V-vorm.
Op de trap naar de eerste verdieping zag ik op de bovenste traptrede een sigaret liggen. Ik heb de sigaret veiliggesteld en gewaarmerkt.
Spooromschrijving: Peuk
SIN: AAQD7250NL
Uit de deskundigenrapportage met betrekking tot forensisch DNA-onderzoek blijkt onder meer het volgende:Bemonstering: Peuk AAQD7250NL#01
DNA-profiel: DNA-profiel van een man. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Mogelijke donor van celmateriaal: [verdachte]
Matchkans DNA-profiel kleiner dan één op één miljard
Bewijsoverwegingen
T.a.v. feit 1: partiële vrijspraak medeplegen
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte zich in de periode van 13 januari 2023 tot en met 14 januari 2023 in [plaats 1] schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak waarbij meerdere goederen zijn weggenomen.
Ten laste is gelegd dat verdachte de woninginbraak tezamen en in vereniging heeft gepleegd, anders gezegd: dat sprake is van medeplegen. De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan van dit feit sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking. Daarbij moet de bijdrage van een verdachte aan het delict van voldoende gewicht zijn.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet alleen ter plaatste was. Hij heeft echter alleen over zichzelf willen verklaren en niet over anderen. Zo heeft hij niet verklaard dat hij met (een) ander(en) de woning heeft betreden en evenmin heeft hij verklaard over de rolverdeling tussen hem en (een) ander(en). De rechtbank overweegt dat de stukken in het dossier geen blijk geven van een concrete en directe betrokkenheid van een medeverdachte bij het ten laste gelegde feit. Ook volgt uit de verklaring van verdachte niet in hoeverre het ten laste gelegde feit gezamenlijk is uitgevoerd en wat de rol en bijdrage van verdachte en (een) mogelijke mededader(s) is geweest. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en (een) ander(en) niet vast is komen te staan.
De rechtbank zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van het onder feit 1 ten laste gelegde onderdeel ‘tezamen en in vereniging’.
T.a.v. feit 2: geen medeplegen
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 20 februari 2023 een woning in [plaats 2] is ingeslopen en daarbij geprobeerd heeft (een) goed(eren) weg te nemen. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dit feit samen met (een) ander(en) heeft begaan. De rechtbank neemt in aanmerking dat zij gebonden is aan de tenlastelegging en dat aan verdachte, onder feit 2, niet ten laste is gelegd dat hij het feit tezamen en in vereniging heeft gepleegd. De rechtbank komt dan ook niet aan een dergelijke beoordeling toe.
T.a.v. feit 3:
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 26 februari 2023 tot en met 4 maart 2023 in [plaats 3] samen met (een) ander(en) schuldig heeft gemaakt aan een woninginbraak waarbij een warmtebeeldcamera is weggenomen.
DNA
De rechtbank heeft in beslissende mate acht geslagen op de door de deskundige bevonden DNA-match tussen het DNA op de sigaret en het DNA van verdachte. De rechtbank neemt in aanmerking dat de sigaret, nu het in de woning (op de plaats delict) is aangetroffen, een daderspoor betreft en dat de DNA-match een sterke bewijskracht heeft.
De rechtbank constateert, evenals de raadsman, dat de sigaret, waarop het DNA van verdachte is aangetroffen, een verplaatsbaar object is. Van verdachte mag worden verwacht dat hij verklaring aflegt over hoe de sigaret met zijn DNA-materiaal op plaats delict terecht is gekomen. Verdachte heeft verklaard dat een ander de sigaret moet hebben achtergelaten. Hij zegt weleens een sigaret weg te geven aan anderen en zo zou zijn DNA op de sigaret kunnen zijn gekomen. De rechtbank is van oordeel dat dit geschetste alternatieve scenario niet aannemelijk is geworden. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat slechts DNA van één persoon op de sigaret is aangetroffen. Deze bevinding strookt niet met het door verdachte gestelde alternatieve scenario waarin verdachte en de verkrijger van de sigaret beiden de sigaret moeten hebben aangeraakt. Het ligt dan in de verwachting dat er een DNA-mengprofiel op de sigaret aangetroffen wordt, of meerdere DNA-profielen. Gelet hierop gaat de rechtbank aan deze alternatieve lezing voorbij.
Medeplegen
Dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft gepleegd, baseert de rechtbank op de bevindingen van de forensisch onderzoeker ter plaatse. Er zijn, naast het schoenspoor van aangever, twee onbekende schoensporen in de woning aangetroffen. Hieruit volgt dat er in ieder geval twee personen in de woning aanwezig zijn geweest en dat verdachte tenminste met één ander persoon de woning gezamenlijk heeft betreden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat hierdoor sprake is van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking in de vorm van een gezamenlijke uitvoering.