In deze zaak heeft eiser op 14 april 2023 beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woerden. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 24 augustus 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het griffierecht niet op tijd heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. In dit geval bedroeg het griffierecht € 184,-. De rechtbank heeft eiser op 5 juli 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank het bedrag niet op tijd heeft ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de late betaling, kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals vermeld in artikel 8:54 Awb. De beslissing houdt in dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en griffier P.W. Hogenbirk, en is openbaar uitgesproken op 24 augustus 2023. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.