Op 7 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht als verweerder en twee eisers, vertegenwoordigd door mr. W.M. Janse. De zaak betreft een beroep dat door de eisers is ingediend omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op hun bezwaar tegen een besluit van 2 augustus 2022. De eisers hadden op 6 september 2022 bezwaar gemaakt, maar verweerder heeft te laat gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling op 24 april 2023 door verweerder is ontvangen en dat er sindsdien twee weken zijn verstreken zonder dat er een beslissing is genomen.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan een dwangsom moet betalen voor elke dag dat het in gebreke is, tot een maximum van 42 dagen. De dwangsom is vastgesteld op € 1.442,-, die verweerder aan de eisers moet betalen. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op het bezwaar van de eisers moet nemen. Indien deze termijn wordt overschreden, moet verweerder een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-.
De rechtbank heeft het beroep van de eisers gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder vernietigd. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 209,25 aan de eisers. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.