In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar verzoek om handhaving. Eiseres diende op 9 januari 2023 een verzoek in, maar verweerder heeft niet binnen de wettelijke termijn van acht weken beslist. Eiseres heeft verweerder op 9 maart 2023 in gebreke gesteld, maar ook daarna bleef een beslissing uit. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in gebreke is gebleven en heeft besloten dat de maximale dwangsom van € 1.442,- verschuldigd is. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen op 20 juni 2023.