ECLI:NL:RBMNE:2023:5970

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 juni 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
UTR 22/1492-V
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens te late indiening

Op 2 juni 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposante tegen een eerdere uitspraak van 12 augustus 2022, waarin haar beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De opposante had beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen, gedateerd 24 januari 2022. De rechtbank had in de eerdere uitspraak geoordeeld dat het beroep te laat was ingediend, en daarom zonder zitting beslist.

De opposante ging in verzet tegen deze uitspraak, maar heeft niet verzocht om een zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzetschrift te laat was ingediend, aangezien dit uiterlijk op 27 september 2022 ingediend had moeten worden, maar pas op 30 september 2022 was ontvangen. De rechtbank heeft geen verschoonbare reden gevonden voor de te late indiening van het verzetschrift.

Op 27 januari 2023 heeft de rechtbank de opposante een aangetekende brief gestuurd om uitleg te vragen over de te late indiening, maar deze brief is niet afgehaald en retour gezonden. De rechtbank heeft de opposante vervolgens per gewone post geïnformeerd, maar zij heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat het verzet niet-ontvankelijk is en dat er geen inhoudelijke behandeling van het verzet plaatsvindt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1492-V

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 juni 2023 op het verzet van

[opposante] , te [vestigingsplaats] , opposante.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat opposante heeft ingediend tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen van 24 januari 2022.
In de uitspraak van 12 augustus 2022 heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposante is tegen deze uitspraak in verzet gegaan.
Opposante heeft niet gevraagd om op een zitting te worden gehoord.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de uitspraak van 12 augustus 2022 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroep te laat is ingediend. Omdat de rechtbank geen twijfel had over de uitkomst van de zaak, heeft zij de uitspraak gedaan zonder eerst een zitting te houden. Dat mag op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2. Opposante is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank van 12 augustus 2022. Daarom heeft zij verzet ingesteld. De rechtbank vindt dat de uitspraak van 12 augustus 2022 in stand kan blijven. Zij legt hierna uit waarom.
3. Een verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat de uitspraak van de rechtbank is verzonden. In dit geval is de uitspraak van 12 augustus 2022 verzonden op
16 augustus 2022. Het verzetschrift had dus uiterlijk op 27 september 2022 ingediend moeten zijn. De rechtbank heeft het verzet ontvangen op 30 september 2022. Dat is te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het verzet niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het verzetschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar opposante niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft opposante op 27 januari 2023 een aangetekende brief gestuurd en gevraagd waarom zij haar verzetschrift te laat heeft ingediend. De aangetekend verzonden brief is door opposante niet afgehaald en aan de rechtbank geretourneerd. Vervolgens is deze brief, ter voldoening aan het bepaalde in artikel 8:38 van de Awb, aan opposante ter kennisneming per gewone post toegezonden. In deze brief is aangegeven dat de termijn uit de brief van 27 januari 2023 niet opnieuw aanvangt. Opposante heeft hier niet op gereageerd.
5. Het enige dat de rechtbank op dit moment moet beoordelen, is of opposante het verzetschrift op tijd heeft ingediend. Dit is niet het geval. Opposante heeft ook geen verschoonbare reden opgegeven waarom zij niet binnen de termijn van zes weken een verzetschrift heeft ingediend.
6. Het verzet is niet-ontvankelijk. Daarom wordt het verzet niet inhoudelijk behandeld.

Beslissing

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka, rechter, in aanwezigheid van
P.W. Hogenbirk, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 2 juni 2023.
de griffier is verhindert de
uitspraak te ondertekenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak kunt u niet in hoger beroep.