In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 november 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 1 oktober 2015 in Marokko zijn getrouwd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Marokkaanse recht van toepassing was tot 29 mei 2020, toen de vrouw de Nederlandse nationaliteit verkreeg. Na deze datum is het Nederlands recht van toepassing op het huwelijksvermogensregime. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel partijen in een algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd, het vermogen dat vóór 29 mei 2020 is verkregen, is uitgesloten van de gemeenschap. Dit maakt de gemeenschap vergelijkbaar met een beperkte huwelijksgoederengemeenschap zoals die sinds 1 januari 2018 geldt voor huwelijken gesloten na die datum.
De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap vastgesteld. De inboedel is aan de man toegedeeld voor een bedrag van € 1.500,-, terwijl de vrouw de Toyota Yaris krijgt voor € 800,- en de bitcoins ter waarde van € 2.736,35. De man moet de vrouw € 4.250,- betalen in verband met de verkoopopbrengst van de Mercedes. Beide partijen zijn ieder voor de helft draagplichtig voor de studieschuld van de vrouw van € 2.974,50. De rechtbank heeft ook bepaald dat de man de vrouw een actuele print van een bepaalde internetsite moet verstrekken. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.