ECLI:NL:RBMNE:2023:591

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 januari 2023
Publicatiedatum
15 februari 2023
Zaaknummer
UTR 22/3371
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de Wajong-uitkering en de amber-beoordeling door het Uwv

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 januari 2023 uitspraak gedaan over de weigering van het Uwv om eiseres een Wajong-uitkering toe te kennen. Eiseres, geboren in 1995, heeft in het verleden meerdere keren een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze aanvragen zijn afgewezen. In 2021 heeft zij opnieuw een aanvraag ingediend op basis van de Wajong 2015, die door het Uwv is beoordeeld met een amber-beoordeling. Deze beoordeling is gericht op de duurzaamheid van het ontbreken van arbeidsvermogen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv terecht heeft geoordeeld dat eiseres in de periode van vijf jaar na haar 18e verjaardag geen arbeidsvermogen had, maar dat dit niet duurzaam is. De verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv hebben in hun rapporten aangegeven dat er behandelingen zijn die een positief effect op de gezondheid van eiseres hebben, en dat zij in de toekomst mogelijkheden heeft om haar arbeidsvermogen te ontwikkelen. Eiseres heeft weliswaar geen arbeidsvermogen gehad, maar de rechtbank is van mening dat er voldoende aanwijzingen zijn dat zij in de toekomst weer kan werken.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van het Uwv om geen Wajong-uitkering toe te kennen, wordt bevestigd. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding voor de gemaakte kosten in deze procedure. De rechtbank heeft haar beslissing openbaar uitgesproken en de partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/3371

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. T.E. van der Bent),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(het Uwv), verweerder
(gemachtigde: S.N. Westmaas-Kanhai).

Inleiding

1. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1995 en zij is in 2013 18 jaar geworden. In haar jeugd is eiseres in de problemen gekomen door haar gedrag. Er zijn daarom onderzoeken uitgevoerd naar haar persoonlijkheid om erachter te komen waar de problemen door ontstaan. Uit die onderzoeken is onder andere gekomen dat eiseres licht verstandelijk beperkt is en dat zij trekken heeft van een antisociale- en borderline persoonlijkheidsstoornis. Eiseres heeft ook moeite met begrenzing, dit leidde onder andere tot alcoholmisbruik.
In 2013 en in 2014 heeft zij tevergeefs een Wajong-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft die aanvragen destijds beoordeeld op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong 2010).

Procesverloop

2. Op 22 april 2021 heeft eiseres bij het Uwv een ‘aanvraag beoordeling arbeidsvermogen’ ingediend op grond van de nieuwe Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015). Daarover gaat deze zaak.
3. Om de aanvraag van eiseres te beoordelen hebben een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het Uwv onderzoek gedaan. Het Uwv heeft de aanvraag van eiseres als volgt beoordeeld:
- Er zijn geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden door eiseres naar voren
gebracht, zodat er voor het Uwv geen reden was om terug te komen op de
afwijzingsbeslissingen van 2013 en 2014 [1] . Volgens de verzekeringsarts waren de
aanwezige persoonlijkheidsproblematiek met borderline trekken en het alcoholgebruik al
bij het Uwv bekend.
- Volgens de verzekeringsarts was wel sprake van toegenomen beperkingen binnen vijf jaar
na de 18e verjaardag door dezelfde ziekteoorzaak (deze toets wordt de amber-beoordeling
genoemd). Eiseres is langdurig opgenomen, omdat haar alcoholgebruik en andere
problemen waren toegenomen. Vanwege die opname had zij geen benutbare
mogelijkheden en dus geen arbeidsvermogen. Het arbeidsvermogen ontbreekt volgens het
Uwv echter niet duurzaam. Dat is wel een wettelijk vereiste om een Wajong-uitkering te
kunnen krijgen.
Het Uwv heeft daarom met het besluit van 25 oktober 2021 (de rechtbank noemt dit het primaire besluit) aan eiseres laten weten dat zij geen Wajong-uitkering krijgt.
4. Eiseres is het niet eens met het primaire besluit van het Uwv. Zij heeft daarom bezwaar gemaakt. Om het bezwaar van eiseres te beoordelen hebben een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep naar de zaak van eiseres gekeken en hebben zij samen overlegd over de situatie van eiseres. De uitkomst is hetzelfde: volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voldoet eiseres niet aan de vereisten om een Wajong-uitkering te krijgen. Het Uwv heeft daarom met de beslissing op bezwaar van 7 juni 2022 (de rechtbank noemt dit het bestreden besluit) aan eiseres laten weten dat haar bezwaarschrift ongegrond is.
5. Eiseres is het daar ook niet mee eens. Zij heeft daarom bij de rechtbank beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar. Het beroep van eiseres is bij de rechtbank behandeld op de zitting van 13 december 2022. De gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het Uwv waren daarbij aanwezig. Op de zitting heeft de gemachtigde van eiseres bevestigd dat de bewindvoerder van eiseres, [bedrijf] , heeft ingestemd met het voeren van deze procedure.

Het geschil

6. Eiseres is het niet eens met de amber-beoordeling door het Uwv. Eiseres is het wel met het Uwv eens dat de amber-beoordeling moet plaatsvinden op grond van de Wajong 2015. Eiseres is het ook met het Uwv eens dat zij in de periode van vijf jaar na haar 18e verjaardag geen arbeidsvermogen had. Eiseres vindt, anders dan het Uwv, dat zij duurzaam geen arbeidsvermogen heeft en dus ook in de toekomst niet kan werken en dat zij daarom wel een Wajong-uitkering moet krijgen.

Het beoordelingskader

7. In de regels van de Wajong 2015 staat dat je een Wajong-uitkering kunt krijgen als je jonggehandicapte bent. [2] In de wet staat ook beschreven wanneer iemand jonggehandicapte is. Je bent volgens de wet jonggehandicapte als je:
‘…als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, duurzaam geen mogelijkheden hebt tot arbeidsparticipatie.’. [3] Dit betekent dat een arts of een andere medisch deskundige heeft vastgesteld dat iemand door een medische oorzaak niet kan werken en dat dat ook blijvend zo is. De medische oorzaak kan al aanwezig zijn op de dag dat iemand 18 jaar is. [4] Het kan ook zo zijn dat de medische oorzaak op de 18e verjaardag al aanwezig was, maar binnen 5 jaar daarna problemen veroorzaakt waardoor iemand niet kan werken. Als uit de aanvraag blijkt dat het om die laatste situatie gaat, toetst het Uwv met de zogenoemde amber-beoordeling of deze persoon alsnog recht heeft op een Wajong-uitkering. [5]
8. Bij de amber-beoordeling kijken de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv of iemand aan de eisen voldoet voor een Wajong-uitkering. De eerste eis die de wet stelt is dat er
‘geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie’zijn door een medische oorzaak die op de 18e verjaardag al aanwezig was en in de vijf jaar daarna is toegenomen. [6] Dat is zo als de aanvrager in die periode van vijf jaren na de 18e verjaardag:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is.
De arbeidsdeskundige beoordeelt de eisen onder a en b en de verzekeringsarts beoordeelt de eisen onder c en d.
9. De tweede eis is dat er
duurzaamgeen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zijn. Dat is het geval als die mogelijkheden er in de periode waar het om gaat niet zijn en in de toekomst ook niet meer ontwikkeld kunnen worden. [7] Om de duurzaamheid goed te kunnen beoordelen is een stappenplan [8] ontwikkeld dat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen bij zo’n beoordeling moeten volgen.
10. De hoogste rechter in Wajong-zaken, de Centrale Raad van Beroep (CRvB), heeft een juridisch beoordelingskader gegeven voor hoe de rechter de duurzaamheid moet toetsen. De CRvB heeft het volgende geoordeeld:
“De verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige moeten een inschatting maken over hoe de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich bij betrokkene kunnen ontwikkelen. Dit brengt voor een zorgvuldige besluitvorming mee dat de inschatting van de verzekeringsarts en/of de arbeidsdeskundige van de ontwikkeling van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie moet berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij de betrokkene aan de orde zijn, voor zover die feiten en omstandigheden betrekking hebben op de situatie van de betrokkene op de datum in geding. In het geval de inschatting van de mogelijkheden tot ontwikkeling berust op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de betrokkene.” [9]

Wat vindt de rechtbank van deze zaak?

11. De rechtbank vindt dat eiseres in deze zaak geen gelijk heeft. Dat betekent dat de rechtbank het eens is met de beslissing van het Uwv om eiseres geen Wajong-uitkering te geven. De rechtbank legt hieronder uit waarom zij dat vindt.
12. In de rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen staat dat eiseres op haar 18e verjaardag en de vijf jaar daarna geen mogelijkheden had om te werken. Eiseres had volgens het Uwv ‘geen benutbare mogelijkheden’ zoals dat heet. Dit komt omdat eiseres was opgenomen in behandelcentrum [naam] . Eiseres krijgt toch geen Wajong-uitkering van het Uwv, omdat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv denken dat eiseres nog wel mogelijkheden kan ontwikkelen om in de toekomst werkzaamheden uit te voeren. Zij vinden met andere woorden dat het ontbreken van het arbeidsvermogen bij eiseres niet
duurzaamis.
13. De belangrijkste reden daarvoor is dat er voor de gezondheidsproblemen van eiseres behandelingen zijn die voor verbetering kunnen zorgen. In de rapporten hebben de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv ook duidelijk uitgelegd waarom zij dat vinden. Uit de medische informatie van eiseres blijkt dat het beter met haar gaat dan voordat zij in behandelcentrum [naam] werd opgenomen. Het alcoholgebruik van eiseres is onder controle, eiseres kan beter met haar emoties en met kritiek omgaan en de gedragsproblemen van eiseres zijn verminderd. Ook kan zij zelfstandig een aantal activiteiten uitvoeren. Ze kan wat schoonmaken in de groep waar zij woont en ze kan met begeleiding haar kamer opruimen. Daarnaast heeft eiseres dagbesteding op een manege, waar zij drie dagen per week zelfstandig een middag naartoe gaat. Ze helpt daar met het verzorgen van de paarden. Eiseres heeft aan de verzekeringsarts verteld dat ze de taken bij de manege goed kan uitvoeren. Ook gaat zij twee keer per week een uur paardrijden bij dezelfde manege. Het gaat zelfs zo goed met eiseres dat zij binnenkort niet meer in behandelcentrum [naam] hoeft te wonen, maar dat zij begeleid mag wonen.
14. De rechtbank vindt dat de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het Uwv in hun rapporten duidelijk hebben opgeschreven waarom zij verwachten dat eiseres in de toekomst wel weer zou kunnen werken. In die rapporten staat dat de behandeling die eiseres volgt een positief effect hebben op haar en er is ook duidelijk beschreven waaruit dat blijkt. Daarnaast zijn in de rapporten ook veel voorbeelden gegeven van activiteiten die eiseres in het dagelijks leven zelf of met wat begeleiding kan doen. Hiermee hebben de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen volgens de rechtbank duidelijk genoeg opgeschreven dat er voor eiseres mogelijkheden zijn om haar gezondheidssituatie te verbeteren. In de praktijk is ook al gebleken dat die verbetering er is.
15. Eiseres heeft in haar beroepschrift nog geschreven dat het Uwv niet heeft onderzocht of eiseres wel in staat is om therapie te aanvaarden. Dit punt van eiseres brengt de rechtbank niet op andere gedachten over deze zaak. Uit de medische informatie in deze zaak en ook uit de informatie die eiseres zelf heeft gegeven blijkt dat zij in ieder geval de afgelopen jaren therapie heeft gevolgd en begeleiding heeft gekregen. Dat eiseres dus in staat is om hulp te aanvaarden is wel duidelijk. De verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen hoefden dat dus niet uitgebreider te onderzoeken of uit te leggen.
16. Eiseres heeft tot slot nog in haar beroepschrift opgeschreven dat het besluit van het Uwv niet goed is, omdat ze geen taak voor haar hebben geduid. De rechtbank stelt vast dat dit argument van eiseres te maken heeft met de beoordeling van het arbeidsvermogen. In de rapporten van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen is duidelijk opgeschreven dat eiseres in de periode van vijf jaar na haar 18e geen arbeidsvermogen heeft. Bij zijn beoordeling hoefde het Uwv daarom ook geen taak voor eiseres te duiden. De beoordeling in deze zaak gaat alleen over de duurzaamheid.

Welke gevolgen heeft dit oordeel van de rechtbank?

17. De rechtbank vindt dat het besluit van het Uwv om aan eiseres geen Wajong-uitkering te geven klopt. Het Uwv mocht er daarom op basis van die rapporten van uit gaan dat eiseres in de periode van vijf jaar na haar 18e geen arbeidsvermogen heeft, maar dat dat niet duurzaam zo is. Het Uwv heeft daarom terecht beslist dat eiseres geen recht heeft op een Wajong 2015-uitkering.
18. Dit betekent dat het beroep dat eiseres bij de rechtbank heeft ingesteld ongegrond is. Eiseres krijgt daarom haar griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van de kosten die zij heeft gemaakt in verband met deze procedure bij de rechtbank.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A. van Kuijeren, rechter, in aanwezigheid van mr. C.H. Verweij, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep (CRvB) waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Deze uitspraak is verzonden op de stempeldatum die hierboven staat.

Voetnoten

1.De wettelijke basis is artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit staat in artikel 1a:2, eerste lid, van de Wajong.
3.Dit staat in artikel 1a:1 van de Wajong.
4.Dit staat in artikel 1a:1, eerste lid, onder a, van de Wajong
5.Dit staat in artikel 1a:1, tweede lid, van de Wajong
6.Dit staat in artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
7.Dit staat in artikel 1a:1, vierde lid, van de Wajong.
8.Dit stappenplan is te vinden in Bijlage 1 van het ‘Compendium Participatiewet’.