In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 29 november 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 18 juli 2023 een verweerschrift ontvangen van verweerder, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten en is overgegaan tot uitspraak.
De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling. In dit geval is het niet in geschil dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft tijdig beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling van 29 juni 2023.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om alsnog binnen zes weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 209,25 en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. A.A.M. Elzakkers, rechter, en is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.