ECLI:NL:RBMNE:2023:5873

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
16-093642-23 (P), 16-256185-21 (tul), 21-003046-18 (tul), 21-006226-18 (tul), 21-003289-16 (tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld en afpersing; veroordeling voor bedreiging met vuurwapen en inbraak

Op 8 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1979 op Curaçao, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, poging tot diefstal met geweld, afpersing, bedreiging met een vuurwapen en inbraak. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de diefstal met geweld en afpersing, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij daadwerkelijk goederen heeft weggenomen of geprobeerd heeft weg te nemen. Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan bedreiging met een vuurwapen en het voorhanden hebben van een vuurwapen, evenals aan inbraak in een auto en pogingen daartoe. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 16 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De vorderingen van benadeelde partijen werden deels niet-ontvankelijk verklaard en voor het overige afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, door met een vuurwapen te dreigen, een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de veiligheid van anderen, wat een strengere straf rechtvaardigt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het strafblad van de verdachte en de ernst van de feiten, en heeft besloten tot een gevangenisstraf die ook een waarschuwing moet zijn voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummers: 16-093642-23 (P), 16-256185-21 (tul), 21-003046-18 (tul), 21-006226-18 (tul), 21-003289-16 (tul)
Vonnis van de meervoudige kamer van 8 november 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1979] te Curaçao,
ingeschreven op het adres [adres] te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in [verblijfplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober en 8 november 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. Kamper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. O.J. Much, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er op neer dat verdachte:
feit 1
primair
op 4 april 2023 samen met een ander uit de woning aan het [adres] te [woonplaats] vijf euro van [slachtoffer] heeft gestolen, waarbij hij geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] heeft gebruikt door de woning binnen te dringen/te gaan, een vuurwapen op [slachtoffer] te richten en het vuurwapen op/tegen het hoofd te zetten, te zeggen: “maak je zakken leeg, maak je zakken leeg” en die zakken te doorzoeken;
subsidiair
op 4 april 2023 samen met een ander heeft geprobeerd uit de woning aan het [adres] te [woonplaats] vijf euro van [slachtoffer] te stelen, waarbij hij geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] heeft gebruikt, door de woning binnen te dringen/ te gaan, een vuurwapen op [slachtoffer] te richten en het vuurwapen op/tegen het hoofd te zetten, dreigend te zeggen: “maak je zakken leeg, maak je zakken leeg” en de zakken te doorzoeken;
en/of
op 4 april 2023 samen met een ander in de woning aan het [adres] te [woonplaats] heeft geprobeerd [slachtoffer] te dwingen tot afgifte van geld/goederen, door de woning binnen te dringen/ te gaan, een vuurwapen op [slachtoffer] te richten en/of naar hem toe te lopen en een vuurwapen op/tegen het hoofd te zetten/drukken en dreigend te zeggen: “maak je zakken leeg, maak je zakken leeg”;
meer subsidiair
op 4 april 2023 samen met een ander in de woning aan het [adres] te [woonplaats] [slachtoffer] heeft bedreigd;
feit 2
op één of meerdere momenten in de periode van 4 april 2023 tot en met 5 april 2023 te Lelystad samen met een ander een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad;
feit 3
op 4 april 2023 te Lelystad heeft ingebroken in een auto en daarbij een mobiele telefoon en/of een bril heeft gestolen van [benadeelde 1] ;
feit 4
op 4 april 2023 te Lelystad heeft geprobeerd in te breken in twee auto’s en goederen te stelen van [benadeelde 2] en [benadeelde 3] ;
en/of
op 4 april 2023 te Lelystad een ruit van twee auto’s heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt of weggemaakt.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 en 2 tenlastegelegde. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] en [getuige]
De verdediging heeft bepleit dat de verklaringen van aangever [slachtoffer] en van getuige [getuige] niet kunnen worden opgenomen als bewijsmiddelen. Hiertoe is aangevoerd dat beide verklaringen tegenstrijdig en leugenachtig zijn.
De rechtbank volgt de raadsman in zijn standpunt dat de verklaring van [slachtoffer] onvoldoende betrouwbaar is en niet kan worden gebruikt als bewijsmiddel. Hoewel de gebleken leugenachtige onderdelen van zijn verklaring voornamelijk zien op een ander incident (de verwonding aan zijn hand) dan het tenlastegelegde, verklaart [slachtoffer] dat hij daarover heeft gelogen omdat hij verdachte ‘een oor wil aannaaien’. Dit doet zoveel afbreuk aan zijn betrouwbaarheid, dat de rechtbank zijn verklaringen niet gebruikt voor het bewijs.
De verdediging heeft ten aanzien van [getuige] aangevoerd dat zij op meerdere onderdelen bij politie en de rechter-commissaris wisselend heeft verklaard (namelijk: wie de 112-melding deed, of verdachte bij binnenkomst een wapen vasthield, hoe het wapen er uitzag en hoe verdachte het zou hebben gebruikt, hoe de sfeer in de woning was, hoe ieders positie was, waar de ruzie om ging en over het voorval op 2 april 2023).
De rechtbank acht de verklaringen van [getuige] , anders dan de verdediging heeft bepleit, wel betrouwbaar. Hoewel de getuige tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris zaken heeft benoemd die aantoonbaar niet kloppen (zo kon zij blijkbaar niet reproduceren dat zij zelf 112 had gebeld), beschouwt de rechtbank dit niet als leugenachtig. Getuige [getuige] heeft steeds behoedzaam, maar op de wezenlijke onderdelen consequent en kennelijk authentiek verklaard. Zo heeft zij meermalen verklaard dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] haar woning binnenkwamen en dat verdachte een pistool op [slachtoffer] richtte. Ook heeft zij steeds verklaard dat zij de woning is uitgerend. Daarnaast heeft zij meermalen verklaard hoe het pistool eruitzag, namelijk zilver van kleur en als een ‘klappertjespistool’. Ook tijdens de 112-melding, die zij kort na het incident heeft gedaan, heeft zij het over verdachte die met een pistool [slachtoffer] bedreigde. Dat zij zich tijdens dit 112-gesprek hardop afvraagt wat voor pistool het was en vervolgens zegt dat het zilverkleurig was, vindt de rechtbank, zelfs als zij dit aan [slachtoffer] zou hebben gevraagd, niet tegenstrijdig of leugenachtig, maar juist voorstelbaar en authentiek. Op basis van het procesdossier ziet de rechtbank ook geen motief voor [getuige] om verdachte moedwillig ergens vals van te willen beschuldigen. Daar komt bij dat de verklaring van [getuige] wordt ondersteund door de overige bewijsmiddelen. De rechtbank zal gelet op het voorgaande de verklaring van [getuige] gebruiken als bewijsmiddel.
Bewijsmiddelen [1]
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
Getuige [getuige]heeft onder meer verklaard, zakelijk weergegeven:
Op 4 april 2023 kwamen [medeverdachte] en [bijnaam verdachte] binnen in mijn woning. [bijnaam verdachte] zette het vuurwapen op het hoofd van [slachtoffer] . [2] Ik deed de deur voor [medeverdachte] en [bijnaam verdachte] open, deze werd met kracht opengeduwd. [bijnaam verdachte] liep voorop met een pistool in zijn hand. Ik zag het pistool, het was zilverkleurig en ik kan het omschrijven als een klappertjespistool. [3]
In een
proces-verbaal van bevindingen(met betrekking tot een beschrijving van de 112-melding) is onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
[bijnaam verdachte] was op 4 april 2023 op [adres] en heeft [slachtoffer] bedreigd met een pistool, zilver van kleur. [4]
In een
proces-verbaal van bevindingenis onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Met de persoon met de bijnaam ' [bijnaam verdachte] ' wordt bedoeld: [verdachte] , geboren op [1979] te Curaçao. [5]
In een
proces-verbaal van bevindingenis onder meer, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Door de politie werd gezien dat verdachte [verdachte] en verdachte [medeverdachte] de woning aan de [adres] te [woonplaats] verlieten. Nadat de verdachten zijn aangehouden, werd tijdens een doorzoeking van de woning een vuurwapen aangetroffen. Dit vuurwapen was een revolver en zilver van kleur met een zwart handvat. [6]
In een
kennisgeving van inbeslagnemingis onder meer het volgende gerelateerd:
Bij een doorzoeking in de woning werd aangetroffen:
Object: vuurwapen
SIN: AAMZ8964NL. [7]
In een
proces-verbaal van bevindingen(met betrekking tot een onderzoek naar het wapen) is onder meer het volgende gerelateerd:
SIN: AAMZ8964NL
Categorie: III, sub I
Bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, revolver, merk Zoraki, model Streamer Rl-C, kaliber 6mm ME-Flobert Court. [8]
In een
proces-verbaal van vooronderzoek lab(met betrekking tot het veiligstellen van sporen op het wapen) is onder meer het volgende gerelateerd:
Onderzoek vuurwapen met SIN AAN28964NL
Veiliggestelde sporen: (…)
- de ruwe delen, de trekker, de trekkerbeugel en de buiten- en achterzijde van de trommel SIN: AAQD3583NL. [9]
In een
deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoekis onder meer het volgende opgenomen:
Om een uitspraak te doen over het mogelijk aanwezig zijn van celmateriaal van verdachte [verdachte] in de bemonstering 'ruwe delen/trekker/beugel vuurwapen AAQD3583NL' is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering bevat DNA van [verdachte] en drie onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering bevat DNA van vier onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek aan de bemonstering zijn extreem veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is. [10]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1 primair (diefstal met geweld) en subsidiair (poging tot diefstal met geweld, dan wel afpersing)
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit voornoemde bewijsmiddelen onvoldoende dat verdachte enig goed heeft weggenomen, dan wel heeft geprobeerd een goed weg te nemen, dan wel heeft gedreigd ter afgifte van een goed. Getuige [getuige] heeft niet gezien dat er iets is weggenomen door verdachte of medeverdachte. Evenmin heeft zij verklaard dat verdachte heeft gezegd dat [slachtoffer] iets moest afgeven. De rechtbank acht het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde daarom niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Ten aanzien van feit 1 meer subsidiair (bedreiging)
Verdachte heeft dit feit ontkend. De verdediging heeft betoogd dat verdachte de avond van 4 april 2023 wel in de woning van getuige [getuige] is geweest, maar dat het tenlastegelegde niet heeft plaatsgevonden. De aanwezigheid van DNA op het wapen wordt door de verdediging verklaard door dat verdachte het vuurwapen enkele dagen voor het tenlastegelegde zou hebben vastgehouden.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang gezien, dat verdachte wel degelijk dreigend een vuurwapen op aangever [slachtoffer] heeft gericht. Uit de verklaring van getuige [getuige] volgt dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] haar woning binnenkwam, waar ook [slachtoffer] aanwezig was. Uit diezelfde verklaring volgt dat verdachte vervolgens een wapen op [slachtoffer] richtte. De rechtbank stelt vast dat de door [getuige] gegeven beschrijving van het vuurwapen, namelijk zilverkleurig en ‘een soort klappertjespistool’, overeenkomt met het in de woning van de moeder van medeverdachte [medeverdachte] gevonden vuurwapen. Dat wapen is kort na de aanhouding van verdachte aangetroffen in de woning waar verdachte en medeverdachte uitkwamen, en bevat het DNA van verdachte. De verklaring die verdachte ter zitting voor de aanwezigheid van zijn DNA heeft gegeven, acht de rechtbank niet aannemelijk. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte bij zijn eerste verhoor heeft verklaard dat hij het wapen nooit heeft vastgehouden [11] , naderhand bij de politie heeft verklaard dat hij het wapen op 2 april 2023 bij zich had toen hij naar de woning was teruggegaan [12] en ter terechtzitting heeft verklaard dat hij het wapen niet naar binnen heeft gebracht, maar buiten op straat heeft vastgehouden en bekeken.
Op het moment dat verdachte de woning binnenkwam en daarna het vuurwapen op [slachtoffer] richtte, kon bij [slachtoffer] in redelijkheid vrees ontstaan dat verdachte hem van het leven zou beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel zou toebrengen. Uit de aard van deze gedragingen leidt de rechtbank af dat verdachte het opzet had op het ontstaan van die vrees. De rechtbank acht het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 omschreven.
Medeplegen
Dat verdachte hierbij heeft gehandeld in nauwe en bewuste samenwerking met een ander is naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2 (voorhanden hebben van een vuurwapen)
Verdachte heeft dit feit eveneens ontkend. De verdediging heeft bepleit dat verdachte het wapen niet in de ten laste gelegde periode heeft vastgehouden of in bezit heeft gehad. De verdediging heeft daarbij gewezen op de bij feit 1 voorgedragen verweren.
De rechtbank stelt echter vast dat uit het onder 1 door de rechtbank bewezenverklaarde volgt dat verdachte op 4 april 2023 een wapen voorhanden heeft gehad. Een dag later, op 5 april 2023, kwam verdachte uit de woning waar dat vuurwapen is gevonden. De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder 5 is omschreven.
Medeplegen
Dat verdachte hierbij heeft gehandeld in nauwe en bewuste samenwerking met een ander is naar het oordeel van de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging zal worden vrijgesproken. Niet is gebleken dat de medeverdachte [medeverdachte] weet had van de plannen van verdachte, noch dat de medeverdachte om die reden meeging naar de woning van [getuige] . Voorts was het vuurwapen weliswaar van de medeverdachte, maar is niet duidelijk geworden op welke manier dit in het bezit is gekomen van verdachte, zodat niet kan worden bewezen dat verdachte en medeverdachten het tezamen en in vereniging voorhanden hebben gehad.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 oktober 2023;
  • de aangifte van [benadeelde 1] ;
- de aangifte van [benadeelde 2] ; [14]
- de aangifte van [benadeelde 3] . [15]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:

1 meer subsidiair

op 4 april 2023 te Lelystad in de woning gelegen aan het [adres] , [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door
- die woning binnen te dringen, althans binnen te gaan en
- een vuurwapen op die [slachtoffer] te richten;
2
op momenten in de periode van 4 april 2023 tot en met 5 april 2023 te Lelystad een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten revolver van het merk Zoraki, model Streamer R1-C, kaliber 6mm ME flobert court, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver, voorhanden heeft gehad;
3
hij op 4 april 2023 te Lelystad uit een personenauto (te weten een Peugeot 208 gekentekend [kenteken] ) een mobiele telefoon en een bril die aan [benadeelde 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4
hij op 4 april 2023 te Lelystad ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
- uit een personenauto (te weten een Renault Megan gekentekend [kenteken] ) (een) goed/goederen van zijn gading, die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] toebehoorde(n) en
- uit een personenauto (te weten een Havel gekentekend [kenteken] ) (een) goed/goederen van zijn gading, die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, de ruit(en) van die personenauto‘s heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
1. meer subsidiair
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling
2.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens enmunitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen vancategorie III
3.
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van hetmisdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereikheeft gebracht door middel van braak
4.
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaatsvan het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijnbereik heeft gebracht door middel van braak, meermalen gepleegd

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als (bijzondere) voorwaarden zoals die zijn geadviseerd door de reclassering in het advies van 11 oktober 2023.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit de hoogte van het onvoorwaardelijke strafdeel gelijk aan de duur van het voorarrest te stellen, zodat de eerder opgelegde ISD-maatregel kan worden hervat. De voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd kunnen daarbij worden opgelegd. Daarnaast is het ook in het belang van de kinderen van verdachte dat hij zo spoedig mogelijk vrijkomt. De verdediging heeft aangevoerd dat bij het bepalen van de straf rekening dient te worden gehouden met het feit dat bij de feiten 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met een vuurwapen en het voorhanden hebben daarvan. Dit zijn ernstige misdrijven. De rechtbank overweegt dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengt en bovendien de in de samenleving bestaande gevoelens van onveiligheid versterkt. Dat die risico’s zich ook realiseren blijkt uit de veelheid van geweldsincidenten waarbij vuurwapens worden gebruikt. Daarbij zijn ook (dodelijke) slachtoffers te betreuren. In deze context moet tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens streng worden opgetreden en strafoplegging in deze zaak dient mede aan dat doel bij te dragen. Verder is verdachte daadwerkelijk overgegaan tot gebruik van een wapen, door het dreigend op [slachtoffer] te richten in de woning van [getuige] . Voor hen moet dit een buitengewoon angstige situatie zijn geweest, niet voor niets is [getuige] uit haar eigen woning gevlucht. De rechtbank neemt verdachte voorts kwalijk dat hij hier geen enkele verantwoordelijkheid voor neemt.
Daarnaast heeft verdachte goederen gestolen door in te breken in een auto en twee pogingen daartoe gedaan. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij daarmee zich alleen heeft bekommerd om zijn eigen gewin en kennelijk niet heeft gedacht aan de gevolgen van zijn handelen voor de verschillende slachtoffers.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft in het nadeel van verdachte in aanmerking genomen dat verdachte, blijkens het uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 4 september 2023 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De feiten waarvoor verdachte wordt veroordeeld zijn gepleegd in de periode dat verdachte zich aan de uitvoering van de aan hem opgelegde ISD-maatregel had onttrokken.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg d.d. 11 oktober 2023, het psychiatrisch rapport d.d. 31 augustus 2023, uitgebracht door psychiater F.M.J. Bruggeman en het psychologisch rapport d.d. 4 september 2023, uitgebracht door GZ-psycholoog R. Bout.
De GZ-psycholoog is niet gekomen tot een interventieadvies nu verdachte beperkt heeft meegewerkt aan het onderzoek. De reclassering, als ook de psychiater, hebben het recidiverisico ingeschat als hoog. Verdachte kent een omvangrijk strafrechtelijk verleden en er is sprake van instabiliteit op verschillende leefgebieden. Hierdoor is eerder een voorwaardelijke ISD-maatregel opgelegd, die nadien ten uitvoer is gelegd. Het ISD-traject zal wanneer verdachte vrijkomt worden voortgezet. Bovendien is er sprake van een verslaving in het gebruik van middelen, waarvoor behandeling wordt geadviseerd. De reclassering en de psychiater achten het criminogene netwerk waarin verdachte zich in [plaats] bevindt een sterke factor voor het terugvallen in middelengebruik en adviseren verdachte buiten Flevoland te laten resocialiseren.
Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven mee te willen werken wanneer dergelijke bijzondere voorwaarden aan hem worden opgelegd. Hij heeft daarbij benadrukt dat hij inziet dat een plek buiten zijn netwerk in [plaats] goed voor hem zal zijn.
Op te leggen straf
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor bedreiging, vuurwapenbezit en inbraak uit een auto met veelvuldige recidive uit van respectievelijk 4 maanden, 8 maanden en 2 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank neemt die oriëntatiepunten als uitgangspunt. De rechtbank weegt mee dat twee van de auto inbraken bij pogingen zijn gebleven.
De rechtbank is van oordeel dat ten aanzien van de feiten 1 en 2 sprake is van meerdaadse samenloop, gelet op de mate waarin de strekking van de toepasselijke strafbepalingen uiteenloopt.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden met aftrek van de periode die verdachte in voorlopige hechtenis heeft gezeten, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. De rechtbank zal de voorwaarden zoals deze zijn geadviseerd door de reclassering aan het voorwaardelijk strafdeel verbinden. Het voorwaardelijke deel dient als waarschuwing voor verdachte en ter voorkoming van dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan soortgelijke strafbare feiten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, aan de orde is.

9.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten de revolver (merk: Zoraki), onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met behulp van dit voorwerp is bovendien het onder 1 meer subsidiair bewezen verklaarde feit begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van het in beslag genomen voorwerp, te weten een telefoontoestel (goudkleurig, merk: Samsung).

10.BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 7.650,00. Dit bedrag bestaat uit € 6.650,00 materiële schade en € 1.000,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 3 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 2] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 2.220,00. Dit bedrag bestaat uit € 1.020,00 materiële schade en € 1.200,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit.
[benadeelde 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.750,00. Dit bedrag bestaat uit € 2.750,00 materiële schade en € 1.000,00 immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 4 ten laste gelegde feit.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen worden verklaard in hun vorderingen, nu de vorderingen onvoldoende zijn onderbouwd.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard, wegens onvoldoende onderbouwing daarvan.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat het voorstelbaar is dat de benadeelde partijen als gevolg van het bewezenverklaarde rechtstreekse materiële schade hebben geleden, maar dat de hoogte hiervan niet is onderbouwd. Aanhouding van de procedure teneinde hen in de gelegenheid te stellen hun vordering op dit punt nader te onderbouwen, levert een onevenredige belasting op van het strafproces. Zij worden daarom niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot vergoeding van materiële schade. Zij kunnen deze vorderingen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De benadeelde partijen hebben onvoldoende gemotiveerd gesteld dat zij als gevolg van het bewezenverklaarde immateriële schade hebben geleden, zodat dit deel van hun vorderingen zal worden afgewezen.
De benadeelde partijen zullen als grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld, aan de zijde van verdachte tot op heden vastgesteld op nihil.

11.VORDERINGEN TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de politierechter in de rechtbank te Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 13 april 2023 (parketnummer 16-256185-21) is verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk opgelegd.
Bij arrest van de meervoudige kamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, van 10 september 2021 (parketnummer 21-003046-18) is verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk opgelegd.
Bij arrest van de meervoudige kamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, van 10 september 2021 (parketnummer 21-003289-16) is verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk opgelegd.
Bij arrest van de meervoudige kamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden, van 10 september 2021 (parketnummer 21-006226-18) is verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk opgelegd.
Verdachte heeft zich binnen de hiervoor genoemde proeftijden opnieuw schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Om die reden zullen de vorderingen worden toegewezen en deze straffen alsnog ten uitvoer gelegd worden.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 45, 57, 285 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 16 (zestien) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat
van de gevangenisstraf een gedeelte van 4 (vier) maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd,tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van 2 (twee) jarenvast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Tactus reclassering Flevoland (Randstad 22 – 183, 1316 BM Almere, telefoonnummer 088-3822887) zal melden, en zal blijven melden zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* zich laat behandelen door een forensisch factteam of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra er een behandelplek beschikbaar is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te weten Beschermd wonen Stichting Ontmoeting in Epe, of een soortgelijke instelling, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die in het kader van het verblijf aan verdachte zullen worden gegeven en aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Het verblijf start aansluitend op detentie;
* geen drugs zal gebruiken en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd;
* zich zal houden aan de voorwaarde dat hij structureel AA/NA-bijeenkomsten zal bezoeken, ter voorkoming van terugval in middelengebruik;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart het voorwerp onttrokken aan het verkeer:
 revolver (merk: Zoraki);
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 telefoontoestel (merk: Samsung);
Benadeelde partijen
- verklaart [benadeelde 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter, wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade af,
veroordeelt [benadeelde 1] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 2] niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter, wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade af,
veroordeelt [benadeelde 2] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot vergoeding van materiële schade en bepaalt dat de vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter,
wijst de vordering tot vergoeding van immateriële schade af,
veroordeelt [benadeelde 3] in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-256185-21
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, bij vonnis van 13 april 2022 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21-003046-18
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 10 september 2021 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) weken;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21-003289-16
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 10 september 2021 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 21-006226-18
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de meervoudige kamer in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 10 september 2021 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.A. Groeneveld, voorzitter, mr. M.C. Danel en mr. I.L. Gerrits, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.C. Kasper-Kerkdijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 november 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt, na toegewezen vordering wijziging tenlastelegging ex artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1
primair
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [woonplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit de woning gelegen aan het [adres] , een geldbedrag van vijf Euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die woning binnen te dringen, althans binnen te gaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer] te richten en/of naar die [slachtoffer] toe te lopen en/of (vervolgens) dat vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] te zetten/drukken en/of
- ( dreigend) tegen die [slachtoffer] te zeggen “maak je zakken leeg, maak je zakken leeg”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de zakken van die [slachtoffer] te doorzoeken;
subsidiair
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit de woning gelegen aan het [adres] , ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om geld en/of goederen van zijn/hunner gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- die woning is binnengedrongen, althans binnengegaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer] heeft gericht en/of naar die [slachtoffer] is toeggelopen en/of (vervolgens) dat vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van die
[slachtoffer] heeft gezet/gedrukt en/of
- ( dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd “maak je zakken leeg, maak je zakken
leeg”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de zakken van die [slachtoffer] heeft doorzocht,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [woonplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in/uit de woning gelegen aan het [adres] , ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld/goederen van zijn/hunner gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
- die woning is binnengedrongen, althans binnengegaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer] heeft gericht en/of naar die [slachtoffer] is toegelopen en/of (vervolgens) dat vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] heeft gezet/gedrukt en/of
- ( dreigend) tegen die [slachtoffer] heeft gezegd “maak je zakken leeg, maak je zakken
leeg”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 4 april 2023 te [woonplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in de woning gelegen aan het [adres] , [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- die woning binnen te dringen, althans binnen te gaan en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer] te richten en/of naar die [slachtoffer] toe te lopen en/of (vervolgens) dat vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] te zetten/drukken en/of
- ( dreigend) tegen die [slachtoffer] te zeggen “maak je zakken leeg, maak je zakken
leeg”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- de zakken van die [slachtoffer] te doorzoeken;
2
hij op één of meerdere momenten in of omstreeks de periode van 4 april 2023 tot en met 5 april 2023 te Lelystad tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten revolver van het merk Zoraki, model Streamer R1-C, kaliber 6mm ME flobert court, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver voorhanden heeft gehad;
3
hij op of omstreeks 4 april 2023 te Lelystad in/uit een personenauto (te weten een Peugeot 208 gekentekend [kenteken] ) een mobiele telefoon en/of een bril, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
4
hij op of omstreeks 4 april 2023 te Lelystad ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
- in/uit een personenauto (te weten een Renault Megan gekentekend [kenteken] ) (een) goed/goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) en/of
- in/uit een personenauto (te weten een Havel gekentekend [kenteken] ) (een) goed/goederen van zijn gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, de ruit(en) van die personenauto(‘s) heeft geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij op of omstreeks 4 april 2023 te Lelystad opzettelijk en wederrechtelijk
- een ruit van een personenauto (te weten een Renault Megan gekentekend [kenteken] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde 2] toebehoorde en/of
- een ruit van een personenauto (te weten een Havel gekentekend [kenteken] ) in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde 3] toebehoorde,
heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 juni 2023, genummerd MD2R023050, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 132, het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 4 juli 2023, genummerd MD2R023050, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 133 tot en met 149. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina’s 19 en 20.
3.Pagina 87.
4.Pagina’s 89 en 90.
5.Pagina 21.
6.Pagina’s 27, 28 en 29.
7.Pagina 30.
8.Pagina 146.
9.Pagina 139 en 140.
10.Pagina 137 en 138.
11.Pagina 55.
12.Pagina 127.
13.Pagina 112.
14.Pagina 106.
15.Pagina 109.