ECLI:NL:RBMNE:2023:5870
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter op grond van vermeende vooringenomenheid zonder concrete feiten
Op 6 november 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland een verzoek tot wraking behandeld dat was ingediend door verzoeker op 2 november 2023. Verzoeker had mr. M. Weistra gewraakt in een lopende procedure met zaaknummer C/16/564927/ JL RK 23-760. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechter laten weten niet te berusten in de wraking. De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of het verzoek tot wraking ontvankelijk was.
Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de conclusie rechtvaardigen dat de rechter vooringenomen zou zijn. Hierdoor kon het verzoek niet als gemotiveerd worden aangemerkt, zoals vereist door artikel 37 lid 2 Rv.
De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek. Dit betekent dat de procedure met zaaknummer C/16/564927/ JL RK 23-760 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.