ECLI:NL:RBMNE:2023:5868

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 november 2023
Publicatiedatum
8 november 2023
Zaaknummer
16-264342-20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden na eerdere veroordeling voor poging tot doodslag

Op 7 november 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak van de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1993 in Somalië. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene was eerder ter beschikking gesteld na een veroordeling voor onder meer poging tot doodslag op 7 september 2021. De tbs is ingegaan op 9 november 2021. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder een reclasseringsadvies en een Pro Justitia-rapport van een psychiater, waaruit blijkt dat de betrokkene nog steeds lijdt aan verschillende stoornissen, waaronder schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De psychiater schat het recidiverisico bij beëindiging van de tbs als oplopend tot hoog.

Tijdens de zitting op 24 oktober 2023 heeft de officier van justitie haar vordering tot verlenging van de tbs gehandhaafd, terwijl de raadsvrouw van de betrokkene heeft gepleit voor afwijzing van de vordering, met als subsidiaire eis een verlenging van slechts één jaar. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat het recidivegevaar nog steeds aanwezig is en dat de veiligheid van anderen in het geding is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene in de afgelopen periode driemaal is teruggevallen in het gebruik van middelen, wat de beslissing om de tbs te verlengen ondersteunt.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de tbs met voorwaarden met twee jaar moet worden verlengd, omdat de behandeling van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een jaar. De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit, en heeft de veiligheid van anderen als belangrijkste overweging meegenomen in haar oordeel.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-264342-20 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 7 november 2023
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene],
geboren op [1993] te [geboorteplaats] (Somalië),
wonende te [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 7 september 2021 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden omdat hij zich heeft schuldig gemaakt aan onder meer poging tot doodslag;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 9 november 2021;
  • de vordering van de officier van justitie van 2 oktober 2023, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • het reclasseringsadvies van [instelling] van 22 augustus 2023, opgemaakt door [A] , reclasseringswerker, en [B] , unit manager;
  • het Pro Justitia-rapport van 23 juli 2023, opgemaakt door [C] , psychiater;
  • de voortgangsverslagen over de periode van 9 februari 2022 tot en met 11 juli 2023.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 24 oktober 2023 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. A. Drogt,
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.B.M. Nohl, advocaat te 'sGravenhage en
- de heer [A] , reclasseringswerker (via een videoverbinding).

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde reclasseringsadvies.
De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van stoornissen. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als gemiddeld.
Het advies luidt de tbs te verlengen met twee jaar.

4.Het standpunt van de deskundige

In het Pro Justitia-rapport concludeert de psychiater dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van stoornissen. De psychiater schat het recidiverisico bij een beëindiging van de tbs in als oplopend tot hoog.
De psychiater adviseert, gezien de fase van het traject waarin betrokken zich bevindt, de tbs te verlengen met twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de tbs met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft primair bepleit dat de vordering wordt afgewezen en dat de maatregel niet meer wordt verlengd. Het subsidiaire standpunt is dat de tbs met één jaar dient te worden verlengd. Daartoe is aangevoerd dat betrokkene een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt en dat betrokkene zijn medicatie zal blijven gebruiken en abstinent zal blijven. De raadsvouw heeft erop gewezen dat de tbs een belemmering is voor de ontwikkeling van betrokkene vanwege het stigma dat de maatregel met zich brengt.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering – kan de tbs worden verlengd ?
Betrokkene is bij vonnis van 7 september 2021 veroordeeld voor onder meer een poging tot doodslag. Omdat de tbs met voorwaarden is opgelegd, duurt de tbs, op grond van artikel 38e, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, maximaal negen jaar.
De rechtbank stelt vast dat de tbs van betrokkene is ingegaan op 9 november 2021 en dat de tbs dus nog kan worden verlengd, als daar gronden voor zijn.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het reclasseringsadvies en de Pro Justitia-rapportage van de psychiater blijkt dat er nog steeds sprake is van stoornissen bij betrokkene, te weten:
- schizofrenie;
- trekken van antisociale persoonlijkheidsstoornis;
- een stoornis in alcoholgebruik, in remissie in een gereguleerde omgeving;
- een stoornis in cannabisgebruik, in remissie in een gereguleerde omgeving.
Binnen de tbs met voorwaarden is het recidiverisico laag, maar bij het wegvallen daarvan zal het risico oplopen naar hoog omdat het dan te verwachten is dat betrokkene de medicatie zal staken, middelen zal gebruiken en zal worden overvraagd, wat zal leiden tot ontregeling. Dit zal op zijn beurt leiden tot een psychotische decompensatie met een hoge kans op vijandigheid.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het reclasseringsadvies en de rapportage van de psychiater te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
De rechtbank ziet, gelet op het aanwezige recidivegevaar, geen aanleiding om de vordering tot verlenging af te wijzen, zoals de raadsvrouw (primair) heeft bepleit. De verwachting is dat het einde van de tbs op dit moment nog zal leiden tot het overvragen van betrokkene, gevolgd door ontregeling en psychotische decompensatie. Verder is van betekenis dat betrokkene in de afgelopen periode driemaal is teruggevallen in het gebruik van middelen.
De rechtbank is, gelet op het reclasseringsadvies, het advies van de psychiater en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de tbs vereist. Daarbij is voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat de tbs wordt verlengd met twee jaren, wanneer aannemelijk is dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de tbs met een jaar.
Betrokkene is november 2021 opgenomen in FPK [instelling] . Betrokkene werkt goed mee in de behandeling die is gericht op psycho-educatie, het bevorderen van abstinentie en emotieregulatie. De behandeling heeft als resultaat dat betrokkene open(er) is geworden over zijn zucht naar middelen, maar de motivatie voor het gebruik van medicatie en voor abstinentie is extern. Het ziektebesef is gering en er is nauwelijks sprake van ziekte-inzicht.
Het is de bedoeling dat betrokkene zal gaan uitstromen via begeleid wonen. Zoals door de reclassering ter zitting is toegelicht, is de aanvraag voor begeleid wonen afgewezen omdat dit te vroeg werd gevonden. Betrokkene zal als ‘tussenstap’ naar begeleid wonen eerst overgaan naar een zogenoemde uitzwaaiwoning van de FPK, waarbij hij een woning deelt met een andere bewoner.
In de komende tijd zal betrokkene de klinische behandeling afmaken, zal betrokkene overgaan naar een uitzwaaiwoning van de FPK en dient te worden gemonitord hoe hij het daar gaat doen om vervolgens de stap naar begeleid wonen te kunnen zetten, waar hij ook weer gemonitord zal dienen te worden.
De rechtbank is van oordeel dat de fase van het traject van betrokkene en de omstandigheid dat het risicomanagement voornamelijk extern is, aanleiding geven om de tbs met voorwaarden met twee jaar te verlengen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de tbs met één jaar te verlengen omdat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de tbs rechtvaardigen, en een verlenging van de tbs met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn. Ook overigens is er geen sprake van een bijzondere omstandigheid die een verlenging met een jaar vereist.

8.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. I.G.C. Bij de Vaate, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en N.M.H. van Ek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.E. van Wiggen-van der Hoek, griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2023.