Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties 1 en 2;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de kantonrechter op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee besloten vennootschappen. De eiseres, een softwareontwikkelaar, vorderde betaling van een factuur van € 5.819,35 van de gedaagde, een machinefabrikant. De kern van het geschil was of er een overeenkomst tot stand was gekomen en of de gedaagde de factuur moest betalen voor de werkzaamheden die de eiseres had verricht. De eiseres had in mei 2021 gesprekken gevoerd met de gedaagde over het in bedrijf stellen van machines voor een klant in Amerika. De kantonrechter oordeelde dat er een overeenkomst tot stand was gekomen, omdat de gedaagde de prijslijst van de eiseres had goedgekeurd. De gedaagde voerde aan dat de eiseres enkel een training had gevolgd en geen werkzaamheden had verricht, maar de kantonrechter verwierp dit standpunt. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de uren die de eiseres had gemaakt, moest vergoeden, en kende de vordering van de eiseres toe, inclusief buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie vorderde de gedaagde dat de eiseres alle aanwezige software en vertrouwelijke informatie zou verwijderen, maar deze vordering werd afgewezen omdat de eiseres had aangegeven dat de software al was verwijderd. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.