In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 8 februari 2023, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen behandeld. Eiseres had op 28 september 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft de Belastingdienst op 14 oktober 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 16 november 2022 beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep kennelijk gegrond is. De rechtbank heeft de Belastingdienst opgedragen om alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift een besluit te nemen, met een uiterste datum van 1 maart 2023. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er inmiddels al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.