ECLI:NL:RBMNE:2023:5781

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
16/134975-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervoer van cocaïne en witwassen van contant geld en een Rolex horloge

In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 6 november 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren van bijna 100 kilogram cocaïne en het witwassen van contant geld en een Rolex horloge. De verdachte werd op 31 mei 2023 in Lexmond aangehouden na een doorzoeking van zijn voertuig, waarin de cocaïne in een verborgen ruimte was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de doorzoeking rechtmatig was, gezien het redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit. De verdachte ontkende kennis te hebben van de cocaïne, maar de rechtbank achtte zijn verklaring ongeloofwaardig, vooral gezien zijn gedrag en de bevindingen van de politie. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 54 maanden op, evenals een geldboete van € 20.000. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte ook betrokken was bij het witwassen van geldbedragen en een Rolex horloge, waarvan de herkomst niet kon worden verklaard. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist dat deze voorwerpen van misdrijf afkomstig waren. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van drugshandel op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/134975-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 6 november 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 september 2023 en 23 oktober 2023. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 23 oktober 2023. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M. de Nooij en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. E.G.S. Roethof, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt erop neer dat verdachte:
Feit 1
op 31 mei 2023 te Lexmond, samen met één of meer anderen of alleen, 98,19 kilogram cocaïne heeft geteeld, bereid bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd en/of vervoerd,
dan wel opzettelijk aanwezig heeft gehad;
Feit 2
op 31 mei 2023 te Lexmond en/of Amsterdam geldbedragen van € 5.200 en € 6.475 en een Rolex horloge ter waarde van € 10.500 heeft witgewassen.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend te bewijzen, maar vordert verdachte partieel vrij te spreken het onder feit 1 ten laste gelegde medeplegen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten.
Voor zover relevant, worden de standpunten van officier van justitie en de verdediging hierna besproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte 98,19 kilogram cocaïne heeft vervoerd en daarnaast twee geldbedragen, te weten € 5.200 en € 6.475, en een Rolex horloge ter waarde van € 10.500 heeft witgewassen. Hieronder zal de rechtbank uitleggen waarom zij dat vindt. De bewijsmiddelen zijn ten behoeve van de leesbaarheid opgenomen in bijlage II van dit vonnis.
4.3.1
Feit 1
Rechtmatigheid van de doorzoeking van de auto van verdachte
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit bestond op het moment dat de auto van verdachte werd doorzocht. De doorzoeking van het voertuig heeft daarom onrechtmatig plaatsgevonden. Dit dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de resultaten van de doorzoeking.
De rechtbank volgt de verdediging hierin niet. Op grond van het procesdossier stelt de rechtbank vast dat de startinformatie afkomstig is van een melding op het automatic number-plate recognition-systeem (ANPR). Uit de melding kan worden opgemaakt dat de douane het voertuig twee weken eerder had gezien en daarbij zag dat er een bak onder het voertuig was gelast. De politieagenten hebben verdachte op 31 mei 2023 nadat zij de ANPR-melding ontvingen enkele uren geobserveerd. Wat zij vervolgens hebben waargenomen (verdachte die meermalen de laadruimte van het voertuig betrad en daar handelingen leek uit te voeren, het meermaals veranderen van de reisroute en het gedrag van verdachte bij een tankstation) was, afgezet tegen de achtergrond van die ANPR-melding, ruimschoots voldoende om te spreken van een redelijk vermoeden dat verdachte zich schuldig maakte aan het plegen van een strafbaar feit als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De doorzoeking van de auto van verdachte was op dat moment dan ook gerechtvaardigd. Voor bewijsuitsluiting als gevolg van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, als bedoeld in artikel 359a Sv, bestaat geen aanleiding. Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
Vervoer van cocaïne
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte op 31 mei 2023 98,19 kilogram cocaïne heeft vervoerd in een verborgen ruimte in een Opel Vivaro. Verdachte ontkent te hebben geweten dat de cocaïne zich in dit voertuig bevond. Verdachte zou de bus slechts hebben geleend om een springkussen te bezorgen in Teteringen. Iemand anders moet de cocaïne in de verborgen ruimte hebben gelegd zonder verdachte daarover te vertellen. De rechtbank vindt dit om meerdere redenen een volstrekt ongeloofwaardig scenario.
De rechtbank wijst hiervoor allereerst op verdachtes gedragingen op 31 mei 2023 in combinatie met de bevindingen van de politie in de telefoon van verdachte. Verdachte heeft die dag met het voertuig ongeveer een half uur stilgestaan in een woonwijk in Teteringen. Gedurende dat half uur is verdachte drie maal in de laadruimte van het voertuig geweest. De politie heeft toen schuivende en stommelend geluiden waargenomen en een geluid dat klonk als het dichtvallen van een klep. Nadat verdachte weer is gaan rijden, is gezien dat hij het voertuig driemaal keerde en bij het tankstation minutenlang tankhandelingen verrichtte zonder daadwerkelijk te tanken.
De rechtbank gaat er, in het bijzonder gelet op de waargenomen geluiden, van uit dat verdachte in de laadruimte bezig is geweest met de verborgen ruimte. Tijdens het wegrijden heeft verdachte zogenaamde ‘schudrondjes’ gereden en gedaan alsof hij tankte om zo zicht te krijgen op mogelijke achtervolgers. De rechtbank ziet zich in haar overtuiging gesterkt door de berichten die zijn aangetroffen in verdachtes telefoon. Het bericht “tet 100 st” duidt volgens de rechtbank op Teteringen, de plek waar verdachte een half uur heeft gestaan, en op de 100 stuks (verpakkingen) cocaïne die in de verborgen ruimte zijn aangetroffen. Het bericht “kk hij krijgt. stopteken” ziet op het stopteken dat in Lexmond aan hem is gegeven en waarna staande- en aanhouding heeft plaatsgevonden.
De rechtbank acht het daarnaast onwaarschijnlijk dat aan verdachte een voertuig werd uitgeleend waarin zich op dat moment bijna honderd kilogram cocaïne bevond. Deze hoeveelheid cocaïne vertegenwoordigt namelijk, zoals door de officier van justitie voorgehouden op de terechtzitting, een straatwaarde van enkele miljoenen euro’s. De rechtbank vindt het onvoorstelbaar dat een organisatie of persoon, die een partij harddrugs bezit met zo’n hoge straatwaarde, zulke onnodige risico’s neemt.
De rechtbank betrekt bij haar oordeel, tot slot, het late moment waarop verdachte is gaan verklaren en de onmogelijkheid om de inhoud daarvan te controleren. Verdachte heeft tot de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak op 23 oktober 2023 grotendeels gezwegen. Op de pro formazitting heeft verdachte voor het eerst verklaard dat hij het voertuig had geleend, zonder daarbij details te geven. Pas op de inhoudelijke behandeling is verdachte met het verhaal gekomen dat hij het voertuig heeft geleend voor legitieme doeleinden, namelijk voor het afleveren van een springkussen. Verdachte heeft echter niet willen vertellen bij wie hij het springkussen moest afleveren. Andere controleerbare details over een afspraak die zou zijn gemaakt hierover heeft verdachte evenmin verstrekt, hetgeen zijn verklaring onvoldoende concreet en verifieerbaar maakt.
Gelet op het voorgaande kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte zowel wetenschap had van als beschikkingsmacht had over de in de Opel aangetroffen cocaïne.
Vrijspraak medeplegen
Hoewel er, gelet op de hiervoor genoemde berichten in de telefoon van verdachte, sterke aanwijzingen zijn dat verdachte niet alleen handelde, is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en één of meer anderen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onderdeel medeplegen.
4.3.2
Feit 2
Vermoeden van witwassen
Bij doorzoeking van de woning van verdachte zijn meerdere geldbedragen aangetroffen, te weten een geldbedrag van € 5.200 bestaande uit coupures van € 100 en € 500, een geldbedrag van € 6.475 en een Rolex horloge ter waarde van € 10.500. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte geen aangifte van zijn inkomstenbelasting heeft gedaan en er voorafgaand aan het ten laste gelegde in de regel weinig geld op zijn rekeningen stond. De rechtbank acht op basis van deze feiten en omstandigheden het vermoeden gerechtvaardigd dat de geldbedragen en het horloge uit enig misdrijf afkomstig zijn. Gelet hierop mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat de geldbedragen en het horloge niet van misdrijf afkomstig zijn.
Verklaring verdachte
Voor wat betreft de herkomst van de beide geldbedragen en het horloge, heeft verdachte tot de inhoudelijk behandeling geen verklaring afgelegd. Pas tijdens de inhoudelijke behandeling, heeft verdachte verklaard dat hij over grote hoeveelheden contant geld beschikt vanwege zijn werkzaamheden in de horeca en voor zijn springkussenbedrijf, omdat contante betalingen in die branches gebruikelijk zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is deze verklaring van verdachte niet concreet en verifieerbaar. Verdachte heeft ook geen stukken aangeleverd ter onderbouwing van zijn verklaring. Daarnaast merkt de rechtbank op dat het een feit van algemene bekendheid is dat coupures van € 500 een grote rol spelen in het criminele circuit en, om die reden, in Nederland niet of nauwelijks onderdeel uitmaken van het betalingsverkeer. De rechtbank ziet niet in waarom dit voor de horeca- en springkussenbranches anders zou zijn.
Ten aanzien van het Rolex horloge heeft verdachte ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij dit horloge van een compagnon heeft overgenomen, maar dat de betaling nog plaats moet vinden. De rechtbank acht ook deze verklaring niet concreet en verifieerbaar, wederom gelet op het feit dat verdachte ter onderbouwing van zijn verklaring geen enkel controleerbaar stuk heeft aangeleverd.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ontbreekt naar het oordeel van de rechtbank een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor een legale herkomst van de beide geldbedragen en het horloge. De rechtbank is daarom van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de geldbedragen van € 5.200 en € 6.475 en het Rolex horloge, ter waarde van € 10.500, van misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dit wist. De rechtbank acht het onder feit 2 tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
op 31 mei 2023 te Lexmond, gemeente Vijfheerenlanden, opzettelijk heeft vervoerd 98,19 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
Feit 2
op 31 mei 2023 te Amsterdam voorwerpen, te weten geldbedragen (van 5.200 euro en 6.475 euro) en een Rolex horloge (ter waarde van ongeveer 10.500 euro), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad. Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2
witwassen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden, met aftrek van het voorarrest overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft onder verwijzing naar volgens hem vergelijkbare jurisprudentie, betoogd dat bij bewezenverklaring een gevangenisstraf van maximaal 3 jaren passend is.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervoeren van een grote hoeveelheid harddrugs, namelijk bijna honderd kilo cocaïne. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs een gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien gaat de handel in en het gebruik van dergelijke verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van (ernstige) criminaliteit waarvan anderen overlast ondervinden en het veiligheidsgevoel in de samenleving wordt aangetast. Door het vervoeren van dergelijke middelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van deze problematiek. Met zijn handelen heeft verdachte kennelijk geen acht geslagen op deze negatieve gevolgen voor anderen.
Verdachte heeft zich naast bovenstaande ook schuldig gemaakt aan witwassen. Witwassen is een ernstig feit dat bijdraagt aan de instandhouding van criminaliteit en ondermijning in de samenleving. Hiermee worden de opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken. Daders van strafbare feiten worden op deze wijze in staat gesteld om met het oneerlijk verdiende geld een maatschappelijke en financiële status te verwerven die zij niet behoren te hebben.
8.3.2
De persoon van verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank kennisgenomen van een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 31 juli 2023, waaruit blijkt dat verdachte op 20 april 2015 is veroordeeld voor hennepteelt. Deze eerdere veroordeling voor een Opiumwetdelict heeft verdachte er niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan, ditmaal met harddrugs.
8.3.3
De straf
De ernst van de feiten rechtvaardigt, in combinatie met verdachtes strafblad, oplegging van een vrijheidsbenemende straf van aanzienlijke duur. Bij het bepalen van die duur heeft de rechtbank de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht als uitgangspunt genomen. Voor het vervoer van meer dan 20 kilogram harddrugs is het oriëntatiepunt een onvoorwaardelijk gevangenisstraf van 50 maanden. Voor fraude met een benadelingsbedrag tussen de € 10.000 en € 70.000 is dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen de 2 en 5 maanden. Gelet hierop en op de hoeveelheid harddrugs die bij verdachte is aangetroffen, te weten bijna 100 kilogram, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met – zoals ter terechtzitting verzocht door de raadsman – een gevangenisstraf die korter of gelijk is aan 3 jaren.
Alles overwegende acht de rechtbank passend en geboden een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden, met aftrek van het voorarrest. Dit is gelijk aan de eis van de officier van justitie. Maar omdat het een feit van algemene bekendheid is dat de handel in verdovende middelen plaatsvindt met slechts één doel, namelijk geldelijk gewin, ziet de rechtbank aanleiding verdachte daarnaast te bestraffen met een geldboete ter hoogte van € 20.000.
Tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.

9.BESLAG

De rechtbank zal het (met betrekking tot feit 1) in beslag genomen voertuig (met verborgen ruimte), onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Bovendien is het strafbare feit met dit voorwerp begaan. Deze beslissing is overeenkomstig de vordering van de officier van justitie. De verdediging heeft zich niet uitgelaten over het beslag.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 23, 24c, 36b, 36c, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 en onder feit 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het onder feit 1 en onder feit 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 en onder feit 2 bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 54 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot
een geldboete van € 20.000, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 135 dagen;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer:
1 STK Bestelauto [kenteken] (Omschrijving: PL0900-2023160257-G2833361 met verborgen ruimte in de laadbak, zit in de vloer., ONBEKEND, merk: OPEL, Met sleutels).
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter, mr. L.M.M. Heppe en mr. H.C. Piet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Buel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 november 2023.
Mr. Heppe is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 31 mei 2023 te Lexmond, gemeente Vijfheerenlanden, in elk
geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 98,19 kilogram, in elk geval
een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek
van Strafrecht )
2
hij op of 31 mei 2023 te Lexmond, gemeente Vijfheerenlanden en/of Amsterdam , in ieder geval in
Nederland,
één of meer voorwerp(en), te weten meerdere dan wel enig (groot) geldbedrag (van
in ieder geval 5200 euro en/of 6475 euro) en/of een Rolex horloge (ter waarde van ongeveer 10.500
euro),
(telkens) de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de
verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld
wie de rechthebbende op die/dat voorwerp(en), te weten voornoemd(e)
geldbedrag(en) en/of Rolex, was of wie bovenomschreven voorwerp, te weten
voornoemd(e) geldbedrag(en) en/of Rolex, voorhanden had,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat
bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit
enig (al dan niet eigen) misdrijf
en/of
(telkens) één of meer voorwerpen(en) te weten meerdere dan wel enig (groot)
geldbedrag (van in ieder geval 5200 euro en/of 6475 euro) en/of een Rolex horloge (ter waarde
van ongeveer 10.500 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft
overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e)
geldbedrag(en) en/of Rolex, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig (al dan niet eigen) misdrijf;
( art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1 ahf/ond b
Wetboek van Strafrecht, art 420bis.1 Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1
ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van
Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: de bewijsmiddelen
Feit 1
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2023, genummerd PL0900-2023160257-4, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , werkzaam bij de Landelijke Eenheid en verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij Eenheid Rotterdam, zakelijk weergegeven:
Op 31 mei 2023 waren wij belast met een onopvallende volgactie van een bestelauto. Wij zagen dat de bestuurder naar later onderzoek bleek te zijn:
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Ik zag dat [verdachte] in de laadruimte stapte. Ik zag dat [verdachte] de achterdeur sloot en deze op een kier open liet staan. Ik hoorde vervolgens dat [verdachte] kennelijk spullen aan het verschuiven was. Ik hoorde een slepende geluid uit deze laadruimte komen. Ik zag vervolgens dat de geparkeerde bestelauto bewoog van links naar rechts. Ik hoorde vervolgens dat er in de laadruimte een geluid hoorbaar werd, wat mij de indruk gaf dat er een klep of iets dergelijks dicht viel. [1] Ik hoorde wederom schuivende en stommelende geluiden uit de laadruimte komen.
Wij zagen dat [verdachte] op de weg tot drie maal zijn voertuig keerde. Wij zagen dat [verdachte] zijn bestelauto parkeerde voor een pomp bij het tankstation. Wij zagen dat [verdachte] uitstapte en daar een slang van een pomp pakte. Wij zagen dat [verdachte] na enige minuten de slang terug hing en weer en zonder te betalen in de bestelauto stapte.
Wij gaven te Lexmond aan [verdachte] een stopteken, waaraan hij voldeed. [2] Wij hebben het voertuig doorzocht. [3]
Bij het openen van de verborgen ruimte zagen wij verbalisanten dat er zes gevulde bigshoppers in deze verborgen ruimte lagen. Wij zagen dat dit vijf rode Dirk bigshoppers waren en één Action bigshopper. Ik zag dat er uit de Action bigshopper één geseald pakket stak. Ik zag dat er in dit gesealde pakket een rechtshoekig zwart blok zat. Dit blok is mij is qua afmeting en structuur ambtshalve bekend als zijnde de verpakking van cocaïne.
Ik trof in het vakje van de bestuurdersdeur een witte telefoon aan van het merk Apple, type iPhone. Ik zag dat er op het scherm een viertal berichten stonden:
Racket tet 100 st: verwijder dit. [naam 1]
[naam 2] : kk hij krijgt. stopteken [4]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 september 2023:
De in de bus aangetroffen witte iPhone is van mij.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen van 7 juni 2023, genummerd PL0900-2023160257-49, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] , zakelijk weergegeven:
Goednummer: PL0900-2023160257-3170982
SIN: AAPH2367NL
Relatie met SIN: AAQI5019NL
Gewicht netto: 14968,0 gram
Omschrijving: Bigshopper Dirk v/d Broek
Goednummer: PL0900-2023160257-3170987
SIN: AAPH2363NL
Relatie met SIN: AAQI5020NL
Gewicht netto: 15383,7 gram
Omschrijving: Bigshopper Dirk v/d Broek [5]
Goednummer: PL0900-2023160257-3170993
SIN: AAPW2178NL
Relatie met SIN: AAQI5021NL
Gewicht netto: 14744,5 gram
Omschrijving: Bigshopper Dirk v/d Broek
Goednummer: PL0900-2023160257-3170991
SIN: AAPW2179NL
Relatie met SIN: AAQI5022NL
Gewicht netto: 14499,5 gram
Omschrijving: Bigshopper Dirk v/d Broek [6]
Goednummer: PL0900-2023160257-3170995
SIN: AAPW2177NL
Relatie met SIN: AAQI5023NL
Gewicht netto: 14053,8 gram
Omschrijving: Bigshopper Dirk v/d Broek
Goednummer: PL0900-2023160257-3170999
SIN: AAPW2176NL
Relatie met SIN: AAQI5024NL
Gewicht netto: 15110,7 gram
Omschrijving: Bigshopper Action [7]
Goednummer: PL0900-2023160257-3171024
SIN: AAQI5244NL
Relatie met SIN: AAQI5015NL
Gewicht netto: 9430,9 gram
Omschrijving: 10 blokken wit poeder los in verborgen ruimte voertuig [8]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5019NL: bevat cocaïne. [9]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5020NL: bevat cocaïne. [10]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5021NL: bevat cocaïne. [11]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5022NL: bevat cocaïne. [12]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5023NL: bevat cocaïne. [13]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5024NL: bevat cocaïne. [14]
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een rapportage van het NFI van 6 juni 2023, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
AAQI5015NL: bevat cocaïne. [15]
Feit 2
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2023, genummerd PL0900-2023160257-20, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 7] , zakelijk weergegeven:
Op 31 mei 2023 werd binnengetreden in de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . [16] Bij de doorzoeking zijn de volgende goederen aangetroffen:
Goednummer 3171093 - 125 euro;
Goednummer 3171095 - 250 euro;
Goednummer 3171097 - 870 euro;
Goednummer 3171100 - 500 euro;
Goednummer 3171102 - 3270 euro;
Goednummer 3171104 - 460 euro;
Goednummer 3171106 - 1000 euro;
Goednummer 3171113 - Rolex horloge;
Goednummer 3171111- 5200 euro. [17]
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 2 juni 2023, genummerd PL0900-2023160257-36, opgemaakt door de Landelijke Eenheid, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , zakelijk weergegeven:
De volgende zaken kunnen worden vastgesteld:
  • het betreft een origineel Rolex horloge waarvan de echtheid niet wordt betwist;
  • de catalogus waarde is 10.500 euro.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 7 juli 2023, genummerd PL0900-2023160257-57, opgemaakt door de Landelijke Eenheid, voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 10] , zakelijk weergegeven:
Binnen het strafrechtelijk onderzoek werd er onderzoek gedaan naar de legale inkomsten en/of het vermogen van verdachte [verdachte] geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] . [19] Aan de door mij geanalyseerde gegevens valt mij op dat [verdachte] met zijn bedrijven omzet draait, echter dat er geen aangifte is gedaan bij de belastingdienst qua inkomsten. Daarnaast valt op dat er in verhouding in de regel weinig geld op zijn rekeningen staat. Het is door het gebrek aan duidelijke financiële gegevens met betrekking tot inkomsten erg lastig om de daadwerkelijke inkomsten en het daadwerkelijke totale vermogen van [verdachte] aan te tonen. [20]

Voetnoten

1.Pagina 4.
2.Pagina 5.
3.Pagina 6.
4.Pagina 7.
5.Pagina 52.
6.Pagina 54.
7.Pagina 55.
8.Pagina 56.
9.Pagina 58.
10.Pagina 59.
11.Pagina 60.
12.Pagina 61.
13.Pagina 62.
14.Pagina 63.
15.Pagina 64.
16.Pagina 42.
17.Pagina 43.
18.Pagina 1 van desbetreffend aanvullend proces-verbaal.
19.Pagina 1 van desbetreffend aanvullend proces-verbaal.
20.Pagina 2 van desbetreffend aanvullend proces-verbaal.