4.3Het oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 24 februari 2023 maakt een getuige (getuige [getuige] ) melding van een verdachte situatie nabij de [straat] in Utrecht. Een persoon stapt rechtsachter uit een Renault Captur, pakt bij de benen van de bijrijder een blauwe plastic zak en gooit deze zak in een kliko in de tuin van het adres [adres] . Uit diezelfde kliko pakt deze persoon vervolgens een rugzak en stapt weer in achter in de auto. Als de politie kort daarna ter plaatse komt, treffen zij in de kliko een zak met valse kentekenplaten, meerdere bivakmutsen en handschoenen, twee cobra’s (zwaar knalvuurwerk) en een fles bio-ethanol. De Renault Captur wordt ongeveer 20 minuten later gestopt door de politie. De drie inzittenden blijken te zijn: [medeverdachte 1] (bestuurder), [medeverdachte 2] (bijrijder) en [verdachte] (inzittende rechts achterin). In de auto worden in een rugzak op de achterbank en in een plastic zak onder de bijrijdersstoel in totaal drie vuurwapens en een hoeveelheid munitie aangetroffen. Daarnaast worden in de auto meerdere telefoons aangetroffen. Een van de telefoons zit in een pakketje vast getapet aan een vuurwapen met munitie. Op een telefoon in de auto (SIN-nummer AAPU9466NL) wordt de peilbakenapplicatie Protrack aangetroffen. De applicatie lijkt in totaal 11 auto’s met bakens te volgen. Op de telefoon AAPU9466NL wordt DNA van drie personen aangetroffen, waaronder dat van [medeverdachte 1] en [verdachte] .
Vrijspraak feit 5
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte hiervan vrij. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Voor een bewezenverklaring van het plegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is vereist dat kan worden bewezen dat de verdachte opzettelijk voorwerpen bestemd tot het begaan van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, voorhanden heeft gehad. Er moet dus worden bewezen dat de voorwerpen die de verdachten voorhanden hadden, bestemd waren tot het begaan van een voldoende bepaald misdadig doel. Voorbereiding is namelijk niet in zijn algemeenheid strafbaar, maar alleen als het gaat om een geconcretiseerd en bepaald misdrijf.
De rechtbank is van oordeel dat uit het strafdossier niet met voldoende bepaaldheid kan worden opgemaakt dat [verdachte] , al dan niet samen met zijn medeverdachten, de aangetroffen voorwerpen voorhanden heeft gehad om deze te gebruiken bij een diefstal met geweld, afpersing of brandstichting, zoals ten laste is gelegd. Het eventuele misdadig doel kan in dit geval uitsluitend worden vastgesteld op basis van de combinatie van de aangetroffen voorwerpen in onderlinge samenhang bezien, nu de inhoud van het dossier – inclusief de door de officier van justitie in dit kader genoemde omstandigheden – daartoe geen andere concrete aanknopingspunten biedt.
Wanneer de aangetroffen voorwerpen in onderlinge samenhang worden bezien, kunnen deze worden gebruikt voor een verscheidenheid aan misdadige doelen. Het is – op basis van het strafdossier zoals dat voorligt – niet mogelijk buiten redelijke twijfel vast te stellen wat het karakter van het eventuele voorbereide gronddelict is geweest en evenmin of op dat gronddelict een strafmaximum van acht jaar gevangenisstraf is gesteld.
Daarbij komt dat een deel van de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen (de bivakmutsen, handschoenen, kentekenplaten en het brandversnellend middel) zijn achtergelaten in een kliko, terwijl andere voorwerpen (de vuurwapens, munitie en telefoons) zijn aangetroffen in de auto. De voorwerpen werden dus niet op één plek bewaard, waardoor onduidelijk is of zij op dat moment voor één misdadig doel waren bestemd.
Bewijsmiddelen feit 1 tot en met feit 4
Een geschrift, inhoudende een verklaring van getuige nummer [getuige] van 24 februari 2023, 230224.1810.15397, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 011 – zakelijk weergegeven:
Ik zag op 24 februari 2023 omstreeks 10:30 uur dat er een blauw gekleurde Renault het pleintje op reed. Ik zag dat er rechtsachter een persoon ( vanaf nu te noemen: persoon 1) uit het voertuig stapte. Ik zag dat persoon 1 naar de rechtervoorzijde van de auto liep, de bijrijderskant, dat het portier geopend werd en persoon 1 iets wegpakte ter hoogte van de benen van de bijrijder. Ook zag dat persoon 1 een blauwe plastic zak vasthield. Ik zag dat er een lang, rechthoekig voorwerp in zat. Ik zag dat hij vervolgens een achtertuin van een woning inloopt en direct naar een bruine kliko loopt. Ik zag dat persoon 1 de blauwe plasticzak die hij uit de auto haalde in de afgesloten kliko legde. Ik zag vervolgens dat hij er een rugtas uithaalde. Ik kan deze rugtas als volgt omschrijven: donker blauw/grijs van kleur. Ik zag dat de rugzak openstond. Ik zag dat er een wit voorwerp in zat ter grootte van een tennisbal of softbal. Ik denk dat hij weer op dezelfde plek achter in het voertuig instapte. Ik heb gelijk het kentekengenoteerd van de blauwe Renault: [kenteken] .
Een proces-verbaal van bevindingen van 24 februari 2023, PL0900-2023057481-21, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 013 e.v. – zakelijk weergegeven:
Alle genoemde straatnamen in dit proces-verbaal bevinden zich in de stad Utrecht.
Op vrijdag 24 februari 2023 in Utrecht, daar het mij niet bekend was waar de kliko stond waar de getuige over sprak heb ik de melder gebeld. Er stond één kliko onder een balkon van een flat. Later bleek dit de [adres] te betreffen. Toen ik de kliko opende zag ik direct een set van 2 kentekenplaten in de kliko liggen. De platen waren voorzien van het kenteken [kenteken] .Ik zag hierop dat er nog een plastic tasje in de container lag. Hier lag ook een setje van 2 kentekenplaten in. Deze platen waren voorzien van het kenteken [kenteken] .
Ik zag op dat moment het betreffende voertuig, een Renault Captur. Dit was om 10:53 uur. Ik zag dat er in het voertuig drie personen zaten.
Bestuurder betrof:
Naam: [medeverdachte 1]
Persoon achterin betrof:
Naam: [verdachte]
Adres: [adres] te [woonplaats]
Toen ik het portier linksachter opende zag ik direct een blauwige rugtas liggen. Ik opende de tas en ik zag direct een automatisch machinepistool in de tas liggen.
Ik opende hierop het portier rechtsachter, de plaats waar [verdachte] zat, en zag direct een blauwe Albert Heijn tas onder de bijrijdersstoel liggen. Ik pakte de tas en vouwde hem open zodat ik erin kon kijken. Ik zag direct een handvuurwapen liggen. Ik heb hierop de tas geopend waarin het automatische machinepistool zag. Ik zag daar nog een pakketje in liggen welke was dicht getaped met grijs plakband. Ondertussen was een collega met specialisme explosieven verkenner aangesloten. Ik zag dat hij voorzichtig het pakketje bekeek en hoorde hem zeggen dat er een klein handvuurwapen inzat.
Een proces-verbaal van bevindingen van 3 maart 2023, PL0900-2023057481-49, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, forensisch dossier doorgenummerde pagina 019 e.v. – zakelijk weergegeven:
Ik zag dat het voertuig een blauwe vijfdeurs personenauto betrof van het merk "Renault", type "Captur" met het kenteken [kenteken] .
Op de vloer tussen de achterbank en de bijrijdersstoel, stond een blauwe plastic tas. In de tas zag ik een vuurwapen. Ik hoorde collega [verbalisant 2] mij vertellen dat de tas onder de bijrijdersstoel had gelegen en eronder vandaan was gehaald. Ik zag er kogelpatronen in de patroonhouder zaten.
Verder zag ik een blauwe rugtas met bruine accenten. In de rugtas zag ik een vuurwapen, een patroonhouder met kogelpatronen en een plastic tasje omwikkeld met grijze tape. Het vuurwapen was gelijkend op het type voorwapen "scorpion" en vermoedelijk hoorde de patroonhouder bij het vuurwapen.In het pakketje zag ik een klein zwart handvuurwapen, een patroonmagazijn met kogelmunitie, een stuk papier waarin twee losse kogelpatronen zaten.
PL0900-2023057481-3126303
AAQI7425NL
Ithaca gun
PL0900-2023057481-3126304
AAQI7426NL
Patroonhouder met munitie afkomstig uit vw aaqi7425nl
PL0900-2023057481-3126305
AAQI7427NL
Munitie afkomstig uit patroonhouder aaqi7426nl
PL0900-2023057481-3126312
AAQI7428NL
Semi/automatisch vuurwapen "scorpion"
PL0900-2023057481-3126315
AAQI7429NL
Patroonhouder met munitie aangetroffen naast vw scorpion
PL0900-2023057481-3126317
AAQI7430NL
Munitie uit patroonhouder aaqi7429nl
PL0900-2023057481-3126320
AAQI7432NL
2 losse kogelpatronen aangetroffen in getapet plastic tasje
PL0900-2023057481-3126321
AAQI7433NL
Patroonhouder met munitie afkomstig uit getapet plastic zakje
PL0900-2023057481-3126322
AAQI7435NL
Munitie uit patroonhouder aaqi7433nl
PL0900-2023057481-3126324
AAQI7434NL
Klein handwapen afkomstig uit getapet plastic zakje
Een proces-verbaal van bevindingen van 8 mei 2023, PL0900-2023057481-83, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 369 e.v. – zakelijk weergegeven:
1
Goednummers: PL0900-2023057481-3126303 ( pistool)
SIN: AAQI7425NL ( pistool)Bovengenoemd voorwerp is een vuurwapen, pistool, merk Ithaca, model 1911 Al, kaliber .45.Dit pistool is een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Dit semi-automatische vuurwapen beschikt over een single action afvuursysteem.
2
Goednummers: PL0900-2023057481-3126312 ( pistoolmitrailleur)
SIN: AAQI7428NL ( pistoolmitrailleur)Bovenvermeld voorwerp is een vuurwapen, pistoolmitrailleur, gelet op de uiterlijke kenmerken van het merk CZ, model VZ 61 Skorpion, kaliber 7.65mm. Dit vuurwapen bleek geschikt te zijn om zowel semi- als volautomatisch te kunnen vuren. Derhalve is deze pistoolmitrailleur een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie.
3
Goednummer: PL0900-2023057481-3126324 ( pistool)
SIN: AAQI7434NL ( pistool)Bovengenoemd voorwerp is van origine een gaspistool, van het merk Blow, model Mini- 9, kaliber 9mm P.A.Knall. In originele staat is, van fabriekswege, in de loop van dit gaspistool een zogenaamde sper aangebracht. Bij dit voorwerp bleek de sper te zijn verwijderd, waardoor dit gaspistool is voorzien van een volledig open loop. Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie. Dit semi-automatische vuurwapen beschikt over een single action afvuursysteem.
4
Goednummers: PL0900-2023057481-3126305 ( a), PL0900-2023057481-3126317 ( b), PL0900-2023057481-3126322 ( c) en PL0900-2023057481-3126320 ( d)SIN: AAQI7427NL ( a), AAQ17430NL ( b), AAQI7435NL ( c) en AAQI7432NL ( d)
a. 6 scherpe patronen kaliber . 45 ACP, merk PMP, afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 1 omschreven vuurwapen.b. 19 scherpe patronen kaliber . 32 Auto (- 7,65mm), merk CBC, afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 2 omschreven vuurwapen.c. 3 scherpe patronen kaliber 7.65mm Br., merk S&B, afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 3 omschreven vuurwapen.d. 2 scherpe patronen kaliber 7.65mm Br., merk S&B.
Derhalve zijn deze patronen munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
Een proces-verbaal van bevindingen van 24 februari 2023, PL0900-2023057481-18, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 019 e.v. – zakelijk weergegeven:
Op vrijdag 24 februari 2023 te Utrechtpakte ik de goederen uit de kliko, waarna ik de kentekenplaten nader bekeek. Ik zag dat de platen duidelijk gekloond waren en dat de platen niet voorzien waren van een sponsnummer en dat de lamineercodes niet overeen kwamen met de geregistreerde in het RDW systeem.
Ik bekeek vervolgens het voertuig nader en zag dat er diverse telefoons in het voertuig lagen.
Een proces-verbaal van bevindingen van 2 maart 2023, PL0900-2023057481-68, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 245 – zakelijk weergegeven:
Ik, [verbalisant 5] heb diverse opleidingen gevolgd binnen de politieorganisatie. In deze opleidingen heb ik geleerd hoe je aan hand van een watermerk, keurmerk producent, uiterlijke kenmerken en het uniek lamineercode kan zien of er sprake is of kan zijn, van valse of gedupliceerde ( gekloonde) kentekenplaten. Ik zag dat de aangetroffen kentekenplaten niet voldeden aan wettelijk bepaalde kenmerken, zoals de lamineercode, watermerk en keurmerk producent.
Een proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2023, 2303010755.PVB, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 259 e.v. – zakelijk weergegeven:
Telefoon - iphone X - uit Auto
AAPU9466NL
Een proces-verbaal van bevindingen van 1 maart 2023, 20230301.0814.10411, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 6] , werkzaam bij de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 218 e.v., zakelijk weergegeven:
Ik deed onderzoek naar de iPhone met SIN-nummer AAPU9466NL.Ik zag dat er drie applicaties startende met de naam Protrack op de iPhone stonden. Collega’s hebben op locatie informatie verzameld, waardoor er vermoedelijk 11 auto’s te koppelen zijn aan de applicatie Protrack.
Een schriftelijk bescheid, het NFI-rapport ‘DNA-onderzoek naar aanleiding van een overtreding van de Wet wapens en munitie in Utrecht op 24 februari 2023’ van 17 mei 2023, doorgenummerd pagina 173 e.v., zakelijk weergegeven:
AAPU9455NL#01
buitenzijde telefoon
[AAPU9466NL]
DNA kan afkomstig zijn van:
minimaal drie personen;
- verdachte [verdachte]
- verdachte [medeverdachte 1]
- minimaal één onbekende persoon
- meer dan 1 miljard
- meer dan 1 miljard
- niet van toepassing
AAPU9455NL01(buitenzijde telefoon [AAPU9466NL]
Voor deze berekening is aangenomen dat de bemonstering DNA bevat van drie niet-verwante personen.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Getuigenverklaring [getuige]
De raadsman heeft betoogd dat de verklaring van getuige [getuige] niet voor het bewijs kan worden gebruikt. De raadsman heeft daartoe onder meer aangevoerd dat de getuige moet worden aangemerkt als een anonieme getuige ingevolge artikel 344a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Nu de verdediging niet in de gelegenheid is gesteld om aan deze getuige vragen te stellen en daartoe ter terechtzitting wel een wens heeft geuit, mag de rechtbank deze verklaring niet voor het bewijs gebruiken.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman en zal de verklaring van getuige [getuige] voor het bewijs gebruiken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De term ‘een persoon wiens identiteit niet blijkt’ zoals bedoeld in artikel 344 lid 3 Sv omvat niet personen wiens persoonsgegevens weliswaar niet (volledig) zijn vermeld in het proces-verbaal waarin hun verklaringen zijn opgenomen, maar van wie vaststaat dat zij wel zodanig kunnen worden geïndividualiseerd dat de verdediging desgewenst hun verhoor als getuige door de rechter-commissaris of ter terechtzitting kan verzoeken. Waar het aldus in de kern om gaat is dat de identiteit van de persoon die heeft verklaard, kan worden achterhaald.
Uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] op pagina 13 volgt dat deze verbalisant, nadat getuige [getuige] een melding had gedaan, nader contact heeft opgenomen met de getuige voor nadere informatie over de precieze locatie van de kliko. De rechtbank leidt daaruit af dat de (contact)gegevens van de getuige bij de politie bekend zijn, zodat de identiteit van de getuige kan worden achterhaald. Artikel 344 lid 3 Sv is dus in zoverre niet van toepassing.
Daarnaast overweegt de rechtbank dat de raadsman eerst ter terechtzitting enkel de wens heeft geuit om de getuige te mogen ondervragen, maar daartoe geen daadwerkelijk (uitdrukkelijk gemotiveerd) verzoek, al dan niet in voorwaardelijke vorm, heeft gedaan.
De rechtbank acht de verklaring van de getuige, mede gelet op de steun die de verklaring vindt in de inhoud van de overige bewijsmiddelen, bovendien betrouwbaar. De verklaring is dan ook bruikbaar voor het bewijs.
Feit 1 tot en met 3 (voorhanden hebben van wapens en munitie)
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] samen met medeverdachte [medeverdachte 1] een drietal vuurwapens en een hoeveelheid munitie voorhanden heeft gehad.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte 1] op 24 februari 2023 samen met een derde persoon in de Renault Captur zaten. [medeverdachte 1] was de bestuurder en [verdachte] zat achterin de auto. [verdachte] is in de buurt van [adres] in [woonplaats] (het adres waar hij op dat moment stond ingeschreven) uit de auto gestapt, heeft een doorzichtige plastic zak met (valse) kentekenplaten uit de voorzijde van auto gepakt en heeft deze in de kliko bij zijn woning gelegd. Uit diezelfde kliko heeft hij vervolgens een rugzak gepakt en naast zich op de achterbank van de auto gelegd. In de rugzak bleken twee vuurwapens en een hoeveelheid munitie te zitten. Uit de bewijsmiddelen volgt dat ook een wapen met munitie in een Albert Heijn-tas onder de bijrijdersstoel lag. Ook deze tas lag in het zicht en binnen handbereik van [verdachte] . Tot slot volgt uit de bewijsmiddelen dat zich in de auto een iPhone bevond met daarop een applicatie om bakens te volgen. Op die telefoon is DNA van zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] aangetroffen.
Op vragen waarom [verdachte] achterin de auto van medeverdachte [medeverdachte 1] zat, wat hij daar precies deed en/of en met welke voorwerpen hij is in- en uitgestapt, heeft hij niets verklaard. Verdachte heeft zich telkens op zijn zwijgrecht beroepen. Uit de voornoemde omstandigheden leidt de rechtbank echter af dat [verdachte] zich niet alleen bewust moet zijn geweest van de aanwezigheid van de wapens en munitie in de auto, maar dat hij over de wapens en munitie ook de beschikkingsmacht heeft gehad. Niet alleen lagen alle wapens voor [verdachte] binnen handbereik in de auto, ook volgt uit de bewijsmiddelen dat [verdachte] de rugzak met twee wapens en munitie uit de kliko heeft gehaald en in de auto heeft gelegd.
De rechtbank overweegt verder dat sprake is van medeplegen tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] . De combinatie van het aantreffen van DNA van beide verdachten op een telefoon waarmee bakens in de gaten werden gehouden en de omstandigheid dat zowel de valse kentekenplaten als in ieder geval één van de wapens zich al in de auto bevonden voordat [verdachte] was uitgestapt, maakt dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat zowel verdachte als zijn medeverdachte [medeverdachte 1] zich bewust zijn geweest van de aanwezigheid van alle goederen in de auto als ten laste gelegd en daarover de beschikkingsmacht hebben gehad. Door zijn handelen heeft [verdachte] een wezenlijke bijdrage geleverd aan het voorhanden hebben van de wapens en munitie in zijn auto op 24 februari 2023. De rollen van verdachten zijn naar het oordeel van de rechtbank inwisselbaar.
Feit 4 (afleveren en voorhanden hebben van valse kentekenplaten)
De rechtbank is van oordeel dat ook feit 4 wettig en overtuigend kan worden bewezen. [verdachte] heeft uit de auto van [medeverdachte 1] , naast de bijrijdersstoel en in het zicht van bestuurder [medeverdachte 1] , een doorzichtige plastic zak met vier valse kentekenplaten gepakt. Vervolgens heeft hij die in de kliko bij zijn woning opgeborgen, in welke kliko ook andere relevante goederen zijn aangetroffen. Het betrof meerdere sets valse kentekens die in de directe nabijheid van vuurwapens werden vervoerd. [verdachte] heeft door zijn handelen als heer en meester over de kentekens beschikt en wordt vermoed eigenaar van de kentekens te zijn. De rechtbank stelt in de gegeven omstandigheden vast dat het niet anders kan zijn dan dat [verdachte] wist dat de kentekens vals waren en dat deze kennelijk bestemd waren om te gebruiken als ware deze echt en onvervalst.
De rechtbank overweegt verder dat sprake is van medeplegen tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] . [verdachte] heeft een significante intellectuele en materiële bijdrage geleverd aan het voorhanden hebben en het afleveren van de valse kentekenplaten op 24 februari 2023. De rollen van verdachten zijn, mede in het licht van hetgeen hiervoor onder feit 1 tot en met 3 is overwogen, naar het oordeel van de rechtbank inwisselbaar.