ECLI:NL:RBMNE:2023:5743
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in AVG-verzoek met betrekking tot informatie over dossierstukken
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn verzoek op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) beoordeeld. Eiser had op 19 oktober 2022 verzocht om informatie over alle dossierstukken die ten grondslag lagen aan besluiten in 2008, alsook om een verklaring voor het verzwegen van zaken. De rechtbank oordeelt dat het verzoek van eiser niet kan worden aangemerkt als een verzoek in de zin van artikel 15 AVG, omdat het verzoek onvoldoende gespecificeerd en te algemeen geformuleerd is. Het verzoek strekt zich niet uit tot het verkrijgen van informatie over de verwerking van persoonsgegevens, zoals bedoeld in de AVG.
De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waardoor er ook geen beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan worden ingesteld. De rechtbank verklaart zich daarom onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. Daarnaast heeft het college van bestuur van de Universiteit Utrecht verzocht om eiser te veroordelen in de proceskosten, maar de rechtbank ziet geen aanleiding om dit verzoek toe te wijzen, aangezien het college dit niet heeft toegelicht. De uitspraak is gedaan door rechter A.A.M. Elzakkers, in aanwezigheid van griffier M.L. Bressers, en is openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023.