8.3Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
Aard en ernst van het feit
[verdachte (voornaam)] heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot zware mishandeling op een willekeurige buurtbewoner, door deze met een mes in zijn zij te steken. De buurtbewoner ergerde zich aan het overlast gevende gedrag van [verdachte (voornaam)] en zijn ‘vriendjes’ op straat en sprak hen hier op aan. Na een schermutseling tussen [verdachte (voornaam)] en het slachtoffer, stak [verdachte (voornaam)] hem in zijn zij met een mes dat hij even daarvoor uit de tas van zijn vriendin had gepakt.
De rechtbank neemt het [verdachte (voornaam)] kwalijk dat hij een willekeurig persoon, die hem terecht aansprak op overlast gevend gedrag, uit het niets heeft gestoken. Dit heeft niet alleen angst en stress veroorzaakt bij het slachtoffer en zijn familie, maar zorgt ook voor angst in de maatschappij. Dit is immers wat er schijnbaar kan gebeuren als je jongeren aanspreekt als zij overlast veroorzaken. Aan de andere kant weegt de rechtbank mee dat [verdachte (voornaam)] gelijk na het gebeurde spijt heeft gekregen van wat hij heeft gedaan en, na instemming door het slachtoffer, een mediationtraject is aangegaan. Uit de terugkoppeling daarvan is gebleken dat [verdachte (voornaam)] openheid van zaken heeft gegeven, ook over zijn persoonlijke leven, en spijt heeft betuigd aan het slachtoffer en zijn familie, en dat zij dit ook als oprecht hebben ervaren.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft ten aanzien van de persoon van verdachte kennis genomen van:
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van 10 mei 2023, waaruit volgt dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld;
- een rapport van de Raad van 5 oktober 2023, opgemaakt door [C] , raadsonderzoeker;
- een Pro Justitia-rapport van 11 oktober 2023, opgemaakt door GZ-psycholoog [D] .
Het advies van de psycholoog
Uit het persoonlijkheidsonderzoek is gebleken sprake is van meerdere stoornissen bij [verdachte (voornaam)] , te weten een ongespecificeerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis (OPPS), een normoverschrijdend-gedragsstoornis, en een aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (gecombineerd beeld). Gedacht moet worden aan een beeld waarbij [verdachte (voornaam)] lastig om kan gaan met stress en spanning, waarbij hij veel fysieke onrust vertoont, concentratieproblemen heeft en er sprake is van basaal wantrouwen, over-alertheid en hevige stressreacties als gevolg van een voortdurend onveilig en soms
ook traumatisch verleden. De normoverschrijdend-gedragsstoornis kenmerkt zich vooral
door het moeite hebben met autoriteit en gezag, regelovertredend gedrag, een opportunistische instelling en een gebrekkige gewetensontwikkeling.
De psycholoog meent dat de kenmerken van alle drie de stoornissen een rol lijken te hebben gespeeld bij het tenlastegelegde, maar dat de normoverschijdend-gedragsstoornis (denken dat met een mes een conflict kan worden opgelost, terwijl dit niet wordt geremd door het geweten) en de OPPS (bewustzijnsvernauwing bij snel oplopende stress) op de voorgrond hebben gestaan. Gelet hierop heeft de psycholoog geadviseerd het tenlastegelegde in verminderde mate toe te rekenen.
[verdachte (voornaam)] heeft een zeer belast verleden. Zo liet de vader van [verdachte (voornaam)] veel geweld zien richting [verdachte (voornaam)] en zijn moeder. Ook is [verdachte (voornaam)] door zijn vader aangezet tot het verrichten van criminele activiteiten. [verdachte (voornaam)] is zodoende opgegroeid met criminaliteit en is zich op een gegeven moment ook zelf gaan identificeren met geweld (drillrap).
Dit is nu echter anders. Zo heeft [verdachte (voornaam)] aangegeven geen wapens meer te dragen, afstand te hebben gedaan van zijn drillrap-vrienden en geïnteresseerd te zijn in andersoortige muziek en levensstijl. Verder blowt [verdachte (voornaam)] minder en is hij op zoek naar een opleiding.
Het advies van de Raad
Uit het rapport van de Raad volgt dat [verdachte (voornaam)] een kwetsbare jongen is, die met een belast verleden kampt. Vanaf zijn twaalfde levensjaar verblijft [verdachte (voornaam)] al op verschillende woongroepen. Blijkens het advies heeft [verdachte (voornaam)] onvoldoende vaardigheden ontwikkeld om zelfstandig te functioneren. Hij vraagt veel aandacht, sturing, begrenzing en begeleiding
van zijn omgeving. Indien deze onvoldoende aanwezig zijn, raakt hij overprikkeld, wat onder meer kan resulteren in epileptische aanvallen.
Nadat de voorlopige hechtenis in de onderhavige zaak voor de tweede maal werd geschorst, verbleef [verdachte (voornaam)] op de woongroep van [instelling 2] in [plaats 2] . [verdachte (voornaam)] ’s gedrag en verhouding met de andere jongens op de groep zorgden er echter voor dat hij hier maar een korte periode kon verblijven. Hij verblijft nu op een adres in [plaats 3] , waar hij vanuit [instelling 2] één op één begeleiding krijgt. Sinds deze plaatsing is er verbetering in het gedrag van [verdachte (voornaam)] zichtbaar. Hij werkt goed mee aan de jeugdreclassering en lijkt zich meer open te stellen.
Er is sprake van een hoog recidiverisico. Dit maakt dat inzet van intensieve behandeling noodzakelijk is. De Raad adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie, gelijk aan het voorarrest, en een voorwaardelijke jeugddetentie met oplegging van de in het rapport genoemde (bijzondere) voorwaarden.
Het advies van de jeugdreclassering
De jeugdreclasseringswerker heeft op de zitting verklaard dat de [instelling 1] achter het advies van de Raad staat. Er dient zich nu echter het probleem voor dat [verdachte (voornaam)] zeer binnenkort, vanwege een geldkwestie tussen de gemeente en de zorgaanbieder, naar een nieuwe plek moet. Het is allerminst wenselijk dat [verdachte (voornaam)] terug wordt geplaatst in een crisisopvang en evenmin in één van de grote steden.
Ten aanzien van de door de Raad geadviseerde voorwaarden heeft de jeugdreclassering aangegeven dat de één op één begeleiding steeds meer zal afnemen. Het ITB Harde Kern-traject zal daarnaast echter wel van kracht blijven. Elektronische controle is niet meer nodig.
De jeugdreclasseringswerker heeft tot slot aangegeven dat het wenselijk zou zijn als de één op één begeleiding als voorwaarde wordt opgenomen in het vonnis.
[verdachte (voornaam)] heeft ter zitting verklaard dat hij bereid is zich aan de gevorderde voorwaarden te houden. Hij vindt het noodzakelijk dat hij therapie gaat volgen. Door middel van therapie wil [verdachte (voornaam)] over zijn gevoelens praten. Tot slot heeft [verdachte (voornaam)] verklaard dat hij vreest voor een terugval in zijn ontwikkeling als hij zijn adres in [plaats 3] moet verlaten. [verdachte (voornaam)] meent ergens anders weer helemaal opnieuw te moeten beginnen.
Op te leggen straf
De rechtbank neemt bovengenoemde conclusies van de psycholoog over en maakt deze tot de hare. Gelet op [verdachte (voornaam)] ’s gediagnosticeerde stoornissen, is de rechtbank van oordeel dat [verdachte (voornaam)] beperkt werd in zijn keuzevrijheid en daarmee niet geheel vrij zijn wil kon bepalen. De rechtbank acht [verdachte (voornaam)] daarom in een verminderde mate toerekeningsvatbaar.
Alles overwegend acht de rechtbank een jeugddetentie van zesenzeventig dagen, met aftrek van de tijd die [verdachte (voornaam)] in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan zestig dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. De rechtbank acht verder de (bijzondere) voorwaarden zoals gevorderd op zijn plaats. De rechtbank vindt het van belang dat [verdachte (voornaam)] op zijn plek bij [instelling 2] in [plaats 3] kan verblijven én daar de benodigde één op één begeleiding kan ontvangen. De rechtbank heeft na de terechtzitting op 17 oktober dit al opgenomen in de schorsingsvoorwaarden en zal dat ook in de op te leggen bijzondere voorwaarden opnemen.
Door het opleggen van een jeugddetentie van voormelde duur beoogt de rechtbank niet alleen aan [verdachte (voornaam)] maar ook aan de samenleving duidelijk te maken dat de rechtbank dergelijke feiten zeer ernstig vindt en fors bestraft. Daarnaast dient de straf als genoegdoening voor het slachtoffer.
Het voorwaardelijke deel van de op te leggen straf dient enerzijds om [verdachte (voornaam)] ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen en anderzijds om [verdachte (voornaam)] , gelet op zijn jonge leeftijd en aanwezige problematiek, de noodzakelijk geachte begeleiding en behandeling in een verplicht kader op te leggen. De bijzondere voorwaarden dienen bij te dragen aan een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [verdachte (voornaam)] en (mede daardoor) ertoe bij te dragen dat [verdachte (voornaam)] zich in de toekomst niet opnieuw schuldig zal maken aan strafbare feiten. Gelet op de aanwezige problematiek van [verdachte (voornaam)] acht de rechtbank een proeftijd van twee jaar op zijn plaats. De voorwaarden en het daaraan gekoppelde toezicht worden dadelijk uitvoerbaar verklaard. Uit de over [verdachte (voornaam)] opgemaakte rapporten blijkt immers dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank zal een aanzienlijke lagere voorwaardelijke jeugddetentie opleggen dan gevorderd door de officier van justitie. De rechtbank wil weliswaar niets afdoen aan de ernst van het feit, echter acht zij een voorwaardelijke jeugddetentie van zo lange duur als de officier van justitie heeft geëist, niet gepast. In de eerste plaats omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie. Daarnaast heeft de rechtbank meegewogen dat verdachte minderjarig is, en bij het bepalen van een straf bij een minderjarige verdachte het pedagogisch effect van een straf en het voorkomen van herhaling belangrijke strafdoelen zijn.
Verder houdt de rechtbank rekening met de proceshouding van [verdachte (voornaam)] . Hij heeft zich niet alleen in het voorbereidend onderzoek en ter zitting, maar ook tijdens het mediationgesprek met het slachtoffer, open en kwetsbaar opgesteld. Hierbij liet [verdachte (voornaam)] nadrukkelijk zien spijt te hebben van het gebeuren en open te staan om zijn gedrag te veranderen.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de positieve ontwikkeling die [verdachte (voornaam)] op dit moment doormaakt. Hoewel deze ontwikkeling nog maar pril is, heeft de rechtbank oog voor het feit dat [verdachte (voornaam)] van ver moet komen en nu gebrand lijkt om iets van zijn leven te gaan maken.
Voorlopige hechtenis
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het geschorste bevel voorlopige hechtenis opheffen.