ECLI:NL:RBMNE:2023:5684

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
16-209789-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzettelijk aanwezig hebben en uitvoeren van amfetamine

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan tegen een verdachte die op 19 augustus 2022 in Utrecht opzettelijk 135 liter gezuiverde amfetamineolie heeft vervoerd en aanwezig heeft gehad. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in Peru en woonachtig in Spanje, in opdracht van een medeverdachte deze lading vervoerde, in de veronderstelling dat het om verfthinner ging. Tijdens de zittingen op 2 december 2022, 20 februari 2023, 21 april 2023 en 29 september 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie, mr. N. Schipper, eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak of een lagere straf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld en dat er voldoende bewijs was voor de tenlastelegging. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte 135 liter amfetamineolie heeft vervoerd en dat hij zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat hij smokkelwaar vervoerde. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn werk als vrachtwagenchauffeur en het feit dat hij niet eerder met justitie in aanraking was gekomen.

Daarnaast heeft de rechtbank beslist over het beslag, waarbij bepaalde in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbenden worden teruggegeven en andere worden onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan in het kader van de Opiumwet, waarbij de verdachte is veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de wet.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-209789-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 oktober 2023
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1976 in [geboorteplaats] (Peru),
wonende te [woonplaats] , [locatie] , [adres 1] , Codigo Posta [postcode] , [regio] , Spanje,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2022, 20 februari 2023, 21 april 2023 en 29 september 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schipper en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. L.J.B.G. van Kleef, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
op 19 augustus 2022 in Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk 135 liter gezuiverde amfetaminebase (olie) heeft vervoerd dan wel opzettelijk aanwezig heeft gehad;
Feit 2
op 19 augustus 2022 in Utrecht, in elk geval in Nederland, hetgeen ten laste gelegd onder
feit 1 heeft voorbereid of bevorderd.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit dat verdachte niet bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard op het vervoeren van amfetamineolie. Verdachte heeft in opdracht van [medeverdachte 1] een lading vervoerd en verkeerde in de veronderstelling dat het om verfthinner ging. Er is volgens de raadsman geen sprake van voorwaardelijk opzet, maar hoogstens van nalatigheid.
De raadsman heeft subsidiair bepleit dat niet vastgesteld kan worden dat verdachte 135 liter amfetamineolie vervoerde, omdat maar drie van de zes jerrycans zijn getest door het NFI.
De raadsman heeft een voorwaardelijk verzoek ingediend tot het horen van de melder, indien de rechtbank deze verklaring voor het bewijs wil gebruiken, en het horen van de baas van verdachte. De baas van verdachte zou kunnen bevestigen dat hij verdachte toestemming heeft gegeven om via Amsterdam om te rijden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 29 september 2023
Ik had via een kennis van mij, [medeverdachte 1] , een klus op mij genomen om wat te vervoeren naar Spanje. Ik zou hier €1.000 voor krijgen. [medeverdachte 1] heeft mij het nummer van [medeverdachte 2] gegeven. Ik heb contact met [medeverdachte 2] opgenomen en ben naar het door hem opgegeven adres gereden. Op 19 augustus 2022 was ik bij de Van der Madeweg in Amsterdam. Nadat ik daar ongeveer 2,5 uur wachtte, kwam er een man in een witte bestelbus aanrijden. In de bestelbus zaten 6 verpakkingen. Ik heb die verpakkingen in mijn vrachtwagen geladen tussen het plastic dat al in mijn vrachtwagen zat. Als ik niet was aangehouden, zou ik [medeverdachte 2] bij de grens tussen Spanje en Frankrijk ontmoeten en de pakketten aan hem overdragen.
Het proces-verbaal van staande houding en het aantreffen van de jerrycans
DIENSTBETREKKING
Op 19 augustus 2022 was ik belast met de incidentafhandeling.
MELDING
Omstreeks 08.03 uur kreeg ik het verzoek te gaan naar de Rijksweg A2. Aldaar zou ter hoogte van 39.7 RE een Spaanse vrachtwagen (kenteken: [kenteken] ) rijden. Deze vrachtwagen was 5 minuten geleden door de melder in Amsterdam gezien. Toen zou de vrachtwagen stil hebben gestaan en zou er vanuit een busje verdachte lading, grote witte zakken, zijn overgeladen in de vrachtwagen.
TER PLAATSE
Na ongeveer 1 minuut zag ik een vrachtwagen passeren met Spaans kenteken. De chauffeur is mij vervolgens gevolgd naar [adres 2] te [plaats] . Aldaar is een tankstation genaamd [bedrijf] en daar heb ik de vrachtwagen stil laten zetten.
ONDERZOEK
Ik zag dat er één persoon in de vrachtwagen zat. Ik zag op het rijbewijs de volgende persoonsgegevens staan: [verdachte] [geboortedatum] -1976 te [geboorteplaats] (Peru). Ik vroeg aan de chauffeur welke lading hij had geladen. De chauffeur antwoorde niet maar liep direct naar de achterzijde van de trailer en opende beide deuren. Ik vroeg vervolgens aan de chauffeur of hij het zeil aan de linkerzijde wilde openen. Ik zag dat de chauffeur direct het zeil aan de linkerzijde geheel open schoof.
OPENEN TRAILER
Toen de chauffeur het gehele zeil had geopend zag ik direct een witte zak tussen de plastic balen. Ik zag dat de collega’s inmiddels drie witte zakken tussen de balen hadden weggehaald en dat ze één zak hadden opengemaakt en hieruit een jerrycan van 20 liter hadden gehaald met doorzichtige vloeistof erin. Ik zag dat tussen de balen nog meerdere witte zakken zaten.
TER PLAATSE LANDELIJKE FACILITEIT ONTMANTELEN (LFO)
Na enige tijd kwam [verbalisant 1] van de LFO ter plaatse. Ik zag dat [verbalisant 1] de vloeistof uit één van de jerrycans bemonsterde. Ik zag dat [verbalisant 1] mij een uitslag op een apparaat liet zien. Ik zag op het display ‘Methamphetamine’ staan. [2]
Het onderzoek aan de jerrycans
Op 19 augustus 2022 hebben wij een onderzoek ingesteld aan een trekker met oplegger.
BEVINDINGEN
Op het terrein van tankstation [bedrijf] , gevestigd [straat] te [plaats] werd op aanwijzing van verbalisant [verbalisant 2] aan ons drie witte jerrycans gewezen. Door ons verbalisanten werden de vloeistoffen in de jerrycans geïdentificeerd als zijnde amfetamine-base. Op het terrein van het Ketenbeslaghuis werd vervolgens tijdens een nader ingesteld onderzoek nog eens drie jerrycans tussen de tot balen gebonden gebruikt/vervuild plastic aangetroffen. Deze jerrycans waren ieder eveneens gevuld met amfetamine-base.
INVENTARISATIELIJST
SIN
LFO code
Omschrijving
AAMY5395NL
T1
Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 20 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr.
(FD  amfetamine)
T1-A: monster uit jerrycan
AAMY5398NL
T2
Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 25 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr.
(FD  amfetamine)
T2-A: monster uit jerrycan
T3
Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 20 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
T4
Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 25 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
AAMY5397NL
T5
Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 25 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
T5-A: monster uit jerrycan
T6
Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 20 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
VOORLOPIGE INTERPRETATIE LFO
In de trailer werden zes jerrycans aangetroffen, die alle geheel gevuld waren met gezuiverde amfetamine-base. Er werd totaal 135 liter gezuiverde amfetamine-base aangetroffen. [3]
Het NFI rapport [4]
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAMY5395NL / T1
Lichtgele olieachtige vloeistof, volgens opgave afkomstig uit: "Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 20 liter, geheel gevuld met
een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
T1-A: monster uit jerrycan"
bevat amfetamineolie
AAMY5398NL / T2
lichtgele olieachtige vloeistof, volgens opgave afkomstig uit: "Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 25 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
T2-A: monster uit jerrycan"
bevat amfetamineolie
AAMY5397NL / T3
lichtgele olieachtige vloeistof, volgens opgave afkomstig uit: "Witte vezel versterkte zak met daarin een vuilniszak met witte jerrycan, met een inhoudsmaat van 25 liter, geheel gevuld met een heldere olieachtige vloeistof met de geur van amfetamine. Op de jerrycan de opschrift "20L SPA 970 gr".
(FD  amfetamine)
T5-A: monster uit jerrycan"
bevat amfetamineolie
Bewijsoverweging
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 135 liter amfetamineolie aanwezig heeft gehad en heeft vervoerd. Uit de bewijsmiddelen blijkt bovendien dat verdachte met de amfetamineolie onderweg was naar Spanje en dus de uitvoer van die amfetamineolie heeft voorbereid.
In totaal 135 liter amfetamineolie
Uit indicatieve testen blijkt dat de vloeistof in elk van de zes aangetroffen jerrycans positief heeft getest op amfetamine. De inhoud van drie jerrycans is vervolgens door het NFI getest waaruit is gebleken dat het gaat om amfetamineolie. Gelet op dat onderzoeksresultaat, de uitslag van de eerdere positieve indicatieve testen en omstandigheid dat het hier gaat om zes gelijksoortige jerrycans op hetzelfde vervoer, is naar het oordeel van de rechtbank bewezen dat in alle zes jerrycans amfetamineolie zat met een totale hoeveelheid van 135 liter. De rechtbank verwerpt in zoverre het daarover door de verdediging gevoerde verweer.
Wetenschap/voorwaardelijk opzet
De rechtbank leidt verder uit de bewijsmiddelen af dat verdachte moet hebben geweten dat hij smokkelwaar heeft vervoerd en dat hij dus daarbij de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat die smokkelwaar amfetamineolie zou zijn. Dat leidt de rechtbank in het bijzonder af uit de wijze van overdracht (zes in plastic zakken verpakte jerrycans afkomstig van een voor verdachte onbekende man uit een bestelbusje op een industrieterrein) en de wijze van vervoer (op verschillende plekken geplaatst tussen een legitieme lading met de kennelijke strekking om het zicht op de jerrycans te bemoeilijken, en zonder enige vervoersdocumentatie).
De rechtbank volgt verdachte verder niet in zijn verklaring dat hij dacht dat hij verfthinner vervoerde. Allereerst is de rechtbank van oordeel dat de wijze van overdracht en de wijze van vervoer zoals hiervoor omschreven, alsmede de vergoeding die verdachte voor het vervoer zou krijgen (€ 1.000,-) niet past bij het vervoer van een (legaal) en een niet kostbaar product als verfthinner. De verklaring van verdachte wordt bovendien op onderdelen door de inhoud van het dossier weerlegd. Zo heeft verdachte verklaard dat [medeverdachte 1] hem pas enkele dagen voor de overdracht op 19 augustus 2022 het nummer van [medeverdachte 2] heeft gegeven. Uit onderzoek naar de privételefoon van verdachte blijkt echter dat het nummer van [medeverdachte 2] al sinds 18 april 2022 is opgeslagen en dat hij op 24 mei 2022 een oproep van datzelfde nummer heeft gemist. Verdachte heeft daar ter terechtzitting geen aannemelijke verklaring voor gegeven. Ook is uit dit onderzoek aan de telefoon gebleken dat verdachte eerder op de overdrachtslocatie is geweest, terwijl hij ter terechtzitting niet heeft kunnen verklaren waarom hij daar is geweest.
Voorwaardelijk verzoek horen getuigen
De rechtbank wijst het (voorwaardelijk) verzoek tot het horen van de melder [A] af, nu de rechtbank deze verklaring niet voor het bewijs heeft gebezigd. Het horen van de baas van verdachte, dhr. [B] , wordt eveneens afgewezen, nu horen van deze getuige niet van belang is voor enige in de strafzaak uit hoofde van artikel 348 en 350 Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
op 19 augustus 2022 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, 135 liter gezuiverde amfetamineolie, in elk geval een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Feit 2
op 19 augustus 2022 te Utrecht, in elk geval in Nederland, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk uitvoeren van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden,
- gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit verschaft, te weten door zijn vrachtwagen als opslaglocatie ter beschikking te stellen en
- meerdere goederen voorhanden gehad, te weten een grote hoeveelheid grondstoffen, 135 liter gezuiverde amfetamineolie, in elk geval een materiaal bevattende amfetamine, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die bestemd was tot het plegen van die feiten.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
de eendaadse samenloop van
feit 1: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B en onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 2: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest. De officier van justitie heeft voorts de gevangenneming van verdachte gevorderd bij uitspraak van dit vonnis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte niet opnieuw te detineren. Verdachte heeft vanaf het begin van deze strafzaak goed meegewerkt, hij werkt hard en heeft zijn inkomen nodig om zijn hypotheek te betalen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorbereiden van de uitvoer van 135 liter amfetamineolie door deze aanwezig hebben en te vervoeren in de richting van Spanje. Met deze hoeveelheid amfetamineolie kan een grote hoeveelheid (243 tot 324 kilogram) aan onversneden amfetaminepasta worden gemaakt. Amfetamine werkt sterk verslavend en is zeer schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan. Bovendien heeft de handel in harddrugs veel vermogensdelicten en andere criminaliteit tot gevolg. Het gaat dan ook om ernstige feiten. De rechtbank neemt echter wel in overweging dat uit het politieonderzoek niet is gebleken dat verdachte een grotere rol had in het geheel dan het vervoeren.
8.3.2
De persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte van 31 augustus 2023, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld.
Verdachte heeft ter terechtzitting een stuk overlegd waaruit blijkt dat hij al 15 jaar werkt als vrachtwagenchauffeur en inmiddels weer werkt bij zijn vorige werkgever. Verdachte heeft tijdens zijn schorsing de hypotheek van zijn woning verstrekt gekregen en deze wordt betaald van zijn inkomen. De rechtbank houdt hier rekening mee.
8.3.3
Conclusie
Gelet op de aard en ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De oriëntatiepunten die de rechtbank gebruikt bij de straftoemeting (LOVS) voor – kortgezegd – de productie en het vervoer van harddrugs gaan bij deze feiten uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden (135 liter staat gelijk aan 13,5 kilogram). De rechtbank neemt dit als beginpunt, maar zal afwijken van de oriëntatiepunten.
De rechtbank ziet de bewezenverklaarde feiten als een door verdachte begane misstap. Verdachte werkt al 15 jaar als vrachtwagenchauffeur en is niet eerder met politie of justitie in aanraking gekomen voor een soortgelijk feit, ook niet in Spanje. Verdachte had geldnood en zag dit als een snelle manier om geld bij te verdienen. De rechtbank neemt hem dat kwalijk. Hoewel verdachte niet zijn volledige verantwoordelijkheid heeft genomen, heeft hij wel aangegeven dat hij beter moest opletten en heeft hij ter terechtzitting spijt betuigt.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet de rechtbank geen contra-indicaties voor het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte wel aanleiding om de straf deels voorwaardelijk op te leggen als stok achter de deur, mede gelet op het feit dat verdachte nog steeds werkzaam is als vrachtwagenchauffeur. Daarnaast heeft verdachte al 8 maanden in voorarrest doorgebracht waarvan 2 maanden in beperkingen. De rechtbank houdt hier rekening mee.
Alles overwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Aan het voorwaardelijke gedeelte van de straf verbindt de rechtbank de algemene voorwaarde dat verdachte geen nieuw strafbaar feit mag begaan in Nederland binnen de proeftijd.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de computer (G734417), de documenten (G733070 en G733068), de uitdraai van de tachograaf (G3034243) en de 3 Bulgaarse kentekenplaten (G3033922) worden geretourneerd aan de redelijkerwijs als rechthebbende aan te merken.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de overige in beslag genomen goederen worden onttrokken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Teruggave aan de rechthebbenden
De rechtbank zal teruggave gelasten van de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
  • 1 STK Computer (G734417);
  • 1 STK Document (G733070);
  • 1 STK Document (G733068);
  • 1 STK Document (G3034242)
  • 1 STK Uitdraai tachograaf (G3034243);
  • 3 STK Kentekenplaat Bulgaars (G3033922);
aan degenen die redelijkerwijs als rechthebbenden van deze voorwerpen kunnen worden aangemerkt.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de volgende in beslag genomen voorwerpen onttrekken aan het verkeer:
  • 1 STK Zak (G3033831);
  • 1 STK Zak plastic (G3033832);
  • 1 STK Zak (G3033833);
  • 1 STK Zak (G3033834);
  • 1 STK Zak (G3033835);
  • 1 STK Zak (G3033836);
  • 1 STK Zak (G3033837);
  • 1 STK Zak (G3033838);
  • 1 STK Zak (G3033839);
  • 1 STK Zak (G3033841);
  • 1 STK Zak (G3033842);
  • 1 STK Zak (G3033843);
  • 1 STK Jerrycan (G3033823);
  • 1 STK Jerrycan (G3033826);
  • 1 STK Jerrycan (G3033827);
  • 1 STK Jerrycan (G3033828);
  • 1 STK Jerrycan (G3033829);
  • 1 STK Jerrycan (G3033830).
Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang. Met behulp van deze voorwerpen is het bewezen verklaarde begaan.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 14a, 14b, 14c, 36b, 36c en 55 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 10 en 10a van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van 12 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Computer (G734417);
  • 1 STK Document (G733070);
  • 1 STK Document (G733068);
  • 1 STK Document (G3034242)
  • 1 STK Uitdraai tachograaf (G3034243);
  • 3 STK Kentekenplaat Bulgaars (G3033922);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Zak (G3033831);
  • 1 STK Zak plastic (G3033832);
  • 1 STK Zak (G3033833);
  • 1 STK Zak (G3033834);
  • 1 STK Zak (G3033835);
  • 1 STK Zak (G3033836);
  • 1 STK Zak (G3033837);
  • 1 STK Zak (G3033838);
  • 1 STK Zak (G3033839);
  • 1 STK Zak (G3033841);
  • 1 STK Zak (G3033842);
  • 1 STK Zak (G3033843);
  • 1 STK Jerrycan (G3033823);
  • 1 STK Jerrycan (G3033826);
  • 1 STK Jerrycan (G3033827);
  • 1 STK Jerrycan (G3033828);
  • 1 STK Jerrycan (G3033829);
  • 1 STK Jerrycan (G3033830).
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mrs. J.P. Verboom en S.D. Groen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2023.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 19 augustus 2022 te Utrecht, in elk geval in Nederland, opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad 135 liter gezuiverde amfetaminebase (olie), in elk geval een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet)
Feit 2
hij op of omstreeks 19 augustus 2022 te Utrecht, in elk geval in Nederland, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk uitvoeren, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, hebbende verdachte
- zich gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) getracht te verschaffen, te weten door (zijn) vrachtwagen als (opslag/productie)locatie ter beschikking te stellen en/of
- een of meerdere goederen en/of middelen/stoffen voorhanden gehad, te weten een (grote) hoeveelheid chemicaliën en/of grondstoffen, waaronder 135 liter gezuiverde amfetaminebase (olie), in elk geval een materiaal bevattende amfetamine, waarvan verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en);
(art 10a lid 1 ahf/sub 1 Opiumwet, art 10a lid 1 ahf/sub 2 Opiumwet, art 10a lid 1
ahf/sub 3 Opiumwet)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 18 november 2022, genummerd MD5R022051 (onderzoek 09HELD22), opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 362. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 157-158.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 285-287.
4.NFI rapport, p. 297.