ECLI:NL:RBMNE:2023:5683

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
16--045816-20
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 13 oktober 2023 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering van de officier van justitie. De vordering was aan de orde op de terechtzitting van 2 juni 2020, maar werd toen afgesplitst van de behandeling van de strafzaak en voor onbepaalde tijd aangehouden. De ontnemingsvordering is vervolgens behandeld op de terechtzitting van 29 september 2023. De officier van justitie, mr. N. Schipper, heeft gevorderd om niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot ontneming, omdat er geen ontnemingsrapport in het dossier aanwezig was. Veroordeelde was niet aanwezig op de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het dossier geen rapport bevatte met een berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat een dergelijke berekening niet meer zal worden opgesteld. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2023, door de meervoudige kamer bestaande uit mr. S.D. Groen als voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en J.E.S. Dolmans, in aanwezigheid van griffier mr. I.J.A. Barends.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-045816-20 (ontneming)
Vonnis van de meervoudige kamer op de vordering van de officier van justitie tot ontneming
in de zaak tegen
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De vordering is aan de orde geweest op de terechtzitting van 2 juni 2020. Op die zitting is de behandeling van de ontnemingsvordering afgesplitst van de behandeling van de strafzaak en vervolgens aangehouden voor onbepaalde tijd.
De ontnemingsvordering is behandeld op de terechtzitting van 29 september 2023. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en het standpunt van officier van justitie mr. N. Schipper. Veroordeelde is niet verschenen.

2.VORDERING

De officier van justitie heeft gevorderd haar niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering tot ontneming, omdat er geen ontnemingsrapport in het dossier zit.

3.BEOORDELING VAN DE VORDERING

De rechtbank stelt vast dat het dossier geen rapport bevat met een berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Uit het standpunt van het Openbaar Ministerie volgt dat een dergelijke berekening ook niet meer zal worden opgesteld. De rechtbank zal de officier van justitie daarom niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.

4.BESLISSING

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.D. Groen, voorzitter, mrs. C. van de Lustgraaf en J.E.S. Dolmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 oktober 2023.