ECLI:NL:RBMNE:2023:5672

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 september 2023
Publicatiedatum
30 oktober 2023
Zaaknummer
16-061006-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een minderjarige met antisociale trekken

Op 12 september 2023 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een minderjarige, hierna aangeduid als [betrokkene]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel met 14 maanden toegewezen. De rechtbank heeft hierbij gelet op de stukken in het dossier, waaronder een advies van een gedragswetenschapper en de rapportage van de behandeling van [betrokkene].

De rechtbank heeft vastgesteld dat [betrokkene] bij zijn veroordeling in 2021 een normoverschrijdende gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale trekken had. Tijdens de behandeling in de inrichting heeft [betrokkene] positieve stappen gezet, met name op het gebied van emotieherkenning en -regulatie. Desondanks zijn er nog risicofactoren aanwezig, zoals een delinquent netwerk en gebrekkige copingvaardigheden. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van [betrokkene] en om de veiligheid van de samenleving te waarborgen.

De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor een kortere verlenging van 6 maanden, niet gevolgd. De rechtbank is van oordeel dat de verlenging van 14 maanden in het belang is van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [betrokkene]. De beslissing is genomen met inachtneming van de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit, en de rechtbank ziet geen aanleiding voor aanvullende diagnostiek. De PIJ-maatregel is ingegaan op 11 september 2021 en zou zonder verlenging eindigen op 1 september 2023. De rechtbank heeft de termijn van de maatregel verlengd tot 12 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-061006-21 (vordering verlenging PIJ)
Beslissing op grond van artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 12 september 2023
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] (Somalië),
thans verblijvende in [inrichting] ,
hierna: [betrokkene] .

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken, waaronder:
  • een extract van het vonnis van deze rechtbank van 27 augustus 2021, waarbij [betrokkene] onder meer is veroordeeld tot de PIJ-maatregel;
  • het door de gedragswetenschapper [A ] verbonden aan de inrichting [inrichting] uitgebrachte advies van 1 juli 2023, strekkende tot verlenging van de termijn van de maatregel met 14 maanden, alsmede de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] , te weten de perspectiefplannen over de periode van 5 maart 2021 tot en met 24 mei 2023;
  • de schriftelijke vordering van de officier van justitie van 10 juli 2023 die strekt tot verlenging van de PIJ-maatregel met 14 maanden.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek heeft achter gesloten deuren plaats gevonden ter zitting van 29 augustus 2023. Daarbij zijn gehoord:
  • de officier van justitie, mr. N. Schapendonk;
  • [betrokkene] ;
  • de raadsman van [betrokkene] , mr. E.D.B. Groeneweg, advocaat te Utrecht;
  • de ouders van [betrokkene] ;
  • mevrouw [B] , behandelcoördinator, verbonden aan [inrichting] .

3.De rapportage en de toelichting daarop

In het adviesrapport van 1 juli 2023 wordt weergegeven dat bij [betrokkene] ten tijde van zijn veroordeling in 2021 een normoverschrijdende gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale trekken zijn vastgesteld. De normoverschrijdende gedragsstoornis wordt binnen de instelling in beperkte mate gezien. Het is mogelijk dat binnen de geslotenheid van de inrichting de ernst van de normoverschrijdende gedragsstoornis minder op de voorgrond staat. Gelet op de leeftijd van [betrokkene] en zijn justitiële verleden moet in de komende periode worden bezien in hoeverre de antisociale trekken onderdeel zijn geworden van zijn persoonlijkheid.
De ontwikkeling van [betrokkene] tijdens de PIJ-maatregel verloopt positief. [betrokkene] heeft vooral stappen gemaakt op het gebied van emotieherkenning en -regulatie en het vergroten van zijn copingvaardigheden. Deze ontwikkeling is een gevolg van de inzet van het orthopedagogisch leefklimaat, Leren van Delict, Multidimensional Family Treatment (MDFT), psychomotore therapie (PMT) en sinds kort ook schematherapie. [betrokkene] volgt instructies op, doet wat van hem verwacht wordt en accepteert autoriteit. Hij heeft soms nog externe sturing nodig met praktische zaken, zoals tijdig opstaan.
Risicofactoren zijn aanwezig op het gebied van een delinquent netwerk, een gebrekkige gewetensontwikkeling, het uitstellen van korte termijnbehoeften, gebrekkige copingvaardigheden, onvoldoende grip vanuit de moeder op [betrokkene] en het ontbreken van een passende dag- en vrijetijdsbesteding. De doelen liggen in het maken van de juiste keuzes voor de lange termijn, het aanleren van adequate copingvaardigheden om met probleemsituaties om te kunnen gaan, het herkennen en uiten van emoties en gevoelens, het versterken van de band tussen [betrokkene] en zijn moeder, hulp vragen bij anderen en het creëren van een positief toekomstperspectief.
De komende periode zal in het teken staan van het voortzetten van de behandeling zoals MDFT, PMT en schematherapie om de kernproblematiek te bewerken, zodat dit niet verder consolideert in de persoonlijkheid. Het verlof wordt in stappen opgebouwd. In april 2023 is [betrokkene] gestart met begeleid verlof. Hiervoor is [betrokkene] (verplicht) gestopt met cannabis gebruiken. De verloven verlopen goed en zorgen voor meer motivatie bij [betrokkene] om zich aan regels te houden. [betrokkene] is echter tweemaal teruggevallen in cannabisgebruik toen zich een onverwachte situatie voordeed. Hier zal de komende periode aan gewerkt worden. In de aankomende periode wordt het begeleid verlof verder uitgebouwd zodat [betrokkene] ook in een andere setting kan oefenen met de in de JJI aangeleerde vaardigheden. In augustus 2023 is het onbegeleid verlof aangevraagd. Het eendaags onbegeleid verlof en het meerdaags onbegeleid verlof zullen ongeveer tien tot twaalf maanden tezamen duren. Bij de overgang van begeleid verlof naar onbegeleid verlof zal de reclassering worden betrokken. Hierna zal gestart worden met het Scholings- en Trainingsprogramma, dat idealiter zes maanden in beslag neemt. Het perspectief voor de langere termijn is dat [betrokkene] begeleid gaat wonen in de omgeving Utrecht, dat hij een mbo opleiding gaat volgen en een gestructureerde dag- en vrijetijdsbesteding heeft.
Het recidiverisico wordt in de huidige setting als matig ingeschat. De behandeling lijkt tot nu toe een gunstig effect te hebben op het recidiverisico en draagt bij aan de ontwikkeling van [betrokkene] , maar er is tijd nodig om de aangeleerde vaardigheden verder te bestendigen, de kernproblematiek te bewerken en de motivatie voor blijvende gedragsverandering te bekrachtigen. Het recidiverisico is nog onvoldoende beperkt om te kunnen spreken van een aanvaardbaar risico zonder de kaders van de PIJ-maatregel. Daarnaast is het van belang dat de ontwikkeling van [betrokkene] minder afhankelijk wordt van externe sturing. Verder dienen de praktische resocialisatiedoelen nog te worden voltooid evenals het uitbreiden van de beschermende factoren. Er wordt daarom geadviseerd de PIJ-maatregel met 14 maanden te verlengen, voordat de maatregel voorwaardelijk kan worden beëindigd. Bij goed verloop van de behandeling wordt verwacht dat [betrokkene] op zijn vroegst in december 2024 in aanmerking komt voor een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel.
Mevrouw [B] , behandelcoördinator, is ter terechtzitting als deskundige gehoord en heeft verklaard dat de eerder vastgestelde normoverschrijdende gedragsstoornis en de bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale trekken zich minder openbaren bij [betrokkene] , maar dat niet gezegd kan worden dat de stoornissen helemaal niet meer aanwezig zijn mede doordat [betrokkene] wel bepaald gedrag vertoont dat bij de stoornissen past, zoals spijbelen en doordat [betrokkene] , tot voor kort, weinig inzicht gaf in zijn gedachten en emoties. Doordat [betrokkene] nu meer inzicht geeft, zal duidelijk worden in hoeverre de stoornissen nog aanwezig zijn en van invloed zijn op [betrokkene] . Hiervoor zal in beginsel geen aanvullende diagnostiek plaatsvinden. Er zijn geen andere aanvullende therapieën nodig. [betrokkene] moet juist in de praktijk gaan oefenen met hetgeen hij in eerdere therapieën heeft geleerd.
De aanvraag voor het onbegeleide verlof is ingediend, maar de directie van de instelling is terughoudend in het nemen van een beslissing doordat de groep van [betrokkene] op dit moment in een faseprogramma zit. [betrokkene] had geen groot aandeel in de situatie die heeft geleid tot het faseprogramma. Het faseprogramma zorgt (op dit moment nog) niet voor vertraging in het tijdsplan voor [betrokkene] . Voor het onbegeleid verlof zullen 10 maanden worden uitgetrokken. Hier valt ook slaapverlof onder. Tijdens zijn meerdaags onbegeleid verlof kan [betrokkene] starten met zijn mbo opleiding. Na het onbegeleide verlof zal met het Scholings- en Trainingsprogramma worden begonnen. Dat programma kan ook eerder van start gaan als het onbegeleid verlof goed gaat.

4.De standpunten

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij de schriftelijke vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel met 14 maanden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat [betrokkene] geen stoornis(sen) meer heeft. Er moeten nog veel praktische zaken voor [betrokkene] worden geregeld, maar dat hoeft geen 14 maanden in beslag te nemen. Het faseprogramma brengt vertraging in het tijdsplan voor [betrokkene] . De raadsman verzoekt de rechtbank om de verlenging van de PIJ-maatregel toe te wijzen voor de duur van 6 maanden zodat er nieuwe diagnostiek kan plaatsvinden en er op basis daarvan een nieuw toetsingsmoment in de nabije toekomst is.

5.Het oordeel van de rechtbank

[betrokkene] is bij genoemd vonnis van deze rechtbank veroordeeld voor – kort gezegd – afpersing, schuldheling, diefstal, eenvoudige belediging (tweemaal) en het onbruikbaar maken van een goed. Aan [betrokkene] is naast een jeugddetentie ook een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel opgelegd. Met betrekking tot de duur van deze maatregel heeft de rechtbank overwogen dat de mogelijkheid bestaat deze te verlengen, omdat [betrokkene] is veroordeeld voor een feit dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De PIJ-maatregel is gaan lopen op 11 september 2021. Als de maatregel niet wordt verlengd, eindigt de maatregel definitief op 1 september 2023.
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemd advies en wat ter zitting is besproken, volgt dat de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de maatregel eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De verlenging is ook in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [betrokkene] . De rechtbank ziet geen aanleiding om de instelling in overweging te geven [betrokkene] te onderwerpen aan aanvullende diagnostiek. De behandeling van [betrokkene] slaat aan. Het enkele feit dat de stoornissen in de klinische setting minder op de voorgrond staan, betekent niet dat de stoornissen zijn verdwenen. De instelling heeft uitgelegd dat [betrokkene] nog maar net inzicht is gaan geven in zijn gedachten en emoties en dat in de komende periode moet worden bezien in hoeverre de antisociale trekken onderdeel zijn geworden van zijn persoonlijkheid. De rechtbank ziet wel dat [betrokkene] zich heel positief ontwikkelt en meerdere vakken heeft behaald. Dat is een groot compliment waard. In de komende periode kan [betrokkene] laten zien dat hij deze ontwikkeling kan vasthouden.
De instelling heeft duidelijk uitgelegd waarom verlenging voor de duur van 14 maanden passend is, namelijk zodat de doelen zoals beschreven in het verlengingsadvies behaald kunnen worden. De rechtbank volgt het advies van de instelling, en ziet daarom geen reden om de PIJ-maatregel met een kortere periode te verlengen.

6.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van [betrokkene] voor de duur van
14 maanden.
Deze beslissing is genomen door mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter tevens kinderrechter, mrs. I.G.C. Bij de Vaate en H.C. Piet, (kinder)rechters, bijgestaan door
mr. I.J.A. Barends als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van
12 september 2023.