Beoordeling door de rechtbank
1. De zaak gaat over het recht op ziekengeld van de werknemer op grond van de Ziektewet en over de vraag of eiseres dat als eigenrisicodragende oud-werkgever moest betalen.
Wat is er gebeurd en wat wil eiseres?
2. De werknemer heeft op 30 april 2021 ontslag genomen bij eiseres. Pas veel later, medio 2022, heeft zij zich via het Uwv alsnog met terugwerkende kracht ziek gemeld per
1 mei 2022. Eiseres is eigenrisicodrager voor de Ziektewet. Zij heeft een formulier van het Uwv ingevuld, waarin zij eerst had aangekruist “
arbeidsongeschiktheid is niet (meer) vast te stellen” en “
schorsing Ziektewet-uitkering”. Toen het Uwv naar aanleiding hiervan om opheldering vroeg, heeft zij een nieuw formulier ingevuld, waarin zij heeft aangekruist “
Anders, namelijk:…” een heeft ingevuld “
100%-maatregel in verband met benadeling”.
3. Met het primaire besluit van 3 oktober 2022 heeft het Uwv vervolgens bepaald dat het ziekengeld niet aan de werknemer wordt uitbetaald. Aan dat besluit lag ten grondslag dat de werknemer terwijl zij ziek was ontslag heeft genomen en daarmee haar recht op loon heeft prijsgegeven, wat een benadelingshandeling is. Met de beslissing op bezwaar van 21 februari 2023 heeft het Uwv het bezwaar van de werknemer gegrond verklaard en het primaire besluit herroepen. De werknemer heeft daardoor vanaf de ziekmelding met terugwerkende kracht vanaf 1 mei 2021 recht op ziekengeld gehad. Aan de beslissing op bezwaar lag ten grondslag dat de ziekmelding één dag na het ontslag ligt en dat zij dus niet tijdens ziekte ontslag heeft genomen. Inmiddels heeft de werknemer een arbeidsongeschiktheidsuitkering.
4. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar. Zij wijst erop dat nergens uit blijkt dat het Uwv onderzoek heeft gedaan naar de vraag waarom de werknemer zich pas 15 maanden later met terugwerkende kracht ziek heeft gemeld. Eiseres begrijpt niet op welke medische grondslag het Uwv alsnog heeft kunnen aannemen dat de werknemer inderdaad ziek was op 1 mei 2021.
5. Als een werknemer binnen vier weken na het eindigen van het dienstverband ziek wordt en niet kan werken, heeft hij of zij recht op ziekengeld. Dat volgt uit artikel 29, tweede lid, aanhef en onder b, van de Ziektewet, in samenhang met artikel 46.
6. Een eigenrisicodrager draagt het risico van die uitkering en is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de werkzaamheden voor een besluit daarover. Dat volgt uit artikel 63a, eerste lid, van de Ziektewet.
7. Als er redelijkerwijs mag worden aangenomen dat er geen behoefte is aan een beschikking, dan wordt het ziekengeld betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld. Dat volgt uit artikel 52c van de Ziektewet.
8. De eigenrisicodrager moet een voorstel voor een beslissing aan het Uwv voorleggen op een daarvoor bestemd formulier en moet dat zorgvuldig voorbereiden. Dat volgt uit artikel 63a, negende lid, van de Ziektewet in samenhang met artikel 2 van de Regeling werkzaamheden, administratieve voorschriften en kosten eigenrisicodragen ZW.
Wat vindt de rechtbank ervan?
9. De rechtbank begrijpt best dat eiseres vragen heeft over het moment waarop de werknemer zich heeft ziek gemeld. Maar het is juist de verantwoordelijkheid van eiseres als eigenrisicodrager om daar zelf zorgvuldig onderzoek naar te doen, met hulp van haar bedrijfsarts. Op basis van dat onderzoek kan een beschikking worden gevraagd aan het Uwv. Het enige waarover eiseres een beschikking heeft gevraagd, is over een eventuele benadelingshandeling en daarmee over de
uitbetalingvan het ziekengeld. Die stap komt pas na de vaststelling van het
rechtop ziekengeld, waarover eiseres geen besluit heeft gevraagd aan het Uwv. Als eiseres dat wel had gedaan, had zij ook de ingangsdatum van dat recht aan de orde kunnen stellen. Door het Uwv wordt het recht op ziekengeld en de ingangsdatum daarvan nu als gegeven beschouwd. Eiseres is een groot bedrijf en kiest er zelf voor om eigenrisicodrager te zijn. Zij kan de verantwoordelijkheid die daarbij hoort nu niet op het Uwv afschuiven.
10. In de beslissing op bezwaar heeft het Uwv overwogen dat de werknemer geen benadelingshandeling heeft verricht. Eiseres heeft daartegen geen beroepsgronden aangevoerd. Al het overige valt buiten de omvang van het geding in deze zaak.
11. Het beroep is ongegrond. Het Uwv hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 27 oktober 2023 door mr. K. de Meulder, rechter, in aanwezigheid van mr. D. Burggraaf, griffier.
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: